Voor ski-uitbaters in de Oostkantons is een seizoen zonder sneeuw geen ramp: ‘We concentreren ons weinig op wintersport’

Günther Elsen, voorzitter van de vzw Club de Ski Alpin Ovifat. © Karel Duerinckx

In de Oostkantons werd de voorbije winter nog geen enkele dag geskied. “Maar het weer is echt niet zo uitzonderlijk. Wij concentreren ons weinig op wintersport. Zelfs tijdens een goede winter is de activiteit te marginaal om van te leven.”

Donderdag 13 februari. Ovifat in de Hoge Venen, op een steenworp van de Baraque Michel. De temperatuur zakt tot aan het vriespunt. Een ijzige wind doet de sparren op de heuvelkammen ruisen. Het sneeuwt warempel in de Oostkantons. Dikke witte vlokken vallen uit de lucht.

Toch blijft Günther Elsen, de voorzitter van de vzw Club de Ski Alpin Ovifat, sceptisch. “Deze sneeuw blijft niet liggen. Dit weekend stijgt de temperatuur alweer boven 15 graden. We kunnen al de hele winter niet skiën. We hebben een sneeuwlaag van minimaal 15 centimeter nodig, wil je skiën met enig comfort. Maar pas op, het weer is echt niet zo uitzonderlijk. We hebben al jaren gehad met nauwelijks sneeuw. In 2006 viel de sneeuw pas half maart. En toen bleef ze meteen zeventien dagen liggen. In 2008 kwam de sneeuw nog later: met Pasen eind maart.”

Onzekere activiteit

Voor de ski-uitbaters in de Oostkantons is een seizoen zonder sneeuw dus geen ramp, zoals het dat wel is in de Alpen. De Oostkantons tellen een twintigtal skipistes, maar geen enkele uitbater houdt zich voltijds met skiën bezig. “Wij hebben geen belangrijke wintersportcentra”, analyseert Claudine Legros, marketingmanager bij de toeristische dienst van de Oostkantons. “Ski-activiteiten betekenen nooit een hoofdinkomen, want het gaat om een onzekere activiteit. Het is een eventueel extra inkomen. Zelfs tijdens een goede winter is de activiteit te marginaal om ervan te leven. Omgekeerd geldt dat geen sneeuw dus geen ramp is voor de regio. We weten gewoonweg niet of en wanneer er sneeuw zal vallen. We bouwen er evenmin marketingcampagnes rond. We concentreren ons weinig op wintersport. Verwacht geen glühwein- en après-skifeestjes in de Oostkantons.”

GÜNTHER ELSEN
GÜNTHER ELSEN “Met 10.000 bezoekers per jaar komen we uit onze kosten.”© Karel Duerinckx

De geringe opbrengsten vertalen zich ook in een vrij geringe infrastructuur. Op de twintig skipistes in de Oostkantons kunnen de gebruikers skimateriaal huren, soms is er een restaurant. De langlaufpiste van Rodt Tomberg heeft een biermuseum. Slechts enkele pistes zijn gekoppeld aan hotels. De uitbaters zijn soms landbouwers, lokale sportclubs of de gemeente zelf. Een vroeger heel bekende skipiste, Ferme Libert in Malmedy, is omgevormd tot een mountainbikepark.

Ook nabij de piste van Ovifat is een hotel, het Wellness Resort des Hautes Fagnes. De piste in Ovifat is de meest professionele, met skiliften. “De skiclub wordt door vrijwilligers uitgebaat”, zegt Günther Elsen. “Als we dat met betaald personeel zouden managen, komen we niet uit de kosten. We halen per jaar 30.000 euro inkomsten. Daarmee kunnen we de nodige verzekeringen betalen en ons materiaal onderhouden. Onze doelstelling is mensen zo goedkoop mogelijk te laten skiën. Voor 30 euro kan je op onze piste een hele dag skiën, alle kosten, zoals het huren van ski’s, inbegrepen. Op een professionele skipiste in de Alpen betaal je minstens drie keer zoveel.”

Sneeuwkanonnen

De skiclub van Ovifat is de trotse bezitter van de enige twee sneeuwkanonnen in België. “Aan dat dossier heb ik tien jaar gewerkt”, zegt de voorzitter. “Het was een investering van 700.000 euro. Gelukkig subsidieerde het Waals Gewest drie kwart van het bedrag. Als vzw zouden we dat nooit kunnen betalen.”

De sneeuwkanonnen staan er werkloos bij. Pas vanaf -5 graden komen ze in actie en spuwen ze 50 kubieke meter sneeuw per uur op de glooiende hellingen. Het water komt van een natuurlijk waterbekken met een voorraad van 8000 kubieke meter water onder aan de heuvel. “Een sneeuwkanon kost behoorlijk wat geld: 3 tot 5 euro per kubieke meter gesproeide sneeuw. Je moet die sneeuw ook nog behoorlijk ordenen op de piste.” Met wat meer sneeuw en koudere temperaturen, kunnen de sneeuwkanonnen het aantal skidagen verdubbelen. Veel sneeuwdagen heeft de skiclub van Ovifat niet nodig. “Met 10.000 bezoekers per jaar komen we uit onze kosten”, rekent Günther Elsen. “Sinds 1990 hebben we per winter gemiddeld 19 winterdagen waarop skiën mogelijk was.” Als er sneeuw ligt, krijgt de piste van Ovifat 1000 tot 2000 mensen per dag over de vloer. “Ook in de week. Drie kwart van de skiërs zijn Nederlandstalig, van wie ruim twee derde Vlamingen. Een tiende zijn Duitsers, bijvoorbeeld mensen uit Aken.”

De skigebieden hebben dus een heel trouw publiek. Ook de toeristische dienst speelt daarop in. “We weten dat sneeuw heel onregelmatig valt”, benadrukt Claudine Legros, marketingmanager bij de toeristische dienst van de Oostkantons. “We maken daarom nooit pakketten voor sneeuwvakanties. Sneeuw trekt vooral dagtoeristen aan. En zodra er sneeuw ligt, komen die met duizenden. In de week gaat het om autobussen met scholieren. We spelen daar heel sterk op in. We hebben een ‘sneeuwwebsite’: een uitgebreid sneeuwweerbericht, dat we naar allerlei mediakanalen sturen.”

Voor ski-uitbaters in de Oostkantons is een seizoen zonder sneeuw geen ramp: 'We concentreren ons weinig op wintersport'
© Karel Duerinckx

File in de skiwinkel

Het is opvallend rustig in Claessen Sport, een gespecialiseerde winkel voor wintersport op Mont Spinette in Malmedy. Sarah Claessen (39) baat de zaak uit, samen met haar vader Jean-Louis (70). “Wij zijn bijna volledig afhankelijk van de sneeuw”, zegt Sarah Claessen, die in 2005 mee in het familiebedrijf stapte. “De huidige winter ziet er niet goed uit. Dat is nu al het derde jaar op rij met weinig sneeuw. 2016 was een fantastische winter. Zodra er sneeuw ligt, is het file in onze winkel. Klanten schuiven tot buiten aan. Ze willen skimateriaal huren of kopen. Zelfs met vijf dagen sneeuw hebben wij eigenlijk al een geslaagd jaar.”

Naast de winkel begint een langlaufpiste. “De overgrote meerderheid van onze klanten koopt materiaal voor gebruik in onze streek. Slechts een kleine minderheid trekt ermee naar de sneeuwgebieden in het buitenland. Mutsen, wandelschoenen, handschoenen, winterjassen en uiteraard ski’s. Doorgaans kopen onze klanten een paar ski’s voor 200 tot 300 euro.”

De winkel steekt tijdens ons bezoek propvol materiaal. “Zodra er sneeuw ligt, vliegt ons skimateriaal de deur uit”, zegt Sarah Claessen. “We kunnen niet altijd tijdig leveren. Klanten kopen gelukkig ook weinig ski’s via het internet. Een paar ski’s in een pakje van bpost steken is niet zo vanzelfsprekend. Bovendien vraagt het materiaal behoorlijk wat advies en onderhoud.”

KMI meet minder sneeuw in de Oostkantons

Het KMI doet al enkele decennia sneeuwmetingen op Mont Rigi, een heuvel van 680 meter hoog in de buurt van Baraque Michel. “We hebben cijfers sinds de winter van 1975-1976. Het beeld is zeer wisselvallig”, meldt Pascal Mormal, de woordvoerder voor Franstalig België bij het KMI. “In 1979 hadden we 85 dagen sneeuw, in 1989 en 2007 slechts drie dagen sneeuw. Maar gemiddeld waren er van 1970 tot midden jaren tachtig meer sneeuwdagen. In de jaren negentig was er weinig sneeuw. Dat verhoogde opnieuw vanaf 2000. Toch daalt het gemiddeld aantal sneeuwdagen. In de periode 1976 tot 1985 hadden we gemiddeld 57 dagen sneeuw. In de periode 2010 tot 2019 was dat 38 dagen sneeuw.” Ook de gemiddelde hoeveelheid sneeuw daalt: van 54 centimeter in tussen 1976 en 1985, tot 44 centimeter tussen 2010 en 2019.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content