Geen metaalmoeheid

Volgende week woensdag presenteert Fabrimetal zijn jaarverslag. Tegelijkertijd klinkt de directie op de opening van het Diamant-gebouw, sinds enkele maanden de nieuwe thuis van Fabrimetal, zijn gewesten, sectorafdelingen, departementen en studiediensten. Volgt u de rondleiding?

Het Diamant-gebouw aan de Reyerslaan zwemt in het glas en het metaal. Fabrimetal had duidelijk zijn leden in gedachten toen het zijn nieuwe huis concipieerde. De beroepsvereniging, een uitloper van de in 1906 opgerichte Federatie der Constructeurs van België, vertegenwoordigt 1150 bedrijven uit vijf sectoren (zie organigram), samen goed voor 211.000 werknemers en ongeveer een derde van de Belgische export.

Metaal en kunststof (25% van de totale tewerkstelling), machinebouw (21%) en transportmiddelen (27%) zijn het nauwst verwant met het metaal uit Fabrimetals naam, non-ferro (4%) – volledig geïntegreerd sinds 1996 – en vooral informatietechnologie (23%) lijken verder af te staan van de kerngedachte. “Maar dat is schijn,” verzekert gedelegeerd bestuurder Philippe de Buck van Overstraeten. “Wij vertegenwoordigen die sector namelijk al een halve eeuw en maakten elke verandering mee van binnenuit.” Ingrijpende technische evoluties hebben de beroepsfederatie van de metaalverwerkende en elektrotechnischne industrieën door de jaren getekend. Qua standpunten, maar ook organisatorisch. Vóor 1940 telde Fabrimetal veertig personeelsleden, vandaag zijn dat er tweehonderd.

Hun nieuwe thuis

is een U-vormig gebouw in twee verdiepingen, met reusachtige open ruimtes, 10.000 kilometer ISDN-kabels en een supermodern computernetwerk. “De oude gebouwen aan de Lakenweverstraat waren niet meer aangepast aan onze noden. De Diamant Building beantwoordt ook beter aan het progressieve imago dat we als beroepsvereniging nastreven,” vindt directeur-generaal Wilson De Pril van Fabrimetal Vlaanderen, ook verantwoordelijk voor kwaliteitszorg en innovatiebeleid. Hij zorgt er ook voor dat Fabrimetal de methodologie van de European Foundation for Quality Management toepast.

Dat Fabrimetal zijn leden steevast klanten noemt, is mede De Prils werk. De 1100 bedrijven zijn ook de aandeelhouders van de vereniging zonder winstoogmerk (sinds 1946 de juridische vorm van de koepel). “We willen functioneren als een bedrijf,” zegt de Buck van Overstraeten. Desondanks is de structuur van de beroepsvereniging uiterst complex: sectoren, regio’s, gewesten en departementen kronkelen door elkaar en zorgen voor een informatieve kruisbestuiving. “Het gevolg van een gewijzigde staatsstructuur, waardoor wij het antwoord op een vraag vaak op verschillende bestuursniveaus moeten zoeken,” verklaart directeur-generaal Paul Soete.

Belgisch evenwicht

Philippe de Buck van Overstraeten en Paul Soete zetelen met Wilson De Pril en directeur-generaal Maurice Benoit van Fabrimetal Wallonië in de algemene directie. Het managementcomité, dat het dagelijks bestuur waarneemt, bestaat uit de leden van de algemene directie, secretaris-generaal Dominique Michel en directeuren Remi Boelaert, Pierre Diederich en Christian Vanhuffel. De raad van bestuur telt 25 leden – onder wie alle voorzitters van de gewesten en sectoren. Er is een Vlaamse, Waalse en Brusselse directieraad en jaarlijks houdt de beroepsvereniging een algemene vergadering. Daarnaast vergaderen verschillende comités rond thema’s die een specifieke industrietak aanbelangen en telt de vzw ook vijf departementen met elk een thematische bevoegdheid. Eén buigt zich over sociale vraagstukken, een tweede over juridische en fiscale problemen, een derde beheert economische informatie, een vierde regelt de buitenlandse betrekkingen en het vijfde is het technisch departement.

Een statutenwijziging in maart van vorig jaar paste de Fabrimetal-structuur aan het België van na de staatshervorming aan. Net zoals dat in 1979 en 1985 al gebeurde. De nieuwe statuten van 1998 maken dubbelmandaten op bestuursniveau onmogelijk en installeren een onafhankelijk functionerend Vlaams, Waals en Brussels gewest. “Omdat we bijvoorbeeld naar de Vlaamse regering willen kunnen stappen met een Vlaams mandaat,” zegt Philippe de Buck, “niet met een afkooksel van een federaal gestructureerde werkgeversorganisatie.” Dat is nodig, want de drie gewesten werken met verschillende objectieven. “Het gewicht van Vlaanderen is in onze sectoren fors toegenomen,” vindt Wilson De Pril. “De staatshervorming, die leefmilieu, wetenschap en energie, werkgelegenheid, onderwijs en permanente vorming, buitenlandse handel, economie, ruimtelijke ordening, openbare werken, vervoer en mobiliteit naar de gewesten toeschoof, heeft bovendien de polarisatie nog verder uitgediept.”

De hervorming heeft als minpunt de soms Babelse spraakverwarring in de tweetalige Fabrimetal-terminologie, waar het woord regio naar de provinciale structuren en het woord gewest naar de Vlaamse, Waalse of Brusselse afdeling verwijst. Terwijl de twee termen in officiële documenten vaak door elkaar worden gebruikt.

Een glazen huis

Fabrimetal-mensen zijn terzelfder tijd lobbyisten, consultants en wetenschappers. Ze proberen de bedrijven – hun leden – te beschermen en te adviseren, onderhouden diplomatieke en handelsrelaties en ondersteunen technisch onderzoek. “We willen ons graag profileren als een modern dienstverlenend bedrijf,” zegt Philippe de Buck van Overstraeten. “In de eerste plaats behartigen we de collectieve belangen van onze leden,” maar we vertalen dat groepsbelang ook in individuele consulting en doen aan sociale en economische research om onze standpunten sérieux te geven.”

Daarom maakt Fabrimetal zelfs sectoroverschrijdende economische studies – zoals het onderzoek naar de competitiviteit van de Belgische ondernemingen -, spendeerde het miljoenen aan een actie die meer ingenieursstudenten op de universiteits- en hogescholenbanken moest krijgen en trekt het elk jaar in het Scorebord de economische vergelijking tussen België en zijn voornaamste buurlanden (zie Trends van 8 april 1999). De beroepsvereniging begeleidt ook herstructureringen, zit mee aan tafel bij sociale onderhandelingen, voert milieu-audits uit en begeleidt verzoeningen (een wettelijke verplichting trouwens).

In principe wordt de volledige dienstverlening – met uitzondering van studiedagen of zendingen naar het buitenland – gedekt door de jaarlijkse bijdrage van de leden, degressief berekend op basis van de totale loonmassa. Hoe groot dat het budget maakt, is een van de weinige geheimen van het glazen huis aan de Reyerslaan.

Fabrimetal geeft uitgebreide ruchtbaarheid aan al zijn acties, studies en meningen. Ze komen uitgebreid aan bod in FabriForum, het opinieblad van de vereniging, in de inlassing bij Belgian Business & Industrie of in de Memo die naar leden wordt verstuurd. Binnenkort volgen de nieuwe media. Dominique Michel heeft een actieplan in voorbereiding. Zegt Michel: “We zoeken bewust een grotere visibiliteit. Het beïnvloeden van de politieke wereld is een essentieel doel van Fabrimetal. Dat zijn we verplicht aan onze leden, onder wie we veel kleine kmo’s tellen die moeilijk toegang krijgen tot de publieke opinie.”

Fabrimetal is een belangrijke speler in het politieke spel. “Maar geen partij die bij een bepaalde strekking of zuil aanleunt,” verzekert Philippe de Buck van Overstraeten. “Dat kunnen we ons trouwens niet veroorloven. We zijn in de eerste plaats een ledenvereniging, die door haar feitenkennis soms een denktank wordt.”

Opvallend is het acute gebrek aan bedrijfservaring in de top van de beroepsvereniging. Van het vijftal aan de top heeft alleen Dominique Michel – die half januari Catherine Gernay opvolgde – enige bedrijfservaring; hij komt van Tractebel. Philippe de Buck van Overstraeten, Wilson De Pril, Maurice Benoit en Paul Soete zijn allen die hard-Fabrimetal-mensen sinds de schoolbanken. De Buck van Overstraeten: “Misschien toont dat wel aan dat een beroepsvereniging leiden andere kwaliteiten vergt dan een bedrijf besturen. We streven evenwicht na in plaats van individuele winst, we moeten rekenen met onze achterban in plaats van met onze afzetmarkt. Die politieke, economische en sociale vaardigheden liggen anders dan in het echte bedrijfsleven. Onze Nederlandse collega’s, die traditioneel wel een bedrijfsleider aan de top hadden, stappen daar trouwens nu van af.” Al verzekert de Buck dat het ontbreken van bedrijfservaring in de Fabrimetal-top een toeval is, niet het gevolg van een bewuste keuze. “En het hoeft niet per se een nadeel te zijn,” vindt Paul Soete. “Door de nauwe samenwerking met de leden en de brede kijk die zich over verschillende sectoren uitstrekt, hebben we toch een uitstekende voeling met de zakenwereld.”

FRANK DEMETS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content