Geen gouden zeepbel

Edelmetalen zijn sinds 2009 aan een opmars bezig. Toch is de huidige situatie niet goudvriendelijk. Goud biedt namelijk traditioneel bescherming tegen geldontwaarding of inflatiedruk. Vandaag neigt de economie echter naar deflatie. Toch is goud geen nieuwe zeepbel.

Ons huidige geldsysteem is een fiatsysteem. Dat is een systeem dat gebaseerd is op vertrouwen en volledig in de handen is van de overheid en de centrale banken. Het zijn vooral de aanhangers van de Oostenrijkse school die daar het meest kritiek op uiten. Zij beschouwen de pogingen van centrale banken om de markteconomie te beïnvloeden via een actief monetair beleid als “ineffectief en schadelijk”.

Christof Govaerts, wealth manager bij Econopolis: “Centraal in hun analyse staan de begrippen geldvoorraadgroei – als enige juiste proxi voor inflatie – en de kredietcyclus als cruciaal element voor de conjunctuurcyclus. Centrale banken zijn geneigd om via te lage rentevoeten over een te lange periode onhoudbare kredietcycli te genereren. Dat leidt dan tot een te lage spaargraad, activaprijsinflatie en een foute allocatie van investeringen, en finaal tot het uiteenspatten van de zeepbel. Hun verlangen naar een goudstandaard is gebaseerd op het feit dat dit de enige manier is om geldontwaarding te voorkomen. In die zin is geldcreatie nog steeds mogelijk, op voorwaarde dat er goudcreatie tegenover staat. Zelfs Alan Greenspan ‘de jonge’ (1966) was een sterk voorstander van een goudstandaard als de unieke beschermer van eigendomsrechten.

CASH. Hebben de aanhangers van de Oostenrijkse school gelijk?

CHRISTOF GOVAERTS. Teruggekoppeld naar vandaag is de huidige crisis voor Oostenrijkadepten het ultieme bewijs van hun gelijk. Zij zien trouwens in de recente acties van centrale banken wereldwijd – met de Amerikaanse centrale bank (Fed) op kop – het einde zeer dichtbij komen. Bernanke zei zelf letterlijk in de veelbesproken speech van 21 november 2002: “Zoals goud heeft de dollar slechts waarde in die mate dat het aanbod beperkt blijft. Maar de Amerikaanse overheid heeft een technologie ter beschikking, genaamd de geldpers of het elektronische equivalent daarvan. Dat laat ons toe om zoveel mogelijk dollars als gewenst te drukken aan quasi zero kost. Onder het papieren fiatsysteem kan een overtuigde centrale bank steeds aanzetten tot hogere uitgaven en aldus inflatie.”

Heeft de techniek van quantitative easing succes gehad?

GOVAERTS. Tot op heden is Bernanke nog niet geslaagd in zijn tweede opzet. Het massale kwantitatieve versoepelingsbeleid heeft de balans van de Fed opgeblazen tot 2300 miljard dollar, maar het geld is via de banken nog niet naar de privésector gekanaliseerd. Voorlopig houdt Bernanke het daarbij, maar interne nota’s van de Fed maken gewag van 5000 miljard dollar als opperste limiet in het kader van kwantitatieve versoepeling. Ze hebben dus nog beweegruimte en als het van economen zoals Paul Krugman afhangt, moeten zowel de Fed als de Amerikaanse begroting nog een tandje bijsteken. Deze administratie heeft echter al een gigantische inspanning geleverd, en niet het minst op het niveau van de begroting. Sinds de start van de crisis is de openbare schuld toegenomen van ruwweg 9500 miljard dollar tot 13.000 miljard dollar. Dat moet uiteraard gefinancierd worden door het buitenland.

Zo kom je toch tot de nucleaire optie?

GOVAERTS. Het lijkt erop dat enkele centrale banken van opkomende landen dat met het nodige wantrouwen aanschouwen. Sinds enkele maanden zijn zij zeer actief geweest in het verminderen van hun positie in Amerikaans schuldpapier. Het betreft vooral China (van 950 miljard dollar naar 900 miljard dollar) en Rusland (van 150 miljard naar 100 miljard dollar). Tegelijkertijd bouwden die landen gestaag hun goudreserve op, met Rusland als grootste opkoper van dienst. China zit werkelijk gekneld door de aanhoudende druk om zijn munt te laten appreciëren en het feit dat de relatieve blootstelling aan Amerikaans schuldpapier aanzienlijk is (36 % ten opzichte van de totale deviezenreserves). Er werd naar kwantitatieve versoepeling verwezen als de ‘nucleaire optie’. Het feit dat China eventueel schuld ruilt voor goud, is de schaduwzijde. De Russische relatieve blootstelling aan Amerikaans schuldpapier bedraagt 18 %. India deed vorig jaar zijn duit in het zakje met een aanschaf van 200 ton goud. Saudi-Arabië ten slotte heeft recent aangekondigd dat het zijn goudreserves heeft opgekrikt van 143 ton naar 323 ton. Dat verklaart voor een deel dat de centrale banken via goudaankopen verder diversifiëren, in zekere zin hun positie in dollar afdekken en zich misschien wapenen tegen een wereld – nog niet voor morgen – waarin de dollar niet langer de hegemonie heeft als reservemunt. Uit de tabel blijkt dat bepaalde opkomende landen nog over voldoende diversificatieruimte beschikken.

Is goud de nieuwe zeepbel?

GOVAERTS. Er zijn meerdere manieren om ‘papieren’ waarde te vergelijken met goud. Indien we naar de historische evolutie kijken van de verhouding Dow-Jones/goud (of S&P 500/goud), dan is goud niet overgewaardeerd. Laten we eens kijken naar de laatste echte goudhype, die dateert van begin jaren 80. De goudprijs piekte in januari 1980 even op 850 dollar. De gemiddelde prijs bereikte daarna een niveau van 615 dollar. Indien we die maatstaven corrigeren met een relatieve inflatie-index, dan bekomen we 2365 dollar en 1711 dollar als huidig hypeniveau. In vergelijking met de huidige goudprijs van ongeveer 1200 dollar, is er dus nog geen sprake van goudkoorts. (C)

Door Eric Pompen

“Als we kijken naar de historische evolutie van de verhouding Dow-Jones/goud, dan is goud niet overgewaardeerd.” Christof Govaerts, Econopolis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content