Geen Franse eed voor Docpharma

De Fransman Vincent Bouldoires heeft sinds eind vorig jaar de handen vol met het herstellen van het vertrouwen van de werknemers van Docpharma. De Leuvense producent van generische geneesmiddelen kwijnde weg, maar Bouldoires belooft opnieuw de hemel. En dat is geen Franse eed.

Docpharma telde in zijn hoogdagen 250 werknemers maar werd de voorbije jaren fors afgeslankt. Het personeel vreesde dat het einde nabij was, vooral toen Docpharma vorig jaar een tijdlang op de verkooplijst van zijn Indiase eigenaar Matrix Labs stond. Maar Mylan, de Amerikaanse eigenaar van Matrix, veranderde het geweer van schouder, en koos voor het behoud van zijn Leuvense dochter. De oprichters en sterkhouders van Docpharma, Leon Van Rompay en diens zoon Stijn, werden wel netjes op een zijspoor gezet. Vader Leon is al geruime tijd weg uit het bedrijf, terwijl Stijn nog tot eind dit jaar consultant kan blijven.

De morele schade bij de overgebleven werknemers van Docpharma was wel aanzienlijk. De 41-jarige Fransman Bouldoires moest zich daarom sinds zijn komst eind vorig jaar dubbel plooien om het moreel van de troepen op te krikken. “Ik heb het volste begrip voor hun ongerustheid, vooral als je ziet waar ze het jongste jaar doorheen moesten”, zegt Bouldoires, die ook heel wat structureel puin heeft geruimd. Eerder dit jaar ontbond hij vier werkloze dochtervennootschappen, en loodste hij Docpharma eindelijk binnen bij de beroepsvereniging Febelgen. Docpharma was als enige van alle producenten in België nog niet toegetreden tot de nationale sectorfederatie. Een oud conflict tussen Leon Van Rompay en de voorloper van Febelgen had daar altijd een stokje voor gestoken.

Docpharma zit intussen opnieuw in de lift en telt weer bijna 200 werknemers, van wie ruim de helft bij het Belgische dochterbedrijf Hospithera, de in 2004 overgenomen verdeler van medische uitrusting. “Het grootste probleem is het motiveren van de mensen en hun vertrouwen herstellen. Er heerste hier een zeker wantrouwen en een zekere terneergeslagenheid”, zegt Bouldoires. “In een tweede fase wil ik Docpharma weer ambitieus maken, werken op de productenportefeuille én de commerciële relaties met de klanten heropbouwen. Dat wordt een werk van lange adem, waarvan we de vruchten pas vanaf volgend jaar kunnen plukken. Dit jaar is nog een overgangsjaar.”

Eén bedrijf, twee merken

Bouldoires, die in de buurt van de Zuid-Franse stad Toulouse opgroeide, heeft begrip voor het wantrouwen van toen hij zijn opwachting maakte bij Docpharma. Nogal wat personeelsleden vreesden de komst van een terminator. “Klopt”, lacht Bouldoires. “Maar dat is helemaal niet het geval. Ik twijfel niet aan onze toekomst op de Belgische markt. Er wordt totaal niet gedacht aan een verlaging van het aantal werknemers.”

Dat Mylan ook eigenaar is van het Duitse Merck Generics wakkerde die ongerustheid alleen maar aan. Vooral ook omdat Merck Generics België, dat werd omgedoopt tot Mylan België, een pak groter is dan Docpharma. In verkochte verpakkingen heeft Mylan een marktaandeel van 10,7 procent, tegen 7,2 procent voor Docpharma. Mylan is met 18,3 procent van de sectoromzet het nummer twee in België, terwijl Docpharma met 6,4 procent op ruime afstand nummer vier is. “Dat moet dus hoger”, zegt Bouldoires, die goed weet dat Docpharma niet zo lang geleden veel sterker stond. In zijn hoogdagen, in 2003, had Docpharma op basis van het aantal verkochte verpakkingen een marktaandeel van 19 procent, en volgens omzet 17 procent.

Cruciaal voor de toekomst is de aanvoer van nieuwe producten. Moederbedrijf Mylan staat daarvoor garant, zegt Bouldoires. Docpharma, dat geen eigen O&O- of productievestigingen heeft in ons land, kan voortaan terugvallen op de productiecapaciteit en productontwikkelingen van een van de drie grootste spelers van de wereld in generische geneesmiddelen. De producten van Docpharma worden grotendeels in Europa gemaakt, onder meer in Nederland en Spanje. Maar intussen worden ook de sites van Matrix in India, Mylan in de VS en van Merck Generics in Spanje ingeschakeld.

Mylan lanceerde vorige week een gemeenschappelijke management-structuur voor de beide merken in België: Docpharma en Mylan. Bouldoires, die het gezamenlijke management zal leiden, benadrukt dat Docpharma een eigen koers mag blijven varen. “Mijn missie is heel duidelijk: ik heb de taak meegekregen om het merk en het bedrijf Docpharma te ontwikkelen.” Docpharma mag zich echter niet buiten de Benelux begeven. Nederland wordt bewerkt via de lokale dochter Apothecon.

In België worden Docpharma en Mylan als aparte merken gepositioneerd. Mylan weet dat het interessant kan zijn om in sommige landen twee merken te hebben. “Zeker in een markt als de Belgische, die verre van optimaal ontwikkeld is voor generieken”, klinkt het. Ook voor Frankrijk heeft Mylan een dubbelmerkstrategie.

België is Frankrijk niet

Het grootste verschil met de Franse markt ziet Bouldoires in het zogenaamde substitutierecht, dat al tien jaar geleden werd ingevoerd door de Franse overheid om het gebruik van generische geneesmiddelen te bevorderen. Het staat apothekers toe een door de huisarts voorgeschreven specialiteit te vervangen door een goedkoper alternatief. De invoering van het substitutierecht deed de verkoop van ‘generieken’ exploderen.

Alvorens in de Franse farmasector te duiken, werkte Bouldoires na zijn master in economie en gezondheidsmarketing eerst enkele maanden als apotheker op het Afrikaanse eiland La Réunion. Voordien was hij aan de slag bij Bayer Classics (de Franse genericadochter van Bayer die in 2002 werd gekocht door het Israëlische Teva), Ivax en Teva. Bij dat laatste, een van de grootste spelers in de generiekensector, was hij een kleine twee jaar verantwoordelijk voor de strategie in een tiental Europese landen, inclusief België. Zijn recentste baan voor de overstap naar Docpharma was bij Alliance Healthcare, de op een na grootste verdeler van farmaproducten van Frankrijk. Daar was hij verantwoordelijk voor de relaties met leveranciers en de farmaceutische labo’s.

Dat hij een grote markt als Frankrijk inruilt voor een speler die voor een stuk ontmanteld werd en zich opnieuw moet bewijzen, ziet hij niet als een stap terug. “Daarvoor is dit te opwindend”, zegt Bouldoires, die zich vooral via Stijn Van Rompay snel heeft kunnen inwerken in België. “Mijn netwerk was hier natuurlijk veel te beperkt, maar we hebben de eerste maanden samen de toer gedaan van de voornaamste actoren. Nu zien we elkaar minder, maar toch nog regelmatig”, aldus Bouldoires, die het lidmaatschap van Febelgen als het voorlopige hoogtepunt van zijn verblijf in België ziet. “Het maakt meteen aan iedereen duidelijk dat we niet in onze hoek willen blijven zitten.”

Bouldoires, die nu in Brussel woont, maakt tot nader order veelvuldig gebruik van de Thalys-hogesnelheidstreinverbinding tussen Brussel en Parijs. Hij overweegt zelfs te blijven pendelen en zijn gezin in Parijs te laten. “Die reis gaat zo vlot dat ik niet zeker ben dat ik mijn kinderen vaker zou zien als ik ze hier in België bij mij heb”, zegt de vader van zonen van 9, 6 en 3. “Gisterenavond ging ik naar Parijs en deze morgen was ik hier kort na 9 uur. Je kunt met de trein kort voor het vertrek aankomen, een krant lezen, een hapje eten. Je hebt internetaansluiting en je kan wat werken, en voor je het weet ben je er. Formidabel”, zegt Bouldoires, die stoom aflaat door ‘s avonds regelmatig een tiental kilometer te joggen in het Brusselse Jubelpark.

Door Bert Lauwers/Foto’s Michel Wiegandt

In België worden Docpharma en Mylan als aparte merken gepositioneerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content