Geef me bedenktijd

Rustperiodes inbouwen tijdens het jaar? Het is een zalige gedachte, maar in de praktijk wordt het steeds hectischer. Zelfs in de vakantiemaanden.

Indertijd had IBM iemand aangetrokken die alleen maar moest nadenken over de toekomst. Ik zie het beeld nog voor me – althans, dat denk ik. De man zat onder een boom, deed schijnbaar niets en werd ook nog goed betaald.

Zalig moet het zijn. Want het wordt in de Europese hoofdstad met de dag gekker. Normaal wordt het in Brussel in augustus relatief rustig, want dan zitten de welstellende eurocraten op een hoopje in Toscane. Maar nu rollen er nog dagelijks richtlijnen, verordeningen en aanbevelingen van de persen alsof september al helemaal volgeboekt is. Het college van commissarissen hoeft daarvoor niet eens meer samen te komen. In de zomermaanden is de schriftelijke procedure immers erg in trek. ‘s Morgens even de draagbare computer opstarten, inloggen en snel een nieuw reglement elektronisch goedkeuren. De journalisten en de websitestoffeerders van de Europese Commissie zorgen er wel voor dat het nieuws verspreid wordt. Eerst het persbericht en dan toch even wachten op een volledige tekst. Zo wordt de spanning erin gehouden.

Werk voor niets. En daar sta je dan aan de andere kant van de lijn. De fax of de e-mail loopt binnen, en je moet het nieuws verwerken in een voor je bedrijf verstaanbare tekst. En liefst op één scherm of maximaal één paginaatje. Als je écht pech heb, krijg je na al je inspanningen een hoop out of office replies binnen. Je had je bericht net zo goed nog enkele weken kunnen laten liggen. En het betekent ook dat je iemand die de zaak tijdelijk overneemt, meer dan de gebruikelijke uitleg moet geven over het belang van je nota. Want je collega’s zitten echt niet op je bericht te wachten. Die hebben zo al genoeg om handen, en willen eigenlijk alleen weten of ze het in de wachtmap mogen dumpen tot de vakantieganger terug is. Europese voorstellen pingpongen een behoorlijke tijd tussen het Parlement en de Raad van Ministers, dus ‘onmiddellijke actie’ is een rekbaar begrip. Conclusie: je had inderdaag kunnen wachten tot na je vakantie. Maar dat doe je niet, omdat je terugkeermap anders te dik wordt.

Het hele proces van regelgeving vreet ook aan je mentale weerbaarheid. Je gaat ervan uit dat je al die vergaderingen, ontmoetingen met ambtenaren en politici belegt om de wetgeving te schaven, bij te sturen, te verbeteren. Natuurlijk met het belang van de onderneming voor ogen, maar daarom niet blind voor het maatschappelijk belang en doof voor de standpunten van andersdenkenden. Met de druk op de resultaten word je misschien iets halsstarriger. Je wordt minder toegeeflijk op maatregelen die je op termijn tot dingen verplichten waarvan je nu niet weet of ze realiseerbaar zijn. Tenslotte heeft je onderneming te goeder trouw de principes van corporate social responsibility (CSR) onderschreven, en wil ze die ook met overtuiging naleven. Alleen krijg je soms de indruk dat de ondernemingen nagenoeg alleen staan in de verdediging van de drie pijlers van CSR: het economische belang, het sociale belang, en de zorg voor het milieu. De vertegenwoordigers van de civiele maatschappij houden het – afhankelijk van de aard van hun organisatie – vaak op één aspect. En meestal is dat niet het economische.

Niet dat ik iets heb tegen de vertegenwoordigers van de burger. Alleen is het me niet zo duidelijk waarom ze door de politieke partijen zo tegen de borst worden gedrukt als de sterkhouders van de democratie. De partijen hebben jarenlang moeite gedaan om zich van de strakke relaties met vakbonden, ziekenfondsen, boeren- en andere bonden te ontdoen, en nu lopen ze plots hoog op met die andere niet-gouvernementele organisaties (NGO’s). Waar ligt het verschil, tenzij dat de organisaties die in ongenade zijn gevallen wél min of meer betrouwbare ledenlijsten hadden, en de huidige lichting minder of geen.

Is dit een onterechte bemerking? Ja en nee. Van sommige burgergroepen denk ik dat ze niet méér democratische stem hebben dan de groep waarmee wij ‘s zondags in het café de kleine en grote politiek, naast het voetbal en de lokale gebeurtenissen, bespreken. Zijn er duidelijke criteria die hun legitimiteit vastleggen? Want dat is niet zonder belang, aangezien NGO’s in een aantal reglementen een toetsingsfunctie toegewezen krijgen. Politici moeten er toch voor zorgen dat ze zichzelf niet helemaal buitenspel zetten. Want als ze toch niet in staat zijn om het contact met de burger te herstellen, en de rest van het werk overlaten aan de vertegenwoordigers van de civiele maatschappij, wordt hun rol wel echt beperkt.

Zoek een boom. Om het verlangen naar rust en bedenktijd nog aan te wakkeren hebben de auditors in de voorbije weken ook nog een tandje bijgestoken met vragen naar precieze juridische en financiële verantwoordelijkheden. Door de recente schandalen in de Verenigde Staten zijn deze van nature voorzichtige jongens extra op hun hoede. Wat vroeger geen punt was, is nu een groot probleem. En ook daar moet je rekening mee houden, net voor de gebouwen van de Europese Commissie en de kantoren van de lobbyisten in Brussel leeglopen. Het voordeel voor de andere burgers is dat de vlotte toegang tot de stad nog een maand lang gegarandeerd is. Daarna begint het weer, met frisse moed na een korte periode van herbronning. Ik ga alvast de schaduw van een boom opzoeken!

Huib Crauwels [{ssquf}]

De auteur is sinds 1990 European Affairs Officer bij een multinational en was voordien actief in de pers- en de financiële wereld.

Door de komst van het internet achtervolgt je werk je overal. Ook tijdens de vakantieperiode.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content