Gamen voor het klimaat

Een serieondernemer, een sustainabilitystrateeg en een extended-reality-expert wandelen door het Zoniënwoud. Het is niet het begin van een flauwe mop, wel dat van PLANET.Y, een onlinegame waarvan het einddoel is onze ecologische voetafdruk te verminderen.

Wat maakt PLANET.Y? “Een videogame met een echte ecologische impact op de echte wereld”, vat Cedric Brusselmans het idee achter PLANET.Y samen. Tijdens die wandeling in tijden van covidstilstand bedacht de ondernemer samen met Cederik Haverbeke, die eerder al zijn strepen had verdiend als CTO van de VR-pretparkenketen The Park, en Arne De Vet, een organisatieconsultant die van duurzaamheid een speerpunt maakte in zijn activiteiten, het idee dat uiteindelijk tot de mobiele videogame zou leiden.

Hoe werkt het? De app van PLANET.Y geeft toegang tot een gamewereld waarop twee spelervaringen mogelijk zijn: een eenvoudig behendigheidsspelletje waarin het groen van de wereld moet worden beschermd tegen aanstormende exploitatiekrachten (zoals houthakkers, in de alfaversie van de game), en een managementgame à la Farmville. Door daarin te scoren verdienen spelers carbon points, die worden omgezet in echt geld. Dat idee is niet nieuw – gamers noemen het play-to-earn – maar de speler zelf strijkt het geld niet op. Het komt bij ngo’s terecht die bezig zijn met klimaatverandering en biodiversiteit. PLANET.Y heeft al banden gesmeed met zes ngo’s.

Hoe zit het verdienmodel in elkaar? Het bedrijf heeft de eerste contacten gelegd met partijen die aan de inkomstenkant van het verdienmodel komen te staan. Dat zijn bedrijven die hun eigen ervaringen in de spelwereld kunnen neerplanten. “We werken alleen met purpose-driven brands“, zegt De Vet. “Vanzelfsprekend zullen we zeer beducht zijn voor greenwashing door merken met een slecht palmares in duurzaamheid.” Ook in de miniemste details van dat model is PLANET.Y gericht op ecologische opbrengst. “Zelfs het energieverbruik van de smartphone tijdens het spelen van PLANET.Y berekenden we tot op de microgram CO2 per kubieke meter”, zegt Haverbeke. “En dat wordt verrekend.”