Franki goes to Flanders, deel twee

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

In 1989 nam Johan De Muynck (Groep Van Roey) Franki over. Negen jaar lang beet de ex-VEV-voorzitter zijn tanden stuk op de revitalisering van de internationale groep uit Luik. Vandaag neemt Van Poppel Franki over van De Muynck. Of tenminste, wat er nog rest van het bedrijf. Een herhaling van de geschiedenis?

Woensdag 9 september. Zeventien uur. Johan Willemen, de kersverse eigenaar van de afdeling burgerlijke bouwkunde van Franki, houdt zijn maidenspeech voor het personeel in Luik en maakt de naam bekend van zijn nieuwe boreling: Franki Construct. “Sommige ondernemers maken hun ambitie waar door hun bedrijf elk jaar in hun segment verder te laten groeien,” stelt Willemen. “In de verzadigde bouwsector van ons land, waar de marges bijzonder laag liggen en de concurrentie scherp is, kan dat niet zonder marktaandeel in te pikken van collega’s. Deze aanpak zint mij niet.”

De gedelegeerd bestuurder van Van Poppel – een middelgrote bouwonderneming uit Mechelen met een omzet van 2,5 miljard frank (1997) en 224 medewerkers – kiest veeleer voor de stapsgewijze uitbreiding in complementaire activiteiten. Na het optarten van het betonbedrijf Betca in 1978 kocht Willemen twee jaar geleden Ergon – marktleider in spanbeton – van de Finse groep Partek. Vandaag breidt hij zijn imperium uit met de burgerlijke bouwkunde van Franki, net negen jaar en één maand nadat ex-VEV-voorzitter Johan De Muynck van de Groep Van Roey uit Rijkevorsel het Waalse wereldbedrijf inpalmde. Trends blokletterde toen: Franki goes to Flanders (zie Trends van 24 augustus 1989). Deze maand start het tweede deel van deze thriller.

Willemen: “De strategie stond al lang vast, maar de beslissing was een ingeving van het moment. Toen ik eind juni las dat het bedrijf te koop stond, heb ik onmiddellijk contact gezocht met de curatoren. De afdeling burgerlijke bouwkunde beschikt over een internationale reputatie, een mooi orderboek en goede vaklui. Samen met mijn adviseur Gust Herrewijn van Ernst & Young stelde ik een overnameschema op. Tot onze grote verrassing hapte de handelsrechtbank toe.”

Koopje van het jaar

Eind augustus kwamen beide partijen tot een princiepsakkoord. De gedelegeerd bestuurder van Van Poppel voor wie de zomer wel hectisch genoeg geweest was, trok zoals al lang gepland was, naar de Italiaanse Alpen voor een wandeltocht. De officiële ondertekening werd uitgesteld. Tot ná zijn terugkeer.

Maar één van de commissarissen gooide roet in het eten en lekte het nieuws vroegtijdig in de pers. Willemen was niet bereikbaar, hij vertoefde nog steeds in de Alpen met zijn rugzak. Commentaar geven kon hij niet. “Mijn vrouw, Nicole Van Gindertaelen, sinds enkele maanden commercieel verantwoordelijke bij Van Poppel, was op post en wist de storm op te vangen. Achteraf gezien een geluk bij een ongeluk. Zo kan ik me nu onmiddellijk concentreren op het uitwerken van de operatie.”

Na zijn uitstap plaatste Willemen zijn handtekening onder het ‘koopje van het jaar’. In ruil voor 200 miljoen frank aan financiële waarborgen en één symbolische frank – “die kreeg ik dan nog van mijn advocaat ook”, lacht hij – werd de voorzitter van de Kamer van Koophandel, afdeling Mechelen, de trotse eigenaar van Franki. Of tenminste, van wat er nog van rest. Het betreft de activa (een orderportefeuille van 4,2 miljard frank) en de passiva (300 werknemers). Ook hebben de schuldeisers zich bereid verklaard de helft van hun rechten af te staan ( nvdr – de totale schuldenlast van de groep bedroeg eind vorig jaar 1,4 miljard frank). Willemen: “Onze situatie ziet er niet slecht uit. Op de balans van de burgerlijke bouw staan 290 miljoen frank schulden aan de leveranciers tegenover 371 miljoen frank klantenvorderingen en voorraden. Ook dekken de vorderingen (501 miljoen frank) de schulden op korte termijn (360 miljoen frank).”

Maar de gedelegeerd bestuurder van Van Poppel zal nog een aantal venture capitalists over de drempel moeten halen, om het bedrijfskapitaal op te trekken. Namen of bedragen zijn nog niet bekend. Naar verluidt polst Willemen bij een buitenlandse bank, maar namen of bedragen geeft hij voorlopig niet prijs. Net als vele collega’s kampt de entrepreneur met het conservatisme van de financiële instellingen in België, die vaak liever geld verdienen aan de warme lucht op de beurs dan risicovol maar renderend ondernemerschap stimuleren.

Synergieën tot stand brengen

Synergie is het sleutelwoord, zegt Willemen: “Van in het begin – de eerste activiteiten van Van Poppel dateren al uit 1776 – richtte de Mechelse aannemer zich op de bouw van woningen, kantoren en fabriekshallen. Toen ik in 1972 bij mijn vader in dienst trad ( nvdr – als schoonzoon van de voormalige eigenaar Alfons Van Poppel leidde Paul Willemen het familiebedrijf van 1950 tot 1996), legde ik mij toe op de industriële bouw. Zes jaar later startte ik samen met mijn vader en een vriend des huizes – Francis Van Campenhout – een fabriek van prefabbeton op: Betca in Rumst (brutomarge van 43 miljoen frank met 23 medewerkers).”

Willemen gelooft – ook nu nog – zeer sterk in de toekomst van prefabbeton: “In de bouw zijn er twee factoren, die een aannemer niet in de hand heeft. Enerzijds het rendement van de arbeiders en anderzijds de timing. Bij prefab krijg je wel controle over die onzekere factoren. De prijs staat van tevoren vast en je kan zeker zijn van de kwaliteit, omdat de onderdelen in gecontroleerde omstandigheden (binnen) geproduceerd worden.”

Precies deze redenering was ook de aanleiding voor Willemen om twee jaar geleden in persoonlijke naam het Lierse Ergon, dat gespecialiseerd is in spanbeton, van Partek over te nemen. Willemen: “Ook daar speelde toeval een grote rol. Ik was aanwezig op de begrafenis van Herman Degans, wijlen de baas van Partek Ergon, en zag er een vroegere vriend, Victor Frans, gedelegeerd bestuurder van Inter-Minerals. We stelden ons de vraag wie de flamboyante Lierenaar zou opvolgen. En toen bleek dat de Finnen geen geschikte opvolger vonden, pakten wij onze koffers naar Helsinki. Op een avond tijd was de zaak rond, onder meer dankzij de financiële steun van de Vlaamse Investeringsvennootschap (VIV), de risicokapitaalverstrekker van de Generale Bank.”

Als laatste in de rij

zouden nu ook de activiteiten van Franki (aanleg van tunnels en wegen) complementair zijn met die van Van Poppel (woning en industriële bouw) en Ergon (beton). Maar de integratie van de drie takken zal nog een zware dobber worden.

Daar kan Johan De Muynck, gedelegeerd bestuurder van de Kempense bouwgroep Van Roey, wel van meespreken. Bijna één decennium lang beet deze ex-voorzitter van het Vlaams Economisch Verbond (VEV) zijn tanden stuk op de voormalige parel van de Generale Maatschappij. Hij slaagde er echter nooit echt in de Waalse gigant uit de rode cijfers te trekken.

Zo moest Franki vorig jaar met 3000 medewerkers wereldwijd nog een verlies slikken van 1,79 miljard frank op een totale omzet van zo’n 10 miljard frank. Dat gaf het concern een negatieve waarde van 1,15 miljard frank. De indicatieve koers zakte als een pudding in elkaar naar een historisch dieptepunt van één frank per aandeel. Aangezien De Muynck geen valabele partners vond, zag hij zich genoodzaakt begin februari 1998 een gerechtelijk akkoord aan te vragen.

Daarna werden stap-voor-stap de grond- en funderingsactiviteiten afgestoten. Restte alleen nog de afdeling burgerlijke bouwkunde – aanleg van bruggen, tunnels en waterbouw – die zich tijdens het zinken van het schip op peil kon blijven houden.

Het verschil

Uiteindelijk dook opnieuw een Vlaming, negen jaar na De Muynck, als reddende engel op: Johan Willemen. De gelijkenissen met zijn illustere voorganger bij Franki zijn treffend – althans op het eerste gezicht. Beide managers bouwden een familiaal bouwbedrijf – respectievelijk Van Roey (Rijkevorsel) en Van Poppel (Mechelen) – uit tot bloeiende groepen van middelgroot formaat met een omzet van 2,3 en 2,5 miljard frank op het ogenblik van de respectieve overnames. Beide Vlaamse vechtjassen zijn ambitieus, koppig en flamboyant. Maar bovenal zijn het ondernemers in hart en nieren, die risico’s durven te nemen. De vraag rijst: wat heeft de gedelegeerd bestuurder van Van Poppel meer in zijn mars dan zijn collega bij Van Roey?

Willemen (lichtjes geïrriteerd): “Vandaag liggen de kaarten anders. De Muynck erfde een reus op lemen voeten, namelijk een beursgenoteerd bedrijf met een geconsolideerde omzet van 15 miljard frank en een wereldwijd netwerk van filialen. Het rechttrekken van zo’n mastodont met vastgeroeste structuren was een onmogelijke opdracht. Bovendien speelde de internationale conjunctuur in zijn nadeel. Begin jaren tachtig zat de sector in een diepe crisis. Ook had de gedelegeerd bestuurder van Van Roey af te rekenen met torenhoge inflaties tot 1000% in bij voorbeeld Brazilië.”

“Vandaag ligt het anders. Ik neem slechts één afdeling van Franki over, de burgerlijke bouwkunde, die altijd goede resultaten heeft geboekt. De verdienste van De Muynck is dat hij de groep heeft kunnen opsplitsen in meer beheersbare business-units. Daar pluk ik nu de vruchten van. Bovendien blijf ik bij m’n leest. Als gedelegeerd bestuurder van Van Poppel ken ik de Belgische markt. Alle contracten van Franki Willemen – waarvan de omvang van dezelfde grootorde is als Van Poppel ( nvdr – een omzet van 2,5 miljard frank in 1997) – worden opgesteld in onze nationale munt. Ook leunen de infrastructuurwerken nauw aan bij mijn huidige activiteiten in de utiliteitsbouw en betonfabricatie. Ze zijn als het ware complementair.

Ten slotte geloof ik rotsvast in een heropleving van de nationale structuurwerken. Vandaag dragen we de gevolgen van jarenlange besparingen in dit segment. Kijk maar naar de dagelijkse files op de weg. Als we niet oppassen, slibt de hele Antwerpse haven dicht en verdwijnt het hart van onze economie. Daar moet de overheid dringend iets aan doen. België kan niet blijven achterophinken ten opzichte van de buurlanden. Als je bedenkt dat Nederland alleen al 180 miljard frank investeert in de aanleg van de Betuwelijn… Dat is bijna het dubbele van ons hele budget.

Gelukkig komt daar nu – vooral in Vlaanderen – enige verandering in. Zo heeft de ploeg van minister-president Luc Van den Brande (CVP) begin dit jaar beslist vier miljard frank extra uit de begroting te reserveren voor infrastructuurwerken (zie Trends, 26 februari 1998). Ooit zal er een einde komen aan de magere jaren. Dat is nu eenmaal inherent aan de cyclische beweging van de economie. Nu al merk ik dat de bouw opnieuw aanzwengelt.”

ERIC POMPEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content