Fouten vermijden voor beginners

Mensen hebben hun gebreken, ook beleggers. Inzicht in de fouten die beleggers telkens opnieuw maken, kan helpen om een betere belegger te worden.

Financiële beslissingen nemen op basis van emoties, het kan de besten overkomen. Elke belegger hapt naar adem als een aandeel in zijn portefeuille plots 10 procent in waarde is gezakt. De eerste — begrijpelijke — reactie is het aandeel te verkopen. Maar het is belangrijk niet overhaast te beslissen, en na te denken over wat er is gebeurd. Er zal ongetwijfeld een reden zijn voor de koersdaling. Misschien maakte de onderneming zwakke kwartaalresultaten bekend, of loopt de lancering van een nieuw product niet zoals gewenst. Zijn de resultaten werkelijk zo slecht, of waren de verwachtingen gewoon te hooggespannen? Is er sprake van een tijdelijke zwakte, of zit er iets structureels fout? Het is raadzaam een aandeel alleen te verkopen als dat rationeel de beste optie is. Beleggers laten zich door hun emoties meeslepen in de euforie of de paniek van anderen. Iedereen beseft eigenlijk wel dat je aandelen moet kopen als ze goedkoop zijn en dat je ze moet verkopen als ze duur zijn. Maar in werkelijkheid voelen we de drang om te verkopen als de markten zakken — en aandelen dus goedkoper worden — uit angst dat we nog meer geld verliezen. En zijn we geneigd pas opnieuw aandelen te kopen nadat de beurzen sterk zijn gestegen en we gerustgesteld zijn dat alles goed komt. Door onze emoties doen we dus het omgekeerde van wat we zouden moeten doen (zie infografiek De ups en downs van de aandelenbelegger).

De keerzijde van zelfvertrouwen

Zelfvertrouwen kan een slechte raadgever zijn. Beleggers die zelfverzekerd zijn, nemen steeds grotere risico’s. Stel dat een belegger een klein bedrag heeft geïnvesteerd in een aandeel, dat daarna 50 procent in waarde stijgt. Zo’n succes kan hem ertoe aanzetten de volgende keer net iets meer in een nieuw aandeel te stoppen, en daarna nog meer, tot een slechte belegging met een groot bedrag alle vorige winsten wegveegt. Dat is het onvermijdelijke lot van gokkers en speculanten, en jammer genoeg ook van onervaren beleggers. Hoe groter het zelfvertrouwen van een belegger is, hoe groter de verleiding wordt om de basisregels van het beleggen — zoals diversificatie — in de wind te slaan.

De financiële markten hebben een kort geheugen. Nauwelijks zes jaar na de financiële crisis staan aandelen opnieuw op een recordniveau en lijkt alles in orde. De bedrijfswinsten zitten al jaren in de lift en staan op een abnormaal hoog niveau. Beleggers lijken te denken dat die trend zal doorzetten. De extrapolatie van de stijgende trend van de bedrijfswinsten doet de aandelenkoersen steeds hogere niveaus halen.

Maar als de geschiedenis ons één ding leert, dan is het wel dat trends niet blijven duren. Abnormaal hoge bedrijfswinsten zijn onhoudbaar. Managers met te veel zelfvertrouwen zullen verkeerde investeringsbeslissingen nemen. Werknemers zullen een groter deel van de koek eisen. Er zullen nieuwe concurrenten opduiken die ook willen profiteren van de hoge winsten, waardoor de prijzen zakken en de winstmarges dalen. Op een bepaald moment zullen de winstmarges terugkeren naar een historisch gemiddelde. Dat zal onvermijdelijk leiden tot een correctie van de aandelenkoersen.

Mentale rekeningen

Als beleggers een aandeel kopen, openen ze een mentale rekening voor dat aandeel. We gebruiken dagelijks mentale rekeningen. Zo weten we ongeveer wat we wekelijks kunnen uitgeven aan eten of aan vrije tijd. Elke rekening heeft een ankerpunt — bijvoorbeeld het maximale bedrag dat we wekelijks kunnen besteden.

Voor een aandeel is het ankerpunt meestal de aankoopkoers. Uit behavioral-financestudies is gebleken dat het voor beleggers bijzonder moeilijk is een mentale rekening op winst bij te houden. Mensen voelen de sterke drang de kleine papieren winst om te zetten in harde cash. Mentale rekeningen op verlies kunnen we daarentegen maar moeilijk afsluiten. We blijven hopen dat het aandeel weer evolueert naar de aankoopkoers, om het dan te verkopen. Maar de kans bestaat dat het aandeel dat niveau nooit meer bereikt. Een recente studie van de Université Catholique de Louvain (UCL), die het beleggersgedrag van 65.000 klanten van Keytrade Bank onderzocht, toonde dat ook Belgische beleggers de fout maken winnende aandelen te vroeg te verkopen en verliezende aandelen te lang bij te houden.

Het is voor een belegger belangrijk om te weten wanneer hij een aandeel moet verkopen en wanneer het bij te houden. Is de financiële situatie van een onderneming fundamenteel verslechterd sinds hij het aandeel heeft gekocht, dan kan hij maar beter zijn verlies slikken om grotere verliezen te vermijden. Het is ook niet verstandig aandelen te verkopen die op winst staan. Volgens topbelegger Warren Buffett zal de koers van een aandeel op lange termijn altijd het goede beleid van het management weerspiegelen. Volgens hem is het daarom onzin een aandeel bijvoorbeeld al na een maand met 10 procent winst te verkopen.

Vooroordelen vermijden

Een andere klassieke beleggersfout zijn vooroordelen over een bedrijf. Heeft een belegger een positieve of negatieve mening over een onderneming, dan zal hij al het nieuws daarover vaak in het licht van die mening interpreteren. Is hij bijvoorbeeld positief gestemd, dan vergroot hij goed nieuws uit en minimaliseert hij slecht nieuws. Daardoor bestaat de kans dat hij belangrijke feiten negeert. Beoordeel elk nieuwsfeit objectief: verandert het de situatie van de onderneming in goede of slechte zin?

MATHIAS NUTTIN

Het is raadzaam een aandeel alleen te verkopen als dat rationeel de beste optie is.

Zelfvertrouwen kan een slechte raadgever zijn. Beleggers die zelfverzekerd zijn, nemen steeds grotere risico’s.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content