Ford Galaxy 2.0 TDCi

Redactie Trends

21-09-2006, 00:00 Bijgewerkt op: 20-07-2022, 07:51

Dit is Belgisch.

Op 6 september is de nieuwe Ford Galaxy in de Belgische showrooms verschenen. Ver hoefde hij daarvoor niet te rollen, want de grote monovolume wordt gebouwd in Genk. Net zoals zijn ietwat sportievere en meer dynamische broer, de S-Max.

En ja, in dit geval is het predicaat nieuw helemaal terecht. Voor de eerste generatie van de Galaxy ging Ford nog scheep met de VW-groep: de grote monovolume was toen een tweelingbroer van de Volkswagen Sharan, en had in het vooronder ook de 1.9 turbodiesel met rechtstreekse inspuiting van VW. Maar voor deze nieuwe Galaxy heeft Ford het dus helemaal alleen uitgezocht, en ging nog een stapje verder: Ford bouwde twee monovolumes op eenzelfde platform: de S-Max, een handige en mooi ogende jongen, en de Galaxy, meer het huisvadertype. De eerste rijdt al een paar maanden rond, de tweede komt zich u mengen in het debat.

Mengen, want bij Ford zitten ze toch maar mooi te kijken hoe het nu moet. De Europese verkoop van de S-Max loopt inderdaad buiten verwachting. Begin augustus waren er al 9000 van verkocht, en bijna 30.000 bestellingen. Met een stevige inbreng alhier: het Belgische aandeel in de Europese verkoop is drie keer zo groot als voor alle Fordmodellen samen. Het is dus zeer de vraag hoe de ietwat stijvere Galaxy nog zal kunnen verleiden als hij in de showroom naast die S-Max staat. Misschien bij de traditionele Fordklanten? De S-Max zal voor meer dan de helft klanten afsnoepen bij de concurrentie. Tegelijk is het ook vermijdelijk, met twee sterk vergelijkbare auto’s, dat iedere verkochte Galaxy een S-Max had kunnen zijn, en omgekeerd. Bij Ford België is de verwachting dat de verkoop in een verhouding van 2/1 zal vallen. Voor de Galaxy kan de zon trouwens nog uit een heel andere hoek gaan schijnen. Ford zette namelijk een grote monovolume neer die scoort bij de gespecialiseerde pers. Meer zelfs: in Franse autobladen, niet altijd van enig chauvinisme gespeend, zie je geregeld hoe hij hoger wordt ingeschat dan de Espace, nochtans de stamvader van de monovolumes.

Tijdens onze test kwamen we vooral onder de indruk van de zuinigheid waarmee de diesels (een 1.8 en een 2.0) je door het verkeer loodsen. Toen de boordcomputer van de tweeliter een gemiddeld verbruik van 6,8 liter aanwees, weliswaar op lekker vloeiende wegen, tikten we zelfs eventjes op het dashboard. Bovendien rijden die diesels ook lekker, ondanks het toch wel stevige gewicht van zo’n grote monovolume. De tweeliter heeft meer vermogen onder de kap, maar het koppel van de uitstekende en gretige 1.8 liter is even groot. De stoelen laten zich vlot verschuiven en wegklappen, maar achterin wordt het een beetje krapjes als je alle zeven plaatsen wil bevolken.

De rijhouding is alweer uitstekend, net zoals bij de S-Max: op geen enkel moment krijg je achter het stuur dat busjegevoel. Jawel: aanrader voor wie een grote monovolume zoekt.