Fiscale paradijzen weer onder druk

Begin april buigt de top van de G20 in Londen zich over de fiscale paradijzen. Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten willen het bankgeheim van Zwitserland kraken. Indirect liggen Luxemburg en Oostenrijk in het vizier. Kunnen Belgische beleggers nog ontsnappen?

Wat betekent het bankgeheim in België?

België kent geen wettelijk bankgeheim. In ons land zijn de financiële instellingen gehouden aan een discretieplicht. De fiscus mag bij de banken echter geen informatie verzamelen om de inkomsten van hun cliënten te belasten. Maar dit fiscale bankgeheim geldt niet voor btw-transacties en andere vormen van belastingen. Bovendien geeft de wetgever de administratie steeds meer munitie om uw bankrekening toch te kraken.

Over welke wapens beschikt de fiscus?

Het bankgeheim vervalt als de fiscus concrete elementen van ontduikingsmechanismen blootlegt. Ook krijgt de belastingadministratie – na machtiging van het parket – inzage in het strafdossier wanneer een gerechtelijke procedure tegen een cliënt loopt. Bovendien mag de fiscus in het geval van een bezwaarschrift inlichtingen bij de bank inwinnen. Voorts moet de financiële instelling bij overlijden de stand van de rekening vrijgeven. Ten slotte verplicht de antiwitwaswet de tussenpersonen alle verdachte transacties te melden aan de Cel voor Financiële Informatie (CFI).

Zijn er nog veilige havens?

Zwitserland beschikt over een strafrechtelijk bankgeheim. Medewerkers van financiële instellingen kunnen tot gevangenisstraf veroordeeld worden als zij gegevens van hun cliënten aan derden doorgeven. Ook Oostenrijk kent een fiscale geheimhoudingsplicht voor de banken, die alleen maar in een strafrechtelijk onderzoek doorbroken kan worden. Hetzelfde geldt voor Liechtenstein, op voorwaarde dat het delict in dat land een misdrijf is (belastingontduiking valt daar dus niet onder, nvdr). In Luxemburg verschaffen de financiële instellingen enkel informatie over hun cliënten bij witwassen van criminele gelden.

Erodeert het bankgeheim nog verder?

Een volledig sluitend bankgeheim bestaat nergens. Sinds de Europese spaarrichtlijn wisselen lidstaten financiële informatie over buitenlandse belastingplichtigen uit. In een overgangsfase passen België, Luxemburg en Oostenrijk een bevrijdende roerende voorheffing toe. Als gevolg van internationale akkoorden, zoals dubbelebelastingverdragen, geven de meeste landen nu al bij ernstige vermoedens van criminele feiten rekeningen van buitenlandse belastingplichtigen aan de betrokken parketten vrij. Zo maakte de Zwitserse bank UBS vorige maand de identiteit van 250 klanten bekend aan de Amerikaanse fiscus.

Wat wil de G20 nog?

Op de agenda van de G20 – de twintig rijkste landen ter wereld – staat de internationale strijd tegen de belastingparadijzen. Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten willen dat hun collega’s de bilaterale akkoorden met Zwitserland, Luxemburg en Oostenrijk opzeggen als die hun bankgeheim niet opgeven. De betrokken landen kraken namelijk onder de kosten van de reddingsplannen voor de banken.

Zijn er nog ontsnappingsmogelijkheden?

Ondanks alle overheidsmaatregelen kunnen beleggers op een perfect legale manier uit de grijpgrage klauwen van de Belgische fiscus blijven, zoals met beleggingen in aandelen of in fondsen zonder Europees paspoort. Maar de situatie wordt telkens complexer. Wie meer zekerheid wil, plaatst zijn vermogen in een vennootschap. Offshorecentra ontsnappen aan de Europese spaarrichtlijn. Bovendien zullen Zwitserland, Liechtenstein en Luxemburg hun bankgeheim niet vlug prijsgeven. Singapore, Dubai en Hongkong staan klaar om hun positie over te nemen. (T)

Door Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content