Fiscale controle is een kansspel

In de begroting 2008 staan opnieuw 200 miljoen euro extra inkomsten ingeschreven uit de strijd tegen belasting-ontduiking. Zal het ministerie van Financiën daar wel in slagen? In de praktijk blijkt de fiscale controle immers verwaterd tot een louter kansspel.

Theoretisch moet de fiscus elke onderneming om de zes jaar grondig controleren. In de praktijk zal dat maar om de twee eeuwen gebeuren”, schudt Aimé Truyens, voorzitter van de socialistische vakbond ACOD-Financiën, wanhopig het hoofd. “Een van de 48 polyvalente centra, waarmee de diensten van de btw en de directe belastingen samen op pad gaan, heeft het afgelopen jaar maar zes van de 1200 dossiers opgevraagd. Vorige maand is het werkschema dan toch opgetrokken naar twaalf grondige controles. Maar dan nog zal het honderd jaar duren voor alle ondernemingen aan de beurt zijn geweest.”

Hoewel niet bij alle diensten de si- tuatie zo dramatisch is, bevestigt Michel Maus, docent fiscaal recht aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de Universiteit Antwerpen (UA) dat de fiscale controle in België is verworden tot een louter kansspel. “Jaarlijks neemt het aantal controles af”, zegt hij. “In 2006 nam de Administratie Inkomens- en Ondernemingsfiscaliteit (AOIF) amper 0,32 % van alle belastingplichtigen – particulieren plus vennootschappen – grondig onder de loep.”

Bij de ongeveer 1 miljoen zelfstandigen en ondernemingen vonden in 2006 40.262 controles plaats. Als we rekening houden met dubbeltellingen (een gelijktijdige controle van de btw en de inkomstenbelasting bijvoorbeeld wordt als twee controles geboekt), krijgt dus minder dan 4% de fiscus over de vloer.

“Ook vonden amper vier multilaterale controles en drie zendingen naar het buitenland plaats”, zegt Maus. “Nochtans vlucht de fiscale fraude vaak naar het buitenland. Uit een enquête van Unizo blijkt dat 20 % van de ondernemingen nog nooit een belastingcontroleur over de vloer heeft gekregen. De kans om gepakt te worden, neemt dus af, terwijl de verjaringstermijnen vrij kort blijven. De verleiding om te frauderen, wordt daardoor zeer groot.”

Malaise bij de administratie

Ondanks de stijgende belastinginkomsten stevent de Belgische fiscus als een Titanic op een ijsberg af. Eén jaar na de historische betoging van de tollenaars ligt de belastingadministratie nog altijd verlamd op apegapen. Vooral de buitendiensten, die de fiscale controle op het veld moeten uitvoeren, boeren zienderogen achteruit.

Het korps van 28.000 ambtenaren is totaal gedemotiveerd. Niemand durft te praten, want vele promoties zijn nog niet officieel bekrachtigd. De vakbonden stellen zelfs geen looneisen meer, maar zenden alleen nog noodsignalen uit om te overleven. De tijdelijke regering heeft geen tijd om zich met de organisatie van de fiscus bezig te houden, maar boekt wel 200 miljoen euro aan extra inkomsten uit de strijd tegen de fiscale fraude door de notionele-intrestaftrek. Maar wie gaat dat geld innen?

“De federale overheidsdienst (FOD) Financiën niet”, antwoordt Truyens. “Want de malaise in het korps is groot. De fiscus is een stuurloos slagschip zonder kapitein, kampt met een chronisch personeelstekort en wordt ondermijnd door een oneindige stroom van wetswijzigingen. Van gemeenschappelijke controles op het terrein is amper sprake. Wij dweilen met de kraan open.” Daarom pleit de socialistische overheidsvakbond aan de vooravond van een nieuwe regering voor de dringende modernisering van het ministerie. Tevens steunen de ambtenaren het voorstel van sp.a-vicevoorzitter Dirk Van der Maelen om conform de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) een fiscaal audito- raat op te richten, waarbij fiscus en gerecht structureel samenwerken om de belastingfraude aan te pakken.

Met de regelmaat van de klok pakt de federale minister van Financiën, Didier Reynders (MR) uit met successen in de strijd tegen de fiscale fraude. Maar de belastinginspecteurs op het veld betwijfelen of dit wel extra inkomsten voor de staat zijn. “Zijn speciale en mediagenieke acties – zoals tegen de telefooncentrales TamTam – leveren de schatkist niet meer op dan wat een grondige controle zou opbrengen. Alleen gebeurt dat tegenwoordig bijna niet meer.”

De kans dat een zelfstandige overlijdt, is groter dan de kans dat zijn belastingaangifte gecontroleerd wordt. Deze boutade is enkele jaren oud en kwam uit de mond van huidig vicepremier Yves Leterme, voormalig auditeur bij het Rekenhof. In augustus publiceerde deze waakhond van het parlement nog een vernie- tigend rapport over de fiscale controle van de btw-plichtigen … het zoveelste in een lange rij.

“De situatie verslechtert met de dag”, zucht Marc Nijs, afgevaardigde van de christelijke vakbond CCOD: “Tien jaar na de invoering van Coperfin – de grote hervorming van de belastingadministratie – staat de nieuwe structuur nog altijd niet op poten. De benoemingen van de gewestelijke directeurs laten al vijf jaar op zich wachten. Dat bevordert de motivatie van de tijdelijke vervangers niet, integendeel. Ondertussen valt om de haverklap de computer uit en stapelen nieuwe wetten zich op, zonder dat de ambtenaren duidelijke instructies over de toepassing ervan krijgen. Zo blijft ook de interpretatie van welke investeringen in aanmerking komen voor de notionele-intrestaftrek een vraagteken. Ondanks zijn belofte begin 2008 heeft Didier Reynders (MR), ons nog altijd niet ontvangen. De huidige vicepremier heeft zich nooit voor de werking van de administratie geïnteresseerd en vandaag zeker niet, nu hij zetelt in het Octopusoverleg over de staatshervorming.”

Juridische basis ontbreekt

Toch staat ons land al aan de top van de fiscale fraude in de Organisatie voor Economische en Sociale Ontwikkeling (OESO). Volgens een studie van professor Friedrich Schneider (Universiteit van Linz) blijkt 21,5 % van ons bbp ‘zwart’ te zijn. Dit komt neer op 60 miljard euro per jaar. Hiermee prijkt België op de vijfde plaats in de OESO-lijst, na Griekenland (28,3 %), Italië (26,2 %), Spanje (22,3 %) en Portugal (22,3 %). Maus: “Als we deze grijze economie terugdringen tot het gemiddelde van onze buurlanden – 14,8 % – winnen we tien miljard euro aan fiscale inkomsten. Zo los je het hele begrotingsprobleem in één klap op en kun je de torenhoge aanslagvoeten op arbeid fundamenteel verlagen!”

Bovendien is ons belastingregime met zijn hoge aanslagvoeten zeer fraudegevoelig. Maus: “In de eerste plaats is de overheid sterk afhankelijk van wat de belastingplichtige zelf aangeeft. Zodra een particulier of vennootschap geen aanslagbiljet invult, moet de fiscus zelf op zoek gaan naar de gegevens. Er worden wel gemeenschappelijke controles van directe en indirecte belastingen gepland, maar de ambtenaren hebben niet dezelfde onderzoeksbevoegdheden. Dat veroorzaakt nogal eens problemen op het terrein. Zo bestaat er wel een bankgeheim bij de inkomstenbelasting, maar niet bij de btw.”

Ook loopt de uitwisseling van gegevens tussen de fiscale administraties en andere openbare besturen mank. Advocaat Stijn De Meulenaer (Burssens & Partners): “Meer zelfs. Officieel verbiedt de wet van 28 juli 1938 de geïntegreerde samenwerking. In een uitspraak van 14 september 1992 bevestigt de rechtbank van Antwerpen dat alleen op individueel verzoek informatie doorgegeven mag worden. Twaalf jaar later versterkte de rechtbank van Hasselt deze beperking tot informatie die al in bezit is van een openbaar bestuur. Ook bestaat sinds het Charter van de Belastingplichtige van 4 augustus 1984 een scheiding tussen fiscaal en strafrechtelijk onderzoek. Ambtenaren mogen op de rechtbank slechts optreden als getuigen, niet als deskundigen. Daarom slepen fraudedossiers zo lang aan; ze verjaren en de schatkist bijt in het zand. Deze juridische beperking leidt tot frustraties bij de belastingcontroleurs. Naar analogie met Nederland pleit ik voor één controlewet, die alle onderzoeksbevoegdheden van de fiscus groepeert.”

Vandaag ontbreekt immers nog altijd de juridische basis voor de spontane uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten. Hierdoor dreigt de geautomatiseerde controle van personen en bedrijven op basis van knipperlichten – de zogenaamde datamining – weg te vallen. Maus: “Daarom is een wetswijziging noodzakelijk, conform de Europese spaarrichtlijn en andere bijstandsverdragen. Ook dient dringend werk ge- maakt te worden van een enig belastingdossier. De onderzoeksbevoegdheden van de fiscus moeten in dit informaticatijdperk mee kunnen evolueren met de technische mogelijkheden van belastingplichtigen. Maar de privacycommissie verzet zich tegen deze maatregel.”

Informatisering niet doeltreffend

“Veertien jaar na zijn lancering staat datamining nog nergens”, zegt Marc Vogelaers, vakbondsafgevaardigde van ACOD Financiën: “Dit is puur amateurisme. Bovendien houdt het systeem geen rekening met de kennis van de lokale belastingcontroleur, die de betrokken omstandigheden beter kent dan wie ook. Bij het opstellen van de indicatoren heeft het hoofdbestuur de mensen van het veld niet gecontacteerd. Zo kan geen enkel instrument doeltreffend functioneren.”

Maar overheid noch regering doet er iets aan. Vogelaers: “Zo rept het jongste jaarverslag van Financiën met geen woord over het Dominiqueproject, genoemd naar de echtgenote van de voormalige topman Jean-Louis Laes, wiens benoeming door de Raad van State geschorst is. Het project beoogt om alle binnenkomende documenten in te scannen. Voor deze automatisering is een budget van 6,5 miljoen euro uitgetrokken, maar net als het Fenixproject bij Justitie is het een stille dood gestorven.”

“Veel controleurs klagen dat datamining ook steeds dezelfde namen oplevert, zodat vele firma’s aan de dans ontsnappen”, voegt François Goris, voor- zitter van de onafhankelijke vakbond NUOD, daaraan toe. Daarom dringt de onafhankelijke vakbond aan op een eerherstel voor de lokale ambtenaar. Goris: “Elke extra belastingcontroleur levert de schatkist gemiddeld 400.000 euro op. Ook verzetten wij ons tegen de uitbesteding van de fiscale wetgeving aan private advocatenkantoren. De nieuwe regels en wetten moeten door ambtenaren op het veld op hun praktische haalbaarheid getoetst worden. Het is niet vijf voor, maar vijf over twaalf!”

Willekeur beheerst de fiscale controle. Ondertussen stapelen de geschillen zich op. De problemen zijn al jaren bekend. Maar de politiek doet er niets aan. “Uitbreiding van het personeel is niet de oplossing”, besluiten Maus en De Meulenaer. “Maar wel de invoering van een coherente belastingwetgeving, die de technische middelen van de fiscus duidelijk regelt.” (T)

Door Eric Pompen – Illustratie Debora Lauwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content