Film en fiscaliteit, hand in hand

Roel Van Espen medewerker Trends

De taxshelter, de overheidsregeling die investeringen in audiovisuele werken aanmoedigt, is in een nieuw kleedje gestoken. De vereenvoudigde regelgeving moet de misbruiken uit het verleden vermijden.

Via de taxshelter kunnen vennootschappen op een fiscaalvriendelijke manier bijdragen aan de productie van een film of een ander audiovisueel werk. In ruil kunnen ze aanspraak maken op een belastingvrijstelling, plus een financiële rente. De federale overheid heeft die regeling in 2002 in het leven geroepen om de filmsector te ondersteunen. Met succes: heel wat eigen producties zijn sindsdien in de prijzen gevallen, terwijl buitenlandse producenten steeds vaker de weg naar ons land hebben gevonden. Via die constructie zijn in totaal al meer dan 900 langspeel- en animatiefilms, documentaires, tv-reeksen en kortfilms tot stand gekomen.

Sinds 1 januari 2015 is een nieuwe, vereenvoudigde wetgeving van kracht, die bovendien misbruiken en risico’s wil inperken. De producenten en de intermediairs moeten erkend zijn, en bij een publiek aanbod moeten ze een prospectus kunnen voorleggen die is goedgekeurd door de officiële toezichthouder FSMA, de autoriteit voor financiële diensten en markten in ons land. Elke raamovereenkomst die voor de taxshelter wordt afgesloten, moet voortaan worden gemeld aan de federale overheidsdienst Financiën.

Ook nieuw is dat niet alleen investeringen in Belgisch audiovisueel werk in aanmerking komen. Het toepassingsgebied is uitgebreid naar heel Europa, maar er gelden wel specifieke voorwaarden. In tegenstelling tot vroeger verwerft de vennootschap geen rechten meer op de filmproductie waarvoor ze zich engageert. In ruil daarvoor krijgt ze een verhoogd belastingvoordeel. Dat vertaalt zich in een fiscale vrijstelling van 310 procent van de gestorte bedragen.

Fiscaal en financieel rendement

We illustreren dat met een voorbeeld. Stel dat een vennootschap via de taxshelter 100.000 euro investeert in een film. Ze krijgt dan onmiddellijk een fiscale vrijstelling van 310 procent, of 310.000 euro. Bij een vennootschapsbelasting van 33,99 procent leidt dat tot een belastingbesparing van 105.369 euro. Het fiscale rendement van de investering bedraagt dus 5,37 procent.

Naast dat recht op een fiscale vrijstelling geeft de taxshelter dus ook recht op een financiële rente op de gestorte bedragen. Die wordt berekend over de periode tussen het afsluiten van de raamovereenkomst en het verkrijgen van het fiscale certificaat, met een maximum van achttien maanden. Die rente is eigenlijk een vergoeding voor de voorfinanciering. De intrest mag niet hoger zijn dan de Euribor op twaalf maanden, vermeerderd met 4,5 procent.

De Euribor bedraagt ongeveer 0,37 procent. Voor een investering van 100.000 euro bedraagt de rente over een anderhalf jaar 100.000 euro x (0,37 + 4,5 %) x 1,5 jaar x (1 – 33,99 % vennootschapsbelasting) = 4822 euro. “De financiële rente bedraagt momenteel 4,82 procent”, besluit Isabelle Molhant van Casa Kafka Pictures, een van de erkende intermediairs voor de taxshelter. “Samen met het fiscale rendement van 5,37 procent bedraagt het totale nettorendement over anderhalf jaar dus 10,19 procent. Belangrijk om te weten is dat er geen enkele andere vorm van extra voordeel of rendement is toegestaan, bijvoorbeeld door een deelneming in de opbrengsten van de productie.”

Begin deze maand kondigde Casa Kafka Pictures nog aan dat het zijn samenwerking met Belfius verlengt. “Wij fungeren als intermediair, terwijl het distributienetwerk van de bank wordt gebruikt om de taxshelter voor te stellen aan de markt”, zegt Molhant. “Sinds 2009 — en ondanks de crisis — werd via ons partnerschap Casa Kafka Pictures Movie Tax Shelter Empowered by Belfius al meer dan 60 miljoen euro geïnvesteerd in onafhankelijke Belgische audiovisuele producties. We werken samen met een brede waaier van productiehuizen.”

Alternatief voor klassieke formules

“De taxshelter is een eenvoudig instrument om bedrijfswinsten fiscaal te optimaliseren”, bevestigt een bedrijfsleider uit Antwerpen. Zijn vennootschap investeerde via die constructie in een Belgische filmproductie en deed daarvoor een beroep op BNP Paribas Fortis Film Finance. “Met die transparante constructie kun je cashoverschotten doen renderen tegen meer dan 10 procent. Daarmee is de taxshelter een te overwegen alternatief voor de klassieke investeringsformules.”

BNP Paribas Fortis Film Finance opereert naar eigen zeggen als grootste onafhankelijke tussenschakel voor de taxshelter in België. In ruim acht jaar begeleidde het al zo’n duizend vennootschappen naar de filmsector. Samen waren ze goed voor een gezamenlijke investering van 165 miljoen euro in Belgische en internationale producties. Sinds 2007 heeft de bankdochter bijgedragen tot de realisatie van een honderdtal films en televisiereeksen. BNP Paribas Fortis Film Finance is onder meer de exclusieve partner van Studio 100, maar het ging ook al in zee met de BBC.

Beheer van risico’s

Maar de taxshelter houdt ook een aantal risico’s in. De vennootschap verwerft het fiscale voordeel onmiddellijk bij het afsluiten van de raamovereenkomst, maar het wordt pas definitief bij de aflevering van het certificaat. Die aflevering gebeurt nadat de fiscus heeft vastgesteld dat alle betrokken partijen de wettelijke bepalingen hebben nageleefd. Volgens de wet moet minstens 90 procent van de waarde van het certificaat worden gespendeerd aan exploitatie- en productie-uitgaven in België. Is dat niet het geval, dan wordt het belastingvoordeel verhoudingsgewijs gereduceerd.

Als de fiscus oordeelt dat de vennootschap zich niet aan de wettelijke spelregels heeft gehouden, riskeert ze het belastingvoordeel zelfs volledig te verliezen. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer ze meer voordelen heeft aanvaard dan wettelijk is toegestaan. Het fiscale voordeel kan ook verloren gaan als de producent de wettelijke regels niet heeft gevolgd. Dat is ook zo wanneer de film er uiteindelijk niet komt — bijvoorbeeld omdat er onvoldoende kapitaal werd opgehaald.

“Wij streven naar een zo groot mogelijke zekerheid voor de investeerder in een strikt ethisch kader”, zegt Isabelle Molhant. Dat doen de intermediairs door de producenten, de producties, de uitgaven en de financieringsbronnen te screenen. Daarnaast doen ze controle op de uitgaven en op de naleving van de regels. Mohlant: “We vallen onder de zogenoemde ruling van de Dienst Voorafgaande Beslissingen van de federale overheidsdienst Financiën en sluiten een verzekering af die het bedrag van het belastingvoordeel dekt.”

Misbruiken tegengaan

De intermediairs en de productiehuizen zijn blij met de nieuwe regeling van de taxshelter. Die moet misbruiken — zoals buitensporige returns — voorgoed uit de wereld helpen. Dat te hoge rendementen uit het verleden twijfels deden rijzen, valt af te leiden uit de vragen die de Bijzondere Belastinginspectie daarover onlangs heeft gesteld aan bepaalde productiehuizen, waaronder het Antwerpse productiehuis Corsan. “Heel hoge returns kwamen op de vroegere taxsheltermarkt inderdaad structureel voor”, reageert Emelie Vervecken van Corsan. “Maar dat was zo omdat het systeem ze nu eenmaal toeliet.”

“In tegenstelling tot wat de kranten schrijven, voert de FSMA geen onderzoek naar Corsan. De toezichthouder gaat gewoon na hoe wij ons — net zoals alle andere spelers — op de markt aanbieden onder de nieuwe wet. Die wet bepaalt ook duidelijk de maximumrendementen die de taxshelter mag aanbieden. De investeerder verwerft ook geen rechten meer, waardoor er meer overblijft voor de filmproductie. Naar onze mening heeft de wetgever het systeem in dat opzicht alvast verbeterd.”

ROEL VAN ESPEN

“Met de taxshelter kun je cashoverschotten doen renderen tegen meer dan 10 procent”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content