Festival d’Avignon

Festival d’Avignon, van 8 tot 27 juli in Avignon.

Reservaties: tel. +33 4 90 14 14 14 en www.festival-avignon.com

De Belgische aanwezigheid op het Festival d’Avignon is zelden zo groot geweest als deze zomer. Liefst een dozijn voorstellingen op de 59ste editie van het festival zijn van Belgische origine. Veel heeft te maken met Jan Fabre, die als artiste associé veel eigen werk toont en een steentje bijdroeg tot de verdere samenstelling van het programma.

Het gegeven van de centrale festivalartiest in Avignon werd vorig jaar geïntroduceerd. Het was de opvallendste ingreep van Hortense Archambault en Vincent Baudriller, het duo dat de directie van het festival overnam van Bernard Faivre d’Arcier. Na de Duitser Thomas Ostermeier is de eer ditmaal voorbehouden aan Jan Fabre, kind aan huis op het festival sinds hij er in 2001 te gast was met de installatie Umbraculum en de creatie van Je suis sang op de Cour d’honneur van het historische Palais des Papes. Voor een groot deel van de Franse pers én het Franse publiek was het een late kennismaking met Fabres hoogstpersoonlijke en oorspronkelijke universum. Ditmaal verschijnt Fabre in nog meer hoedanigheden dan vijf jaar geleden het geval was. In totaal staan er vier Fabre-voorstellingen op het programma. Twee ervan zijn splinternieuw. Na de Franse versie van De keizer van het verlies gaat het vervolg op deze monoloog (destijds omstreden vanwege vermeend plagiaat) in première. Niet zonder enige zelfironie heet die De koning van het plagiaat. Hij wordt, net als het eerste deel van de diptiek, gespeeld door Dirk Roofthooft. Voorts wordt Je suis sang hernomen en op diezelfde Cour d’honneur gaat nog een andere productie in première, L’Histoire des larmes, waarvan eind vorig jaar in deSingel een voorproefje te zien was. Daarnaast is er een tentoonstelling met scènefoto’s van Fabres werk door onder anderen Carl Dekeyzer, Helmut Newton en Robert Mapplethorpe, en een expositie waarmee Fabre terugblikt op zijn eigen plastische oeuvre.

Geïnspireerd door Fabre staan ook in de rest van het programma de artiest en diens dromen centraal. In The Biography Remix, een portret van de legendarische performancekunstenares Marina Abramovi door de (oorspronkelijk Belgische) regisseur Michael Laub, gebeurt dit vrij expliciet. De Italiaan Romeo Castellucci doet dan weer aan zelfonderzoek. Hij toont twee afleveringen uit zijn elfdelige cyclus Tragedia Endogonidia en gaat vervolgens met een aantal fragmenten hieruit aan de slag in Crescita XII Avignon en Crescita XIII Avignon. Enkele andere grote namen op de affiche zijn de Amerikaanse choreograaf William Forsythe en de Poolse regisseur Krzysztof Warlikowski.

Naast Fabre en Laub zijn nog zeven andere Belgische kunstenaars van de partij en niet van de minsten. Arne Sierens, die in het verleden met Alain Platel triomfen vierde in Avignon, is aanwezig met het mooie Marie Éternelle Consolation/Maria Eeuwigdurende Bijstand. Jan Lauwers en Needcompany tonen work-in-progress onder de noemer Needlapb 10. Luikenaar Jacques Delcuvellerie en zijn Groupov brengen Anathème, dat gebaseerd is op teksten uit het Oude Testament, en Discours sur le colonialisme. Wim Vandekeybus’ Puur, dat al eerder in Singapore te zien was, beleeft in Avignon zijn Franse première. Marc Vanrunxt choreografeert zijn Franse collega Etienne Guilloteau in Deutsche Angst. Jan Decorte maakt nogmaals een comeback met dieu & les esprits vivants, een dialoog met Sigrid Vinks. In hun kielzog komt ook Arno naar Avignon. Hij tekent voor de muziek van hun voorstelling en voor een uitzonderlijk optreden op een droomlocatie: de steengroeve van Boulbon.

P. Anthonissen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content