Federale minister van Werk is overbodig

Federaal minister van Werk Joëlle Milquet (cdH) wou tijdens deze legislatuur het aantal banenplannen aanzienlijk verminderen. Maar nu maakt ze plots een bocht van 180 graden. Ze kreeg van de regering de goedkeuring voor een nieuwe reeks banenplannen, goed voor 200 miljoen euro. Het is een ratjetoe van maatregelen geworden die elke logica mist. Zo worden 50-plussers duurder voor de werkgevers, maar worden voordelen toegekend aan bedrijven die 45-plussers aanwerven.

Maar de grootste kritiek geldt de 1000 euro per maand die bedrijven de komende twee jaar krijgen als ze een laaggeschoolde werkloze van minder dan 26 jaar aanwerven. De Vlaamse kritiek op die maatregel, die eigenlijk in eerste instantie gericht is op de problemen op de Waalse en Brusselse arbeidsmarkt met hun hoge jongerenwerkloosheid, is terecht. Dat de Vlamingen overwegen om een belangenconflict in te roepen, is niet meer dan normaal.

De kortzichtige politiek van Joëlle Milquet bewijst dat een regionalisering van het arbeidsmarktbeleid echt wel een absolute prioriteit moet worden. De voorbije tien jaar heeft noch de federale minister van Werk, noch de administratie een beleid die naam waardig gevoerd. De laatste federale minister van Werk van een zeker kaliber was Frank Vandenbroucke (sp.a), die tussen 2003 en 2004 met visie zijn departement leidde. Hij onderhield ook goede contacten met de administratie en vooral met topfiguren als directeur-generaal Guy Cox, nochtans van CD&V-signatuur.

Daarvoor was het met Laurette Onkelinx (1999-2003) huilen met de pet op. De PS-coryfee had enkel oog had voor de Waalse problemen op de arbeidsmarkt. Ze lanceerde het Rosetta-banenplan, dat veel gelijkenissen vertoont met het jongerenbanenplan van Milquet. Na Vandenbroucke liet Freya Van den Bossche dan weer niet echt een diepe indruk na. Haar kabinetschef Luc Vanneste, een oud-ABVV’er, kon de schade beperken. En aan het hoofd van de federale overheidsdienst Werk was het al niet veel beter. Michel Jadot (PS), een fan van de rigide arbeidsmarkt, werd in 2006 als voorzitter opgevolgd door Pierre-Paul Maeter, ook al een PS’er. De Vlaming Jan Vanthuyne( sp.a), was na het vertrek van Jadot een tijdlang interim-voorzitter, maar kon toen niet aanblijven wegens een PS-veto.

Aangezien de administratie gekaapt is door de PS en Joëlle Milquet vooral oog heeft voor de behoeften van de Waalse werklozen moeten we de logica doortrekken: het arbeidsmarktbeleid moet grotendeels naar de deelstaten worden overgeheveld. Een federale minister van Werk is dan overbodig en ook de federale overheidsdienst Werk kan tot een minimum worden afgebouwd. Een geregionaliseerd arbeidsmarktbeleid gericht op de behoeften van elke regio is ook voor de financiën van de federale overheid goed nieuws: het zal leiden tot een efficiënter werkende arbeidsmarkt met meer jobs. En dat betekent minder werkloosheidsuitkeringen en meer sociale bijdragen.

Door Alain Mouton

De voorbije tien jaar heeft noch de federale minister van Werk, noch de administratie een efficiënt beleid die naam waardig gevoerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content