Farce.

Kent u dat grapje van die drie ondernemers – een Nederlander, een Belg en een Duitser – die zich afvragen wie het meest ideale bedrijfsmodel heeft?

– “Kees,” vraagt de Belg aan zijn Nederlandse collega. “Hoe bereik jij een consensus in jouw raad van bestuur?”

– “Nou, heel eenvoudig,” antwoordt Kees. “Ik laat mijn commissarissen hard werken en urenlang vergaderen voor een fluitje van een cent.”

– De Belg krabt even in zijn haar en bedenkt dan: ” Tiens, bij mij is het net andersom. Ik betaal mijn bestuurders eigenlijk een flinke duit om te zwijgen.” Hij wendt zich daarop tot zijn Duitse collega en vraagt: “Frits, hoe pakken jullie dat aan?”

– De Duitser antwoordt: “Bij ons is consensus überhaupt verzekerd. Een lid van de Aufsichtsrat weet, voordat hij binnenstapt, precies welke beslissing hij moet nemen.”

– “En als die beslissing de verkeerde is?” vraagt de Belg.

– “Dan vergist de Aufsichtsrat zich tenminste eenparig,” aldus de Duitser.

Dit grapje doet u misschien glimlachen, maar het weerspiegelt de harde realiteit van het Duitse Rijnlandmodel dat door André Leysen op striemende wijze aan de kaak wordt gesteld (zie blz. 30). “De Duitse toezichtsraad lijkt op een farce, een liturgische grap,” zo luidt zijn verdict. “Het Duitse systeem is verroest en dat opent, zoals in het verleden al is gebeurd, de deur voor grote schandalen.”

Vooral de evenredige vertegenwoordiging van werknemers en aandeelhouders in de raad van bestuur – de fameuze Mitbestimmung – moet het daarbij ontgelden. “Dit heilige beginsel van de consensus blokkeert de gezonde discussie in de besluitvorming en leidt tot immobilisme,” aldus Leysen.

Ook bij ons zijn sommige bedrijven in hetzelfde bedje ziek: denk maar aan de NMBS. Bij dit overheidsbedrijf hadden de vakbonden jarenlang recht op een mandaat in de raad van bestuur. Uit (blinde?) liefde voor de sociale vrede resulteerde dit in een subtiel machtsevenwicht dat het bedrijf meer kwaad dan goed deed. En het zorgde er mee voor dat de bedrijfseconomische realiteit waarin de NMBS zich bevond langzaam maar zeker verdoezeld en gesmoord werd in een potpourri van politieke, syndicale én persoonlijke belangen.

“Een Duitse balans heeft niets meer te maken met de werkelijkheid van het afgelopen jaar,” stelt Leysen vast. Vervang het woordje ‘Duits’ door ‘NMBS’ en je krijgt mutatis mutandis dezelfde analyse voor de Belgische spoorwegmaatschappij (zie blz. 48). En die scheeftrekking leidt dan weer tot andere scheeftrekkingen. Zoals toen de liberale vakbond VSOA enkele weken geleden stevig aan de bel trok om de “frauduleuze boekhouding van de NMBS” aan te klagen. Een actie die niet los kon worden gezien van syndicaal eigenbelang en politiek gemanoeuvreer.

Getuige daarvan de brief die VSOA-voorzitter Roland Vermeulen op 29 april zond naar Christian Heinzmann, en waarin hij schreef: “Tijdens ons onderhoud beloofde ik u onder meer het engagement van de hogere ambtenaren bij ons aangesloten. Als eerste bewijs van onze wil tot samenwerking maak ik u in bijlage een strikt vertrouwelijke nota over omtrent de jaarrekeningen 2001 van de NMBS. (…) Het is goed om weten dat ik u een aantal namen kan doorspelen van hogere ambtenaren die het goed menen en niets liever vragen dan eindelijk eens orde op zaken te stellen in dit bedrijf.”

Laten we wel wezen. Er is slechts één instantie die orde op zaken kan stellen in het hele NMBS-dossier en dat is de overheid zelf. Want zij zette met de wet van 22 december 1995 de deur wagenwijd open voor boekhoudkundige handigheidjes en zij zal daarvoor een prijs betalen. De prijs van de transparantie.

Piet Depuydt, Hoofdredacteur [{ssquf}]

“Een Duitse balans heeft niets meer te maken met de werkelijkheid van het afgelopen jaar,” stelt André Leysen vast. U kunt het woordje ‘Duits’ zo vervangen door ‘NMBS’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content