FAMILIEVETE

VERSCHEUREND.

Tegen 15 mei wordt een uitspraak van de handelsrechtbank in Charleroi verwacht in de zaak die Pierre Delhaize (met z’n familie vandaag voor 20% aandeelhouder van de groep Louis Delhaize) heeft aangespannen tegen de meerderheidsalliantie van de families Heynderickx (38%) en Bouriez (41%) (het resterende 1% zit nog bij individuele familieleden). Het zijn drie takken die voortspruiten uit eenzelfde overgrootvader Louis Delhaize, die begin deze eeuw in Ransart bij Charleroi een winkel uitbaatte. De Bouriez’ weken in de eerste helft van de eeuw naar Frankrijk uit en ontwikkelden daar de grote distributiegroep Cora-Révillon (het Cora-enseigne was een gezamenlijke ontwikkeling van de Belgische én Franse takken, zonder verplichtingen in de ene of andere richting).

Op basis van artikel 190 quater van de vennootschapswet eist Pierre Delhaize dat de coalitie Heynderickx-Bouriez zijn aandelen koopt, omdat hij er nergens anders mee terecht kan: de groep is immers niet beursgenoteerd, en niemand is geïnteresseerd in een minderheidsparticipatie zonder beslissingsmacht in een groep die bovendien geen dividenden uitbetaalt. Dat laatste is één van de waslijst “gegronde redenen” waarmee hij zijn eis onderbouwt. Voorts wordt onder meer ingeroepen: dat de clan-Bouriez al van in de jaren ’70 demarches doet om zich de volledige controle toe te eigenen (zoals een weliswaar mislukt overnamebod op de nv Louis Delhaize, of het zich toeëigenen van het merk Match in Frankrijk); dat Pierre Delhaize in 1994 “brutaal” verwijderd werd als topman van de (Belgische) groep en dat heel de familie Delhaize uit de raad van bestuur werd geëlimineerd.

In dat fameuze jaar 1994 stapte de familie Heynderickx, die voordien samen met de familie Delhaize de Belgische meerderheid in de groep verzekerde, over naar het Franse kamp-Bouriez, dat tot dan buiten het beleid was gehouden. “Omdat Pierre Delhaize in weerwil van een beslissing van de raad van bestuur geen punt zette achter de zwaar verlieslatende Spaanse supermarktactiviteiten van de groep (sinds 1989), stapte ik naar onze Franse neven. De verliezen liepen op tot vijf miljard frank,” riposteert Jean-Marc Heynderickx. Die eraan toevoegt dat Pierre Delhaize meermaals te kennen had gegeven de groep te zullen verlaten, maar uiteindelijk van geen wijken wou weten, en men hem dus “noodgedwongen” langs diverse raden van bestuur zijn functies heeft ontnomen. “En het niet betalen van dividenden is al twintig jaar de company policy, het was ook zo toen Pierre Delhaize hier de plak zwaaide.”

Heynderickx: “We dragen vandaag nog steeds de gevolgen van de Spaanse verliezen. Sinds 1994 hebben we niets anders gedaan dan costcutting en het verkopen van niet-kernactiviteiten, zoals de Bricoman-winkels in ’94 ( nvdr – aan Leroy-Merlin) en recentelijk de restaurants Le Chesnoy (aan AC Restaurants). Het Spaanse vastgoed – op 700 miljoen frank gewaardeerd – staat nog steeds te koop.” Repliek van Pierre Delhaize: “Het scenario voor een beursgang lag klaar en kon volgens Bank Degroof twee a drie miljard frank nieuwe middelen opleveren. Er was dus geen geldnood.”

De ironie

van het verhaal is dat Philippe Bouriez intussen in Frankrijk geplaagd zit met een aandeelhouder waarvan hij niet wil weten: een broer en een zus verkochten eind 1996 42% van de aandelen in zijn groep Cora-Révillon aan concurrent Carrefour.

Raf Pauwels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content