Ezeltje strek je

De Franse staat heeft sinds kort een eigen sprookjesezeltje ontdekt. Het dier heet Caisse des Dépôts et Consignations (roepnaam: CDC), het is grootaandeelhouder van Dexia, en het strooit op eenvoudig verzoek geld uit voor noodlijdende banken, lokale besturen of investeerders. Maar net als alle sprookjes, blijft ook dit niet duren.

De Caisse des Dépôts et Consignations (CDC) heeft vorig jaar flink de broek gescheurd aan haar nieuwe opdracht om Franse sterbedrijven met kapitaal te ondersteunen. Voor het eerst sinds haar oprichting in 1816 dook de CDC in de rode cijfers. Het verlies liep op tot 1,5 miljard euro, al is deze put voornamelijk te wijten aan de beurscrisis en de boekhoudkundige minwaarden op gedane investeringen, zoals Dexia.

CDC zag in drie maanden vijftig miljard euro uit haar kas wegvloeien. In zijn strijd tegen de crisis heeft de Franse staat de hulp ingeroepen van de bijna 200 jaar oude instelling. “Het is blijkbaar de enige plek in de republiek waar nog geld te vinden is”, zucht een van de directeurs. “De staat speelt ezeltje strek je met de CDC”, fulmineert Robert Lion, directeur-generaal van de instelling van 1982 tot 1992. “De staat heeft zelf geen geld meer en schuift almaar meer opdrachten naar ons toe, terwijl de middelen onveranderd blijven”, zegt een bezorgde vakbondsafgevaardigde bij de CDC.

President Nicolas Sarkozy aarzelt niet om de directeur van de Caisse voor het blok te zetten nu hij pakken geld nodig heeft om zijn crisispolitiek uit te voeren. Dat is regelrecht in strijd met de originele opdracht van de in 1816 opgerichte Caisse des Dépôts, namelijk de bescherming van het spaargeld van de Fransen en de financiering van initiatieven van algemeen belang, zoals socialewoningbouw of ruimtelijke ordening.

De CDC zamelt nog altijd het spaargeld van ‘de gewone man’ in en gebruikt een deel daarvan voor de financiering van sociale woningen, projec- ten voor stadsvernieuwing en infrastructuur van het openbaar vervoer. “Van de 200 miljard euro die we eind 2008 beheerden, is zowat 100 miljard omgezet in langlopende leningen, de overige 100 miljard werd belegd, grotendeels in obligaties en 12 miljard in kleine participaties in grote beursgenoteerde ondernemingen”, verduidelijkt Augustin de Romanet, directeur-generaal van de CDC.

Permanente druk

De CDC heeft ook nog een andere opdracht: het beheer van de pensioenen van een deel van de staatsambtenaren en van de functionarissen van regionale besturen en ziekenhuizen. De financiële toekomst van zeven miljoen overheidswerknemers en drie miljoen gepensioneerden is dus nauw verbonden met de toekomst van de CDC. Ten slotte beheert de instelling ook het geld dat haar toevertrouwd wordt door notarissen of curatoren na openbare verkopen.

Al die opdrachten maken de CDC tot een van de allergrootste spelers in de Franse economie. Tot grote ergernis van de opeenvolgende ministers van Financiën, die al twintig jaar lang de directeurs-generaal in de pas willen doen lopen. In 1990, bijvoorbeeld, was Robert Lion verplicht de strijd aan te gaan met Pierre Bérégovoy, die hem vroeg om tezamen met Bernard Tapie 300 miljoen te investeren in het sportmerk adidas. Later irriteerde hij Edouard Balladur zozeer dat die, zodra hij eerste minister geworden was, besloot om het tot dan onbeperkte mandaat van directeur van de Caisse te beperken tot vijf jaar. “Op die manier wordt de loopbaan van de directeur onderworpen aan het goeddunken van de president”, betreurt Jean-Philippe Gasparotto, secretaris-generaal van de vakbond CGT bij de CDC. “Het is een echt drukkingsmiddel.”

En die druk is er, weliswaar discreet maar daarom niet minder vervelend. Een voorbeeld: in 2005 spoorde de toenmalige eerste minister, Dominique de Villepin, de patron van de Caisse aan om het belang van de beleggingen in aandelen op te trekken. Van begin 2005 tot begin 2008 steeg het volume dan ook van 6,7 naar 10,4 miljard euro. Nog niet zoveel op een totaal van 200 miljard, maar toen de markt instortte, voelde de CDC dat meer dan haar lief was.

Almaar meer krijgt de CDC de vraag om taken op zich te nemen die de staat zelf niet meer kan financieren. Ze staan in het plan Elan 2020, waarin de nieuwe prioriteiten van de Caisse worden vastgelegd. Naast de financiering en de bouw van woningen (90.000 per jaar vanaf 2010, dat is 40 procent meer dan nu) moet ze zich ook bezighouden met de modernisering van de universiteiten, haar steun aan de kmo’s verdubbelen en investeren in duurzame energiebronnen. Die doelstellingen halen zonder bijkomende middelen, wordt een echte krachttoer voor directeur-generaal Augustin de Romanet. De enige oplossing bestaat erin de productiviteit op te voeren. “Elan 2020 uitvoeren, betekent dat we ook prestatie-indicatoren moeten werken”, benadrukt hij.

Aandeelhouder van Dexia

Daarmee is de directeur echter nog lang niet uit de zorgen. Sinds de herfst overspoelt de staat hem met dringende verzoeken. Het begon allemaal eind september. De Frans-Belgische bank Dexia stond aan de rand van een faillissement en moest dringend geherkapitaliseerd worden. De Romanet repte zich naar Brussel – de CDC had toen 11,9 procent van de Dexia-aandelen in handen – om te onderhandelen met premier Yves Leterme. Daar kreeg de directeur een telefoontje van Christine Lagarde, de Franse minister van Economie en Financiën, met de vraag 3 miljard euro op tafel te leggen. De Romanet hield het been stijf: 2 miljard en geen cent meer. Daardoor steeg het belang in Dexia tot 17,6 procent.

Eind oktober, opnieuw een telefoontje. Dit keer over de oprichting van een strategisch investeringsfonds samen met het APE (Agence des Participations de l’Etat). Dat moet de ondernemingen die volop getroffen worden door de economische en financiële crisis te hulp snellen. Sarkozy wil er liefst 50 miljard euro in stoppen, en of de CDC daar misschien de helft van zou willen leveren? De Romanet verzette zich met hand en tand: het fonds mag maximaal 20 miljard euro worden, in gelijke delen aan te brengen door de CDC en het APE. Uiteindelijk kreeg hij dat ook gedaan, maar hij moest wel flink schipperen om de 7 miljard euro in effecten en de 3 miljard euro aan liquiditeiten bij elkaar te krijgen. “We zitten op het bot”, geeft een directeur van de CDC nu toe.

Grenzen overschreden

De dag dat haar eigen middelen opgebruikt zijn, zou de Caisse des Dépôts wel eens verplicht kunnen zijn om te putten uit de spaartegoeden om haar opdrachten te financieren. Op dit ogenblik is 100 miljard euro veilig belegd en dus onmiddellijk beschikbaar voor de spaarders. Maar dat kan veranderen als de CDC haar hulp aan de lokale besturen moet optrekken. In november moest ze al 5 miljard uit haar spaarfondsen halen om leningen te verstrekken. “De Caisse is niet geroepen om bankier te zijn”, maakt vakbondsman Gasparotto zich ongerust. Twee gewezen bazen van de CDC zwaaien nu al met de rode vlag: “Er zijn grenzen die niet overschreden mogen worden. Mij lijkt het dat ze de voorbije weken al bereikt zijn. De Caisse mag en kan haar balans niet buitensporig vastzetten, want ze moet te allen tijde de liquiditeit van de fondsen die ze beheert kunnen garanderen”, zegt Daniel Lebègue vol overtuiging. En Robert Lion voegt eraan toe: “Het zou zelfmoord zijn om spaarfondsen te gebruiken voor participaties in ondernemingen.” (T)

Door Chloé Hecketsweiler en Marc Michaux

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content