EUROPESE BANKSECTOR

De banksector in continentaal Europa staat voor een periode van sterk toenemende concurrentie. Dat is de conclusie van William R. White verbonden aan de Bank for International Settlements ( BIS) te Bazel. Hij staaft zijn redenering met een overzicht van de krachten die het banklandschap de komende jaren zullen hertekenen.

Technologie.

Doordat informatica- en telecommunicatiekosten dalen, ontstaan tal van nieuwe financiële producten die met elkaar concurreren op basis van de prijs. En dat brengt relatiebankieren, het hart van het Europese continentale bankieren, op de helling. Tegelijk versnelt het globalisatieproces, buitenlandse banken komen zich vestigen en tasten de winstgevendheid van de thuisbanken aan.

De overheid wijkt.

Het beschermend regelgevend kader – met het accent op stabiliteit eerder dan op efficiëntie – heeft de overheid al enigszins afgebouwd. Maar ook subsidies worden teruggeschroefd.

De demografische ontwikkeling.

Banken moeten geleidelijk aan omschakelen van producten voor jongere mensen met een kleine beurs naar vermogensbeheer van rijkere ouderen, die zich veeleisender zullen opstellen. Door de lage opbrengstvoeten van hun traditionele spaarproducten vormt dat geen voordeel voor de traditionele bankiers.

De aandacht voor belangen van de aandeelhouders van de banken neemt toe.

Concurrentie van niet-banken.

Steeds meer niet-banken die niet aan bankreglementen zijn onderworpen, doen ook aan bankactiviteiten. Multinationals als Volvo, BP of Ford hebben bijvoorbeeld eigen bankdiensten.

De euro.

Als direct effect van de euro zullen ruimere Europese financiële markten ontstaan die zullen concurreren met traditionele vormen van bancair krediet. Maar White ziet de euro vooral als katalysator van de andere vermelde krachten. Hun interactie vormt de belangrijkste drijfveer naar meer competitie en naar een dynamiek die moeilijk te voorspellen en te controleren valt.

Tegen al deze krachten zal de sector uiteraard weerwerk bieden. Helaas zijn tal van conservatieve krachten institutioneel verankerd – vaak onder het mom van stabiliteit – en temperen de internationale competitie. Tegelijk bestaat weinig zekerheid over hoe nationale overheden zullen reageren op grensoverschrijdende initiatieven. Overnames van grote banken door buitenlanders blijken traditioneel een zeer gevoelige zaak.

Er dringt zich daarom een consolidatiegolf op. Zoals White echter vaststelt, voerde de banksector van continentaal Europa het jongste decennium nog maar bitter weinig herstructureringen door die de rentabiliteit hadden kunnen doen stijgen.

Bovendien gaat consolideren volgens White gepaard met een hoger systeemrisico – het risico dat het hele banksysteem crasht. Om te beginnen bestaat de kans dat grotere banken hun capaciteiten na een consolidatie zullen overschatten en denken dat ze een lange periode van stevige concurrentie wel zonder kleerscheuren zullen doorstaan. Ten tweede maken grote investeringen in informatietechnologie en dus hogere vaste kosten het economisch zinvoller om langere tijd met verlies door te werken in plaats van het bijltje erbij neer te leggen. Zo kan men immers naast de variabele kosten ook een deel van de vaste kosten recupereren. Maar dat alles verhoogt het risico dat banken uiteindelijk hun toevlucht zoeken in risicovolle activiteiten. Of dat ze ervan uitgaan dat ze zo groot zijn, dat de overheid hen toch zal bijstaan wanneer ze eenmaal in nesten zitten ( too big to fail). Verondersteld dan wel dat kleinere landen erin slagen de grote banken die bij hen gevestigd zijn te redden…, merkt White op. De beleids- en regelmakers staan voor harde tijden.

William R. White, “The Coming Transformation of Continental European Banking”, Bank for International Settlements, juni 1998.

Info: Tel. (00-41) 612.80.80.80.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content