“Europa is nog te afhankelijk van Amerika”

Dat de Europese Centrale Bank de zondebok is voor alle economische problemen in Europa, verbaast Guy Quaden niet. De gouverneur van de Nationale Bank is daarom een voorstander van meer politieke eenheid. Bovendien verwacht Quaden dat de euro ons beter zal beschermen tegen de invloed van Amerika. “Zowat iedereen heeft de invloed van de groeivertraging in de Verenigde Staten op de Europese economie onderschat.”

GUY QUADEN (NBB). “De doelstelling van de ECB is de strijd tegen de inflatie op middellange termijn. Dat staat zwart op wit in het Verdrag van Maastricht, dat nog altijd de monetaire grondwet van Europa is. De ECB moet die wet gewoon toepassen, dat is maar democratisch. Lage inflatie is noodzakelijk om het consumentenvertrouwen te behouden en dat consumentenvertrouwen is de essentiële motor van economische groei. Bovendien leidt een lage inflatie tot lage rentevoeten op lange termijn. Die zijn in landen als België en Duitsland veel belangrijker voor de economie, de gezinnen en de bedrijven. Die langetermijnrente wordt door de financiële markten bepaald, niet door de centrale bank.

“Belangrijk is ook dat onze politiek gericht is op middellange termijn. Wij reageren niet op de laatste inflatiecijfers. Wij proberen te voorkomen dat de stijging van sommige prijzen (bijvoorbeeld de olieprijzen) uitmondt in een inflatoire spiraal. Het monetaire beleid is trouwens meer dan een wiskundige formule, want in dat geval zouden er zelfs geen centrale bankiers meer nodig zijn.”

Moet de ECB zich blijven vastpinnen op die maximale inflatienorm van 2%?

QUADEN. “Het is de verdienste van de ECB dat ze met deze ambitieuze definitie van prijsstabiliteit een duidelijke transparantie nastreeft. Dat is van belang voor de financiële markten, maar ook voor de bevolking. De Europese bevolking heeft een uitgesproken aversie tegenover inflatie. Dat is historisch zo gegroeid, denk maar aan het naoorlogse Duitsland. Maar ook in Frankrijk bleek onlangs nog dat als de inflatie boven 2% uitkomt, het consumentenvertrouwen onmiddellijk begint te dalen. Bovendien is de Europese economie weinig flexibel. Een economische groei van meer dan 3% leidt bijna automatisch tot een hogere inflatie in Europa.”

De euro-economie vervalt steeds meer in korte cycli, waarbij de minste negatieve invloed van buitenaf voldoende is om een spaak in het wiel te steken. Hoe komt dat?

QUADEN. “Ik constateer inderdaad dat Europa nog steeds zeer gevoelig is voor externe invloeden en dan voornamelijk uit de Verenigde Staten. Zo heeft zowat iedereen de invloed van de groeivertraging in de Verenigde Staten op de Europese economie onderschat. De introductie van de euro biedt de Europese economie in zekere mate een betere bescherming. Dat komt vooral omdat het grootste deel van de externe handel nu interne handel is geworden. Bovendien zijn er geen schommelingen meer tussen de twaalf Europese munten. Toch is daarmee niet alle externe invloed verdwenen, want de invloed van de Amerikaanse financiële markten blijft bestaan. De financiële markten in Europa zijn weliswaar belangrijker geworden, maar daarom niet noodzakelijk onafhankelijker. Wanneer Wall Street om halfvier opengaat, heeft dat onmiddellijk zijn weerslag op de Europese indices. Bovendien hebben de directe investeringen van Europese ondernemingen in de Verenigde Staten aan belang gewonnen. Wanneer het minder goed gaat in de Verenigde Staten heeft dat nu niet alleen daar een invloed op de investeringen, maar ook op die in Europa.

“We mogen ook niet voorbijgaan aan de relatieve zwakte van de Europese economie. Vorig jaar ontspon er zich een heftige discussie over de berekening van de potentiële groei van de Europese economie. De ECB is toen zeer voorzichtig gebleven, met een hypothese tussen 2,25% en 2,50%. We kregen toen bakken kritiek over ons heen. Achteraf bleek dat wij het toch bij het rechte eind hadden. Het is blijkbaar onmogelijk voor de Europese economie om een paar jaar na elkaar een groeiritme van 3 à 4% aan te houden. De potentiële groei is nog altijd lager in Europa dan in de Verenigde Staten en dat komt door een gebrek aan flexibiliteit, mobiliteit en innovatie.”

De Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, heeft dit jaar al zevenmaal de rentevoeten verlaagd. Bent u verrast door de heftige reactie van de Fed op de verzwakking van de Amerikaanse economie?

QUADEN. “Historisch gezien is het inderdaad wel uitzonderlijk. Toch wil ik dit nuanceren. Eind vorig jaar stond de rentevoet van de Fed nog op 6,5%, bij ons op 4,75%. Bovendien was de evolutie van de economische activiteit verschillend. De vertraging in de Verenigde Staten begon vroeger en ontwikkelde zich ook sterker dan in Europa. Er is ook een verschil in mandaat tussen de Fed en de ECB en de Europeanen geloven niet erg in het vermogen van het monetaire beleid om de economische activiteit te regulariseren. Maar de verschillen zijn in de realiteit niet zo groot. Geen enkele centrale bankier blijft onverschillig tegenover de economische groei en nog minder tegenover de inflatie.”

Bijna alle regeringen spreken over besparingen en belastingverhogingen om de doelstellingen van het Pact voor Stabiliteit en Groei te kunnen handhaven. Versterkt dat pact de conjunctuurvertraging?

QUADEN. “Ik zeg niet dat het pact het achtste wereldwonder is. Het is echter onjuist te stellen dat het pact de vertraging van de conjunctuur versterkt. De regels van het spel zijn duidelijk. Met een normale groei moet de begroting van elk land op zijn minst in evenwicht zijn. Geen enkel land mag een kruis maken over zijn verleden. Wanneer in een periode van hoogconjunctuur nog steeds een budgettair tekort bestaat, heb je natuurlijk geen marge meer. Zeven EU-landen kenden vorig jaar een groei tussen 3% en 4%. Het budgettaire saldo in die landen varieert van +3,1% voor Zweden tot -1,5% voor Italië. Het is spijtig vast te stellen dat het net de drie grote landen uit het eurogebied zijn _ Duitsland, Frankrijk en Italië _ die vorig jaar iets te lichtzinnig met hun begroting zijn omgesprongen. België is een speciaal geval. Wij hadden vorig jaar wel een evenwicht in de begroting, maar wij torsen nog altijd de lasten uit het verleden, namelijk onze indrukwekkende staatsschuld en hebben om die reden niet veel ruimte.”

Kan een centrale bank efficiënt functioneren zonder een Europese minister van Financiën en zonder een Europese regering met uitgebreide budgettaire bevoegdheden?

QUADEN. “Ik besef dat het institutionele landschap zeker niet perfect is. Maar het is ook nog niet definitief. Het Europese monetaire beleid kan werken in het huidige landschap, maar een verdere evolutie is wenselijk. Ik heb in het verleden al gezegd dat de optimale functionering van de muntunie meer politieke eenheid in Europa impliceert. Waarmee ik echter niet gezegd heb dat er één enkele Europese regering moet komen. Dat is niet mogelijk en misschien zelfs niet wenselijk. Met meer politieke eenheid bedoel ik meer politieke coördinatie op verschillende vlakken. Het verleden heeft aangetoond dat het niet onmogelijk is om in één land een sterke regering én een sterke centrale bank te hebben. In het huidige institutionele landschap staat de ECB er inderdaad een beetje alleen voor. Het is dan ook niet verwonderlijk dat wij de zondebok zijn van alle problemen in Europa.”

Begin juni voorspelde de NBB dat de Belgische economie dit jaar met 2,6% zou groeien. Op dat moment was de consensus onder de analisten al gezakt tot 2%. Viel de NBB uit haar rol van hoedster van het algemeen belang?

QUADEN. “Sommige economisten bieden op vraag prognoses aan, week na week. Dat is niet het vak van de economisten van de Bank. Een- of tweemaal per jaar, en op basis van hypothesen die gemeenschappelijk in Frankfurt worden bepaald, wordt een zeer diepgaande oefening gemaakt die dan ook wat langer duurt. De timing viel dit jaar ongelukkig. Het onderzoek vond plaats begin mei en de resultaten werden begin juni gepubliceerd. Achteraf is het duidelijk geworden dat de Europese economie net in de maand mei sterk is verslechterd. Maar de neerwaartse risico’s stonden in de publicatie vermeld en ik heb ze in mijn commentaar bijzonder onderstreept. En wat betreft het budgettaire beleid heb ik al een jaar regelmatig tot voorzichtigheid opgeroepen. Slaat u er de krantenkoppen maar op na.”

Het toezicht op de nationale macro-economie en vooral de financiële sector ondergaat belangrijke wijzigingen. Welke rol kan de NBB daarin spelen?

QUADEN. “Wereldwijd bestaan er veel verschillende systemen voor het macroprudentieel toezicht. Maar in alle landen is de centrale bank verantwoordelijk voor de stabiliteit van het financiële systeem. In tien van de twaalf landen van de eurozone is de nationale centrale bank ook geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk voor dat toezicht. België vormt hierop een uitzondering: het toezicht op de micro-economie komt hier toe aan de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Door het ontstaan van de fusies in de banksector vervagen echter de grenzen tussen macro- en micro-economie. Toch vraagt de NBB niet dat de CBF een filiaal wordt. Wij zijn wel vragende partij voor meer coördinatie in België tussen de CBF en de NBB en op Europees vlak tussen de verschillende toezichthouders. Een enkele Europese toezichthouder zie ik in de nabije toekomst niet zitten. In elk geval zullen de nationale centrale banken zeker een belangrijke rol blijven spelen.”

Dirk Van ThuyneJohan Van Overtveldt

Johan Van Overtveldt

“Uitgerekend de drie grote landen uit het eurogebied _ Duitsland, Frankrijk en Italië _ zijn vorig jaar iets te lichtzinnig met hun begroting omgesprongen.”

“Eén enkele Europese toezichthouder op macro-economisch vlak zie ik in de nabije toekomst niet zitten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content