Eureka! De toekomst.

Wie eind jaren ’70 het Palo Alto Research Center van Xerox binnenliep, zag de toekomst van de IT-industrie voor zich weerspiegeld. En vandaag?

Palo Alto (VS).

In 1970 rees het Palo Alto Research Center ( PARC) op tussen de groene heuvelflanken boven Silicon Valley, luttele kilometers ten westen van Stanford University. Dit unieke centrum van grijze hersencellen kreeg toen als ambitieus opzet mee om de “architect van het informatietijdperk” te worden. En zo gebeurde. De eerste pc – de Alto – zag er het levenslicht. Het eerste lokale netwerk werd er in elkaar geknutseld, dankzij Ethernet, een protocol dat computers onderling verbindt. De eerste commerciële laserprinter – de Xerox 9700 – rolde er de deur uit.

De meeste van die briljante vindingen leverden Xerox, de geestesvader van PARC, echter nauwelijks één dollar op. De Alto-pc diende later als inspiratiebron voor de “Macintosh” van Apple. De uitvinder van Ethernet, Robert M. Metcalfe, verliet PARC om zijn eigen firma 3Com Corp. op te richten. En van innovaties zoals het gebruik van de iconen en vensters op een pc-scherm of het klikken met de computermuis werden alleen IT-industriëlen zoals Steve Jobs (Apple) en Bill Gates ( Microsoft) beter.

Toekomst is digitaal

“Dat nooit meer,” zei Paul A. Allaire, de CEO van Xerox, vorig jaar in een vraaggesprek met het Amerikaanse zakenblad Business Week. De toekomst van zijn bedrijf, zo beseft de topman, is vandaag meer dan ooit verbonden met de inventieve hersenkracht van PARC. De kopieergigant Xerox boekte vorig jaar een omzet van 18,2 miljard dollar. Zo’n 40% van die omzet was te danken aan digitale technologie. Daaronder vernuftige kopieertoestellen die op een netwerk kunnen worden aangesloten en de documenten eerst inscannen en daarna razendsnel dupliceren.

Ook de aanzwellende vraag naar kleurenkopieën was voor Xerox een opsteker. Dergelijke afdrukken duwen de verkoop van inktladers en andere randapparatuur – producten met een forse marge – de hoogte in. Een analist van Salomon Smith Barney becijferde dit prijsvoordeel ooit als volgt: als de kostprijs van één kopie met een tiende van een dollarcent stijgt, dikt dit de omzet van Xerox met pakweg 200 miljoen dollar aan.

Bij al dit moois geldt echter één voorwaarde. Dé basispijler van alle activiteiten bij Xerox is en blijft nog steeds het (goeie, ouwe) papieren document. “Als morgen dat papier zou verdwijnen, dan zitten we bij Xerox in grote nesten,” zegt Ross Bringans, manager van het Electronic Material Laboratory in PARC. Hij vervolgt: “Om ons tegen die dreiging in te dekken, moeten we dus op zoek naar nieuwe documenttypes.”

En daarbij

wordt onder meer gedacht aan organische video- en geluidsdocumenten die de klassieke notulen van een vergadering vervangen. Of digitale eigendomsrechten die de gebruikswijze van een document beïnvloeden – “zodat niet iedereen dit document kan inkijken en kopiëren,” aldus Bringans – of elektronische veilingen die de waarde van een document vastleggen. De kennisecologie of het onderzoek naar de wijze waarop kennis wordt opgebouwd en doorgegeven in een omgeving, speelt hierbij een belangrijke rol.

Dat is de uitdaging waarvoor Xerox staat. “Onze toekomst is digitaal,” zegt Paul Allaire. Een belangrijk deel van de 250 voltijdse onderzoekers in PARC – fysici, chemici, ingenieurs en computerspecialisten, maar ook antropologen, psychologen, linguïsten, cognitieve wetenschappers, ja zelfs kunstenaars – kijkt dan ook uit naar oplossingen die op artificiële wijze intelligentie kunnen inbedden in klassieke documenten of die deze intelligentie gebruiken om de inzameling en verwerking van informatie te optimaliseren.

Eén van de projecten was de installatie van een groot scherm langs de Sunset Boulevard in Hollywood. Voorbijrijdende autobestuurders konden er met de afstandsbediening van hun wagen boodschappen op achterlaten. Zo ontstond een soort interactief reclamepaneel waarop elke consument zijn mening kwijt kon. Dergelijke bizarre initiatieven lijken niet meteen de grote stroom dollars voor Xerox op gang te brengen. Geen nood. “Iemand die een boor koopt, die wil een gat. Op dezelfde manier kan je zeggen dat wie een printer koopt, een document wil afgedrukt zien. Kortom, de manier waarop een document totstandkomt, is voor PARC minstens even belangrijk als de wijze waarop dit document door de consument wordt gebruikt,” zo wordt hier geredeneerd.

Onderzoek is ruim terugverdiend

Het verband tussen de experimenten in PARC en de Xerox-producten is dus wel érg ver te zoeken. Het is een aanpak die diametraal staat tegenover wat andere IT-bedrijven – zoals b.v. Microsoft – met hun O&O-afdeling beogen: zij werven de superslimme softwarespecialisten precies aan om op (korte) termijn producten van direct (commercieel) nut te genereren.

Xerox streeft een andere filosofie na. Daar wordt geargumenteerd dat het budget van PARC minder dan 1% bedraagt van de totale 1,6 miljard dollar die het bedrijf elk jaar voor O&O uitgeeft. En in 1996 alleen al was één PARC-uitvinding – de Docutech-printer – goed voor een verkoopsomzet van 1,8 miljard dollar. Dat geld wordt dus ruimschoots terugverdiend.

Sterker zelfs, ieder bedrijf dat het zich financieel kan veroorloven, moet geld opzij zetten voor innovatie en dus voor zichzelf de mogelijkheid creëren om zijn eigen toekomst (opnieuw) uit te vinden. Heel wat hightech-firma’s uit Silicon Valley zijn die mening toegedaan. Alleen durft PARC daarin iets verder te gaan dan de rest. En niet ten onrechte. Tot op vandaag prijkt PARC nog steeds op het voorkeurslijstje van vele onderzoekers – naast vermaarde instituten zoals Stanford University, Carnegie Mellon, de AT&T Labs of het MIT Lab for Computer Science.

“Dit is nog steeds de plaats waar één individu een impact kan uitoefenen op de hele wereld,” zegt Eric Peeters, een 33-jarige Belg die sinds twee jaar lang voltijds lid is van de onderzoeksstaf van het Electronic Materials Laboratory in PARC. Zijn proefobjecten bestaan uit piepkleine micro-elektronische systemen – MEMS genaamd.

Een alledaags

voorbeeld van zo’n MEMS is de sensor in de wagen die een abrupte snelheidsverandering detecteert – en interpreteert als een “botsing” – en een airbag doet opblazen. Maar de wetenschappers in PARC denken verder en geloven dat het principe van de MEMS dé sleutel zal zijn voor zichzelf herstellende machines.

Experimenten met die micromachines spreken tot ieders verbeelding. Eric Peeters legt er één van uit: “Als je een zwaar gewicht bovenop een stalen antenne of smalle buis plaatst, dan zal die buis mogelijkerwijs doorbuigen. Maar als je die buis met microsensoren bedekt die, van zodra de buiging begint, de materie voorzichtig terugduwen dan kan die buis twee tot drie keer meer gewicht torsen dan in normale omstandigheden.”

Op die manier wordt “slimme materie” geproduceerd. Nu al dromen PARC-wetenschappers luidop van voorwerpen waarbij de fundamentele karakteristieken zoals vorm, stijfheid, kleur en reflectie van licht of geluid op bevel kunnen worden aangepast. Kortom, materie die “leeft” dus en die reageert op factoren uit de brede omgeving.

Nog meer tot de verbeelding sprekend is het onderzoekswerk van Ralph Merkle. “Laat ons de fundamentele bouwstenen van de dingen op een dusdanige wijze bewerken dat we ze tot op moleculair niveau kunnen verplaatsen als legoblokken,” zegt hij. “Daarmee zouden we voorwerpen kunnen afbreken en heropbouwen. Op die manier zouden we zelfs in staat zijn om toestellen te maken die zichzelf dupliceren – voor een kopieergigant als Xerox een aantrekkelijke uitdaging (glimlacht).”

Lessen uit het verleden

Uit zijn verleden heeft het PARC ook lessen getrokken. Zo liet het wetenschappelijk centrum de laatste vijf jaren gemiddeld één patent per onderzoeker registreren. Dit is merkwaardig meer dan de ratio die in andere commerciële onderzoekscentra zoals IBM Research (0,7) of de Bell Labs (0,2) gehaald wordt. “We zijn veel agressiever geworden,” stipt Ross Bringans aan. “We hebben nu zo’n 163 patenten in de kast liggen, dit is 73% meer dan in 1993.” Kortom, het PARC waakt erover vandaag geen onderzoek meer te doen met de achterdeur open.

Een andere belangrijke maatregel was het aanzwengelen van de “entrepreneursgeest” binnen de onderzoekslabo’s. Zowel wetenschappers als aspirant-onderzoekers worden nu meer dan ooit door Xerox aangemoedigd om met hun technologie de commerciële toer op te gaan – met een eigen opstartfirma. Begin 1996 zag Xerox New Enterprises ( XNE) het daglicht om deze spin-offs te begeleiden met logistieke steun en financieel advies. Het daarvoor noodzakelijke kiemkapitaal wordt aangereikt door Xerox Technology Ventures, een (intern) durfkapitaalfonds. Om één en ander in goede banen te leiden, wierf Xerox in de zomer van ’97 trouwens de ex- CFO van IBM, Richard Thoman, aan.

Deze aanpassingen

hielpen. Het PARC telt vandaag al een tiental veelbelovende spin-offs waaronder firma’s zoals InXight Software Inc. (gebruiksvriendelijke interfaces) en dpiX Inc. (vlakke beeldschermen). “In feite bouwen we voort op twee decennia van technologische ervaring die in de Xerox-groep aanwezig was: namelijk, het intuïtieve computergebruik én de talenkennis,” zegt Ian Hersey, manager en product marketeer bij InXight. En om de daad bij het woord te voegen, spreekt hij enkele foutloze volzinnen in het Nederlands uit, een taal die hij na studies aan de Universiteit Gent heeft geleerd.

InXight lanceerde vorig jaar de “hyperbolische browser”, een originele grafische interface waarbij vertakkingen van gegevens op het scherm tot leven komen alsof je in het brein van een computer tuurt doorheen de lens van een “fish eye”-objectief.

Deze hyperbolische interface is slechts één van de voorbeelden waarmee het PARC effectief kan inspelen op reële behoeften in de IT-markt. Een andere technologie van InXight, de LinguistX, doet computers talen begrijpen: dus er worden niet alleen woorden omgezet in computercode, maar de (digitale) tekst wordt op automatische wijze geanalyseerd en samengevat.

Stel je voor, iemand zendt een automatische bestelbon per e-mail op en de computer leest en analyseert deze bestelling op eigen houtje en zet het proces in gang om de verkoop en levering af te ronden. Dit zou pas elektronische handel in de echte zin van het woord betekenen. De vraag kan echter ook gesteld worden of dergelijke strategische technologie niet eerder in het kamp van Xerox zélf thuishoort, dan wel bij InXight?

PIET DEPUYDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content