Erger dan ezels

Het wantrouwen tussen de banken blijft bestaan. Dat heeft gevolgen voor de daggeldmarkten.

Er worden geen lessen getrokken. Eind juli 2007, op de dag dat de Amerikaanse zakenbank Bear Stearns in de problemen kwam met twee van haar Special Investment Vehicles, speciale investeringsinstellingen die operaties buiten balans voor rekening van de bank verrichten, barstte de bankencrisis los. Van toen af wantrouwden de banken elkaar. Ze wisten immers dat ze allemaal in dezelfde situatie verkeerden. Het gevolg was een drooglegging van de daggeldmarkt en een forse rentestijging.

De centrale banken zagen zich er toen toe verplicht massaal geld in het systeem te pompen. Ze verruimden hun kredietvensters tot nooit geziene hoogten. Banken maakten daar wereldwijd gretig gebruik van, wat tot een halvering van de rentetarieven leidde. Tot Lehman Brothers een jaar later overkop ging. Opnieuw verstarden de daggeldmarkten en stegen de rentetarieven tot nieuwe pieken. En opnieuw zagen de centrale banken geen andere uitweg dan de markt te overspoelen met vers geld.

Vandaag vindt er een gelijkaardig fenomeen plaats. Banken wantrouwen elkaar alweer. Zij weten niet in welke mate een tekortkoming van een westerse soevereine debiteur hen zou kunnen treffen. En aangezien ze de voorbije drie jaar allemaal gretig staatspapier kochten om dat bij hun centrale bank te kunnen deponeren in ruil voor vers geld, zitten ze er vol mee. De toestand van de Europese banken lijkt in dat opzicht weinig bemoedigend. Maar het zijn de Angelsaksische banken die voorlopig het zwaarst getroffen worden op de daggeldmarkt.

Bestorming van de ECB

Sinds de Griekse crisis begin januari uitbarstte tot aan de aankondiging van het ondersteuningsplan van 750 miljard euro begin mei, zijn de tarieven van de Euribor lichtjes gestegen, terwijl die van de Libor meer dan verdubbelden. Europese banken deden blijkbaar vaker een beroep op de faciliteiten van de Europese Centrale Bank (ECB) dan hun Amerikaanse collega’s op die van de Federal Reserve. Maar sinds de ratingverlaging van Spanje eind vorige week is de toestand drastisch veranderd.

De koers van leningen van de Europese lidstaten moest fors achteruit. De risicopremie die de Europese banken moeten betalen, volgde hetzelfde pad en staat op haar hoogste peil sinds het begin van dit jaar. Banken stormden naar de ECB om goedkoop krediet te krijgen (tegen 0,25 %). Het totaal aan gedeponeerde stukken bij de ECB overschreed 320 miljard euro, het hoogste niveau ooit, nog hoger dan bij het faillissement van Lehman Brothers.

Inmiddels beramen de regeringsleiders en de bevoegde autoriteiten plannen om een fonds op te richten dat door de banken rechtstreeks gespijsd moet worden en hen ter hulp zou snellen in geval van financiële ontreddering. Banken zullen voortaan grotere reserves moeten aanleggen om toekomstige verlieslatende verrichtingen beter op te vangen. Nergens is er echter sprake van om hun onderlinge relaties te verbeteren. Met andere woorden: om de daggeldmarkten in alle omstandigheden draaiende te houden.

Liquiditeitsproblemen ontstaan vaak uit solvabiliteitstekortkomingen. Maar in tegenstelling tot die laatste treffen liquiditeitstekorten alle financiële instellingen tegelijk, ongeacht hun financiële toestand. Tot op heden houden de voorgestelde maatregelen veel te weinig rekening met dat aspect. De aanwezigheid van een herfinancieringfonds of de verplichting om hogere reserves aan te leggen, zal het liquiditeitsprobleem niet oplossen. En zolang dat probleem blijft bestaan, zullen de rentetarieven in periodes van spanningen fors bewegen. Centrale banken of erkende staatsinstellingen moeten snel en vlot als enige tegenpartij op de daggeldmarkten kunnen optreden als men die onstabiliteit wil wegwerken. (C)

Door Jean-Pierre Avermaete

Banken zullen grotere reserves moeten aanleggen om toekomstige verlieslatende verrichtingen beter op te vangen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content