Er zit weer leven in de bouwerij

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

De bouwsector kruipt uit het dal van 1998. Maar een verhoging van de rentevoeten en een gebrek aan bouwgronden bedreigen het herstel. In het kader van de fiscale hervorming stelt de Confederatie Bouw een aanpassing voor van de huidige aftrekposten.

Terwijl de bouw van nieuwe woningen en appartementen in Vlaanderen vorig jaar nog met 20% afnam, kon de bouwsector het voorbije semester met positieve cijfers afsluiten: +10,8%. De heropleving van de bouwsector in Wallonië – waar het gebrek aan beschikbare terreinen kleiner is – was nog sterker: +15,3%.

Als we Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank van België, mogen geloven, zou er normaal ook volgend jaar positief nieuws te rapen moeten vallen: voor 2000 rekent hij immers op een stijging van het bruto binnenlands product (BBP) met niet minder dan 3%. Conservatieve analisten houden het op een economische groei van 2,5%. Ondanks een lichte verhoging van de rentevoeten, die historisch gezien nog altijd zeer laag blijven (gemiddeld 7% op een vast woonkrediet op twintig jaar), hebben deze vooruitzichten een positieve invloed op de algemene bouwconjunctuur.

De aanhoudend lage interestvoeten van de hypothecaire leningen en de groei van het reëel beschikbaar gezinsinkomen (2,5% in 1998) werpen in ieder geval hun vruchten af. Walter Asma, stafmedewerker van de directie economie en statistiek van KBC: “Sinds februari 1999 stijgt opnieuw het aantal afgeleverde bouwvergunningen. Nog recentere indicatoren, zoals de toename van de definitieve ontwerpen in opdracht, suggereren dat de gunstige wind in de bouwconjunctuur zich ook in het derde kwartaal van 1999 voortzet.”

Bovendien breiden de ondernemingen, na jaren van inkrimpen en rationaliseren, opnieuw uit. KBC verwacht in 2000 zelfs een stijging van 4,5 à 5% in de kantorenmarkt.

En ook de overheid investeert weer in burgerlijke bouwwerken. In 1998 en 1999 groeiden de publieke uitgaven met respectievelijk 6,2 en 8,2%. De verklaring hiervoor ligt niet alleen in het grotere budget van de overheid, aldus Asma. “Ook de toenemende behoefte aan onderhoud en vernieuwing van de infrastructuur, de lopende megaprojecten (hogesnelheidstrein, luchthaven van Zaventem) en de geplande maatregelen ter bestrijding van het mobiliteitsprobleem spelen een rol. Daarnaast beschikken de lokale besturen over extra inkomsten uit de privatisering van het Gemeentekrediet en vinden volgend jaar gemeenteraadsverkiezingen plaats. Die jagen altijd het aantal investeringen in de publieke infrastructuur in de hoogte.”

Zelfs Robert De Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw ( CB), is gematigd optimistisch: “Behalve voor de woningbouw – waar de beperkingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ( RSV) voor een stijging van de grondprijzen zullen zorgen – zijn de indicatoren positief. De algemene werkloosheid daalt en het gezinsinkomen neemt opnieuw toe.”

“Ook de renovatiesector zit in de lift. Het aantal bouwvergunningen steeg van 16.000 in 1995 tot bijna 19.000 in 1998. (De vooruitzichten van de – voornamelijk – Vlaamse woningbouw blijven echter zorgwekkend.) Daarnaast stijgt het volume van nieuwe kantoren van 30 miljoen kubieke meter in 1996 naar zo’n 40 miljoen dit jaar. Komt daarbij dat de beslissing van het begrotingsconclaaf om 7,5 miljard frank extra aan infrastructuurwerken te besteden toch perspectieven opent, op voorwaarde dat het geld niet naar gewone onderhoudswerken gaat. Hierover bestaat jammer genoeg geen eenduidigheid,” aldus De Mûelenaere.

Tot grote vreugde van de beroepsvereniging heeft minister van Financiën Didier Reynders ( PRL) nu ook een BTW-verlaging van 21 naar 6% aangekondigd voor renovatiewerken aan woningen van vijf tot vijftien jaar. Dit speciaal tarief zal niet alleen geldig zijn voor de lonen, zoals oorspronkelijk gepland, maar – conform de Europese richtlijn – ook voor het materiaal (uitgezonderd luxegoederen, zoals zwembaden en sauna’s). Net zoals in Frankrijk worden wel de liften en de collectieve verwarmingsketels in appartementen of andere groepsgebouwen uitgesloten.

De Mûelenaere: “Het huidige voorstel gaat in de richting die wij wensen, onder voorbehoud van meer gedetailleerde informatie over de toepassingsregels. De maatregel zal volgens ons vele gezinnen kunnen overtuigen hun verbouwingswerken door officiële aannemers te laten uitvoeren, in plaats van zelf alles te doen.”

Ook de aankondiging van het kabinet Verhofstadt om tegen 1 januari 2002 de personenbelasting te hervormen, biedt perspectieven, aldus de CB-topman. Volgens het regeerakkoord moet de fiscale druk op arbeid, die de creatie van nieuwe banen in de weg staat, dringend omlaag. Hierbij denkt de paarse-groene coalitie aan een beperking van het aantal tarieven, een verhoging van de belastingvrije minima en een hergroepering van de aftrekmogelijkheden in forfaitaire korven, zonder daarbij de totale inkomsten te verminderen. Begin volgend jaar zal Reynders de verschillende belangengroepen in de samenleving daarover consulteren.

Daarom acht

de bouwsector de tijd rijp om het dossier van de fiscaliteit op het spaarwezen aan te pakken. Op zijn jongste vergadering stelde het bestuurscomité van de CB een aantal pistes voor om het huidige, complexe stelsel bij te sturen. “Vooral het voornemen om de fiscale uitgaven te herzien, creëert kansen om bouw, aankoop of vernieuwing van woningen te stimuleren. Vandaag kunnen de belastingplichtigen – al dan niet cumulatief – een beroep doen op een gewone interestaftrek, een bijkomende interestaftrek, een belastingvoordeel voor het langetermijnsparen (kapitaalaflossingen) en een vermindering van registratierechten. Maar deze voordelen zijn aan een resem beperkingen onderworpen. Bovendien is de berekening van het uiteindelijke bedrag zeer ingewikkeld, zodat bijna niemand op voorhand weet hoeveel belastingen hij nu minder moet betalen,” aldus De Mûelenaere.

De Confederatie Bouw dokterde een zestal alternatieven uit die de sector moeten stimuleren, zonder dat de schatkist er zwaar door wordt belast:

de samenvoeging van de maximale aftrekken voor de premies van individuele levensverzekeringen, kapitaalaflossingen en bijdragen voor pensioensparen tot 89.000 frank;

bij de berekening van de bedrijfsvoorheffing 3% van de eerste schijf van 2 miljoen frank voor een hypothecaire lening aftrekken om kandidaat-bouwers in het geval van de enige woning op voorhand over de streep te trekken (nu krijgt men pas achteraf geld);

de uitbreiding van de fiscale voordelen tot leningen, aangegaan voor de aankoop van bouwgronden (die in de huidige context een steeds grotere hap van het beschikbare budget opslokken);

de invoering van een belastingvermindering voor het voorafgaand bouwsparen;

het voorbehouden van het verlaagd registratierecht (6%) op de eerste schijf bij de aankoop van de enige woning of bouwgrond, al dan niet gekoppeld aan de stadsgebieden;

een belastingvermindering voor renovatiewerken, waar nu de verleiding voor zwartwerk het grootst is (deze maatregel bestond al in het begin van de jaren tachtig).

De Mûelenaere besluit:”Onze voorstellen verbeteren de transparantie van het belastingstelsel. Bovendien krijgen de kandidaat-(ver)bouwers een nieuwe stimulans en worden de sociale doelstellingen van het regeerakkoord nageleefd. Een driedubbele winwinsituatie voor de burger, de staat én het bedrijfsleven.”

eric pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content