Er zijn alternatieven voor uw bank

Het botert niet tussen de KMO’s en de banken, zo toont de Trends CEO-Poll aan. Een enquête van Unizo bevestigt dat zelfstandigen zoeken naar andere manieren om aan centen te komen. Autofinanciering bijvoorbeeld, of een fiscaal gunstregime voor leningen van familie en vrienden. Maar dan moet de overheid wel meewerken.

“Vroeger smeten de banken met geld. Vandaag moeten KMO’s smeken voor kredieten.” KrisPeeters, gedelegeerd bestuurder van de Unie van Zelfstandige Ondernemers ( Unizo) , trekt aan de alarmbel. Als de overheid niet snel ingrijpt, vinden de kleine bedrijven geen geld meer om hun noodzakelijke investeringen te financieren. Deutsche Bank trekt zich officieel uit de KMO-markt terug en onze nationale kredietinstellingen – vooral Fortis – verhogen de drempels. Daarom legt Unizo vandaag, donderdag 21 maart, een nieuw actieplan aan de regering voor om KMO’s extra zuurstof te geven.

Om hun rentabiliteit op te krikken, gaan de banken veel selectiever te werk en vragen zij een hogere kostprijs voor hun leningen. Volgens de Nationale Bank zijn de marges op de investeringskredieten verhoogd van 1,5% naar 2%. Johan Bortier, hoofd van de Unizo-studiedienst: “In vergelijking met een jaar geleden zakte het kredietvolume voor KMO-investeringen in het vierde kwartaal van 2001 van 72,5 naar 70 miljard euro, een daling van 3,3%.”

Intussen buigt op federaal vlak de parlementaire werkgroep van Aimé Desimpel ( VLD) en Eric André ( PRL) zich over het probleem van de kredietschaarste, terwijl Vlaams minister van Economie Jaak Gabriëls ( VLD) een rondetafel over KMO-financiering organiseert.

Geen vertrouwensrelatie meer

Maar de knelpunten beperken zich niet tot een hoge rente of een kredietschaarste. Uit de jongste enquête van Unizo blijkt dat de relatie van KMO’s met hun financiële instelling in het algemeen flink verslechtert (zie grafiek 1: Kredietdossiers van KMO’s). Peeters: “Bijna een kwart van onze leden is niet tevreden over hun bank. Zo’n 25% klaagt over kredietschaarste. Niet minder dan 37% van de ondernemingen zegt dat ze op dit ogenblik moeilijker een langetermijnlening kunnen krijgen dan vroeger. En 18% werd botweg geconfronteerd met een weigering.”

Bovendien veranderen de spelregels voortdurend. De banken wijzigden in 13% van de gevallen hun voorwaarden ná toekenning van het krediet. Bij 3% van de KMO’s zegden de financiële instellingen hun lening zelfs op, terwijl 8% een waarschuwing te slikken kreeg. De situatie voor ondernemingen met financieringsproblemen is nog dramatischer. Hier dreigde de bank bij 32% met een stopzetting, wat ze in 22% ook effectief deed.

De bankwaarborg vormt het kernprobleem voor de KMO’s. Volgens 88% van de respondenten levert het onderpand spanningen met de financiële instelling op, gevolgd door de kostprijs van het krediet en de ondoorzichtigheid van de waarborgen (zie grafiek 2: Problemen voor KMO’s bij bankfinanciering). Bortier: “Ondanks de bescherming van het vennootschapsrecht staat nog altijd 42% van de kleine en middelgrote ondernemers persoonlijk borg voor zijn bedrijfskrediet. De familieleden nemen 7% voor hun rekening. Bijna de helft van de ondervraagden stelt dat de bank nu meer waarborgen eist dan vroeger. Vaak wordt tot 150% van de geleende som gevraagd. Veel KMO’ers merken ook op dat hun financiële instelling het onderpand niet vermindert naarmate de afbetaling vordert. Dat druist in tegen de financiële logica.”

Ook de afhandeling van het dossier scoort slecht. Een grote meerderheid van de bedrijven hekelt zowel de traagheid van het beslissingsproces als de administratieve rompslomp bij de banken. Ze zijn zelfs ontevreden over hun kennis van de KMO’s. Verrassend is wel dat ongeveer 60% toegeeft dat hun financieringsproblemen te wijten zijn aan hun onvermogen tot terugbetaling of aan het eigen vermogen van het bedrijf. Meer dan de helft van de ondernemers noemt het gebrek aan een goed businessplan als oorzaak van de slechte bankrelatie.

Tegelijkertijd polste Unizo naar de verwachtingen van de KMO’s tegenover de overheid (zie grafiek 3: Gewenste overheidsmaatregelen). Peeters: “Een topprioriteit voor de ondernemers is een fiscale aanmoediging van zelffinanciering, bijvoorbeeld door middel van een lager belastingtarief bij winstreserveringen. Op de tweede plaats vragen zij een verhoging van de rentetoelagen. Maar subsidies zijn een verouderd instrument en stuiten snel op budgettaire beperkingen. Daarom hebben wij dit voorstel niet opgenomen in ons actieplan. Wel willen we de huidige intrestsubsidie behouden voor kleine bedrijven en starters.”

Veel KMO’s vermoeden dat er weinig of geen concurrentie onder de financiële instellingen heerst, want drie kwart eist van de overheid een beteugeling van de onderlinge bankafspraken. Ze zijn ook voorstander van (in dalende volgorde van belangrijkheid) een versterking van het Participatiefonds en het VlaamsWaarborgfonds, de oprichting van een KMO-investeringsfonds voor risicokapitaal, en de zogenaamde Tante Agaat-regeling, een fiscaal voordelig tarief voor leningen van familieleden en vrienden.

Fiscale vrijstelling voor autofinanciering

Op basis van deze enquête stelde Unizo een actieplan voor de overheid samen. In de eerste plaats pleit de organisatie voor een belastingvrijstelling van 50% op de gereserveerde winsten, die gebruikt worden om het eigen vermogen van de onderneming op te krikken. Dit voorstel sluit volledig aan bij de conclusie van de werkgroep-Desimpel-André om de autofinanciering te stimuleren. Bortier: “Om budgettaire redenen beperken we het voordeel tot alle KMO’s met een belastbare winst van maximaal 322.500 euro. In een eerste fase bedraagt het voordeel ten hoogste 61.500 euro. Volgens onze ramingen zal deze maatregel 210 miljoen euro kosten, maar dan houden we geen rekening met eventuele terugverdieneffecten.”

Ten tweede eist Unizo een dynamisering van het Vlaams Waarborgfonds. Dat fonds dekt de hoofdsom, de interesten en de bijkomende kosten tot 50% à 90% van het krediet. Bortier: “Het huidige systeem werkt niet. Het aantal dossiers zakte op twee jaar tijd van 1281 naar 513. Daarom pleiten wij voor een automatische waarborg, waarbij de kredietinstelling zelf beslist over de toekenning. Deze mogelijkheid bestaat al, maar wordt in de praktijk niet toegepast. Daarnaast zouden starters gratis zo’n waarborg moeten krijgen en kan de overheid een samenwerking met het Europees Investeringsfonds afsluiten om de financiële slagkracht te verhogen.”

Ten derde vraagt Unizo een financiële versterking van het Participatiefonds. Deze federale instelling verstrekt goedkope, achtergestelde leningen aan zelfstandige ondernemers, vrije beroepen en werkzoekenden. Hierdoor versterkt de financiële structuur van de zaak. Want achtergestelde leningen worden als eigen vermogen beschouwd, wat de toegang tot het gewone bankkrediet vergemakkelijkt. Bortier: “Sinds haar ontstaan heeft het Participatiefonds al 32.000 bedrijven ondersteund. Met 1393 kredieten voor een totaal bedrag van 77 miljoen euro was 2000 een topjaar.”

Het idee van Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) om fiscale vrijstellingen voor investeringen in s mall business investment companies (SBIC’s) te voorzien, acht Unizo weinig zinvol. Peeters: “In de Verenigde Staten genieten slechts 3060 KMO’s op een totaal van vijf miljoen bedrijven van deze maatregel. Als je dat cijfer naar Vlaanderen extrapoleert, hou je slechts zestig ondernemingen over. Zo los je het autofinancieringsprobleem niet op. Bovendien bestaat er al een soort van garantie voor investeringen in risicokapitaal. Het Vlaams Waarborgfonds kan verliezen van een participatiemaatschappij gedeeltelijk terugbetalen. Maar vorig jaar keurde de overheid slechts zes zulke dossiers goed. Daarom pleiten wij voor een uitbreiding van de waarborgen in tijd en in dekkingsgraad.”

Evenmin ziet Unizo private privaks – zoals de werkgroep Desimpel-André en Vlaams economieminister Jaak Gabriëls voorstellen – zitten. Hierbij zouden de fiscale voordelen voor beursgenoteerde beleggingsfondsen uitgebreid worden naar venture capitalists met maximaal vijftig aandeelhouders, die elk voor minimaal 250.000 euro zouden deelnemen. Bortier: “Maar zo’n maatregel zou in het beste geval slechts honderd KMO’s op jaarbasis steunen. De kosten liggen te hoog voor wat ze opleveren.”

Tante Agaat

In plaats van een KMO-investeringsfonds voor risicokapitaal of een vrijstelling van vennootschapsbelasting voor kapitaalverhogingen om de schuldgraad te verlichten, gelooft Unizo meer in een fiscaal gunstregime voor leningen van familieleden en vrienden aan KMO’s: de zogenaamde Tante Agaat-regeling. Peeters: “Wij geven de voorkeur aan de term businessinvestor-kredieten. Hierbij denken we aan een rentevrijstelling van 2500 euro per persoon bij achtergestelde leningen – rechtstreeks van particulier tot ondernemer – om het eigen vermogen te versterken. Zo is Lernout & Hauspie toch ook begonnen.” De schuldeiser zou bovendien tot maximum 25.000 euro per starter verlies mogen nemen als het krediet binnen acht jaar wordt kwijtgescholden. De rentevrijstelling is aftrekbaar in de personenbelasting en behoort dus tot de bevoegdheden van de Vlaamse overheid.

Veel andere instrumenten hebben we nog niet. In Nederland bestaat nog de mogelijkheid van een indirecte vrijstelling voor opbrengsten van aandelen in winstbewijzen van de Agaat-fondsen. Maar wegens de administratieve lasten lijkt deze maatregel minder bruikbaar, zegt Peeters.

Voorts demystificeert Unizo de stelling van Desimpel en Gabriëls als zouden Business AngelNetwerken (BAN’s) – particuliere, informele investeerders – het probleem van de KMO-financiering kunnen oplossen. Bortier: “In ons land zijn zeven BAN’s actief. Ze krijgen een subsidie van 50% op hun personeels- en werkingskosten, met een maximum van 210.709 euro. In 2000 realiseerden zes netwerken samen 24 investeringen voor een totaal bedrag van 5,55 miljoen euro. Dat betekent een gemiddelde van slechts vier dossiers per BAN. Het resultaat valt dus tegen. Bovendien is volgens ons in Vlaanderen slechts ruimte voor één efficiënt netwerk. Daarom pleiten wij voor de invoering van performantiecriteria bij het toekennen van subsidies.”

Eric Pompen

epompen@trends.be

Vandaag, 21 maart, organiseert Unizo het symposium ‘KMO en Financiering’, waarin de resultaten van de enquête worden toegelicht.

De gedetailleerde resultaten van de Unizo-enquête over de financiering van KMO’s.

“Bijna een kwart van onze leden is niet tevreden over hun bank.”

Kris Peeters, Unizo

60% van de KMO’s geeft toe dat hun financieringsproblemen te wijten zijn aan hun onvermogen tot terugbetaling of aan het eigen vermogen van het bedrijf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content