Er is werk aan de banenplannen

Er staan niet minder dan 104 banenplannen op de overheidswebsite aandeslag.be. De politici doen een nieuwe poging om dat zootje te saneren. Een van de denksporen legt de structurele maatregelen bij de federatie en het doelgroepenbeleid bij de gewesten.

Mannen maken plannen. Vrouwen ook. Nieuwe bezems keren goed en een nieuwbakken minister van Werk vindt meestal wel dat er een banenplannetje, dat uiteraard uit de eigen koker komt, bij kan. Zo gebeurt het dat na elke al dan niet geslaagde saneringspoging van al die goedbedoelde maatregelen, nieuwe plannetjes als paddenstoelen telkens weer uit de grond schieten.

En zo komt het dat het alweer tijd is om te wieden. De wiedster van dienst is Greta D’Hondt . Zij is op het kabinet van minister van Werk Joëlle Milquet (cdH) verantwoorderlijk voor het rationaliseren van het aantal banenplannen. De voormalige vakbondsvrouw en CD&V-kamerlid wordt bij vriend en vijand geroemd om haar grote dossierkennis. Met haar komt er misschien schot in de zaak, zegt ACV-voorzitter Luc Cortebeeck.

Maar hoe erg is het gesteld met het overaanbod van banenplannen? Het vinden van het antwoord op die vraag blijkt een moeilijke zoektocht, die ons brengt langs werkgeversorganisaties, vakbonden, een webstek waar werkgevers en werknemers kunnen uitvissen waarop ze recht hebben (www.aandeslag.be), de Vlaamse en federale minister van Werk, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid (KSZ).

Allemaal zijn ze hulpvaardig, maar het distilleerproces van al hun gegevens vraagt tijd. Een oudere werkloze bijvoorbeeld is bij de ene een 45-plusser en bij de andere iemand die de vijftig voorbij is. Begrijpe wie kan. Voorts varieert de datum van de jongste gegevens die voorhanden zijn. Het maakt een overzicht des te moeilijker. Niemand in het koninkrijk lijkt te kunnen zeggen hoe het doolhof aan banenplannen precies in elkaar zit. Niet getreurd, Trends spaarde kosten noch moeite en wat hier volgt, is een proeve van samenvatting.

Van de 104 banenplannen op aandeslag.be zijn er 41 Belgisch, 22 Vlaams, 16 Brussels, 17 Waals en 8 van de Duitstalige Gemeenschap. Volgens categorie bestaat de top vier uit: 25 banenplannen voor jongeren onder de 26 jaar, 24 voor arbeidsgehandicapten, 20 voor 45-plussers en 15 voor laaggeschoolden.

België werkt via een vermindering van de RSZ-bijdragen. In het vierde kwartaal van vorig jaar waren die verlagingen samen goed voor bijna 1,4 miljard euro. Op nummer één staat de structurele vermindering van de bijdragen, met ruim één miljard euro die ten goede komt aan bijna twee miljoen voltijdse equivalenten. Het werkelijke aantal werknemers ligt dus hoger. Het globale bedrag is onderverdeeld in acht clusters. Ze zijn samen goed zijn voor tientallen verschillende formules, die we u besparen (zie grafiek: Vermindering RSZ-bijdragen laatste kwartaal 2007).

In Vlaanderen strijken de gesubsidieerde contractuelen (gesco’s) bij de plaatselijke besturen het meeste geld van de banenplannen op. Het kabinet van Vlaams minister van Werk Frank Vandenbroucke (sp.a) liet weten dat er in 2006 zowat 216 miljoen euro ging naar 20.784 voltijdse equivalenten. In dat jaar waren er 6179 gesco’s bij andere werkgevers, die 67 miljoen euro hulp kregen. De sociale werkplaatsen vervolledigen de Vlaamse top drie: de 3729 begunstigden zijn goed voor een budget van 46,9 miljoen euro (zie grafiek: Gesco’s aan de top in Vlaanderen).

Doelgroepen terugschroeven

Al die plannen doen Greta D’Hondt aan de kermis denken: “Het lijkt een kermiskraam met tientallen koorden waar je aan kunt trekken en waarbij je altijd prijs hebt. Neen, die banensituatie is niet gezond. Er werd al een vereenvoudiging doorgevoerd in 2002. Daarna deed lobbywerk nieuwe plannen ontstaan. Veel hangt af van de politieke kleur van de minister en het landsdeel waar hij of zij vandaan komt. Neem bijvoorbeeld de plannen voor de herverdeling van de arbeid, die de laatste regering-Dehaene uitdokterde. Het was een paradepaard van de PS en de FGTB. Zo’n symbool schaf je moeilijk af.”

De arbeidsdeskundige kiest ervoor om op het Belgische niveau, naast de structurele lastenverlagingen, het loon als criterium te nemen. Dat moet in de plaats komen van het doelgroepenbeleid. Ze wil het aantal groepen drastisch terugschroeven. Een goede zaak volgens academici want een doelgroepenbeleid versterkt de segmentering van de arbeidsmarkt en remt de normale carrièremobiliteit af. Zegt Joep Konings, hoogleraar Economie aan de KU Leuven: “Als je jongerenbanenplannen gaat promoten, leidt dat tot perverse effecten waarbij bedrijven meer jongeren aanwerven dan ouderen. De efficiëntie van de banenplannen is dus beperkt en het systeem blijft administratief zeer complex.”

Doordat telkens een nieuwe groep onder bepaalde voorwaarden bevoordeeld wordt, moeten selectiebureaus en sociale secretariaten kandidaten daarop screenen en steevast de verschillende voorwaarden en formaliteiten in het oog houden. Human- resourcesafdelingen van bedrijven houden zich op die manier meer met bureaucratie bezig dan met personeelsbeleid (zie ook kader: De perverse effecten van banenplannen).

Veel doelgroepenplannen voor allochtonen, jongeren en laaggeschoolden kan je in de structurele lastenvermindering voor lage lonen onderbrengen, aldus D’Hondt. Zij trekt de lagelonengrens op en indexeert die jaarlijks. Dat doet ze eveneens met de maatregelen voor de hogere lonen, die de braindrain moeten tegengaan. “Een eenvoudige forfaitaire lastenverlaging genereert sterke en bewezen effecten”, stelt Joep Konings, “Dat komt ook ten goede aan de laagste lonen want als procent van uw totale loonkost weegt een forfaitaire lastenverlaging zwaarder door bij de lage dan bij de hoge lonen. Er worden bovendien geen tewerkstellingsvoorwaarden aan gekoppeld en ze komen ten goede aan zowel de werklozen als aan de werkenden. Er doet zich geen substitutie-effect of verdringing van reguliere tewerkstelling voor want indien de maatregel enkel zou gelden voor wie nieuw wordt aangeworven zouden bedrijven geneigd zijn om de bestaande werknemers te ontslaan en er nieuwe aan te trekken.”

Regionale banenplannen?

Bovenop die Belgische plannen kunnen de deelstaten volgens Greta D’Hondt maatregelen treffen die hun regio ten goede komen. Zo kan Vlaanderen zich focussen op de oudere werklozen en Wallonië op de jongere. Dat lijkt een prima taakverdeling tussen de overheden. Zou dat geen ideetje zijn voor de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid? Regionale banenplannen vinden in de ogen van Joep Konings geen genade: “Mobiliteit stimuleren is veel belangrijker. Die jonge Waalse en Brusselse werklozen kunnen een job aanvaarden in Vlaanderen. Maar de immobiliteit is ook binnen Vlaanderen enorm groot. Denk maar aan Ford Genk. Werknemers konden een job krijgen in Gent. Slechts twee arbeiders hebben de stap gezet. Het is een Belgisch mentaliteitsprobleem.”

D’Hondt van haar kant wil zich niet over die regionalisering uitspreken en benadrukt dat ze zich enkel met de technische kant van de zaak bezighoudt. De politieke implicaties, daar moeten anderen zich over uitspreken.

Maar wat zou die vermindering van het aantal doelgroepen nu op Belgisch niveau betekenen? De efemere federale minister van Werk, Josly Piette (cdH), vroeg het aan de Nationale Arbeidsraad (NAR). Hij maakte ooit, zoals D’Hondt, deel uit van de top van de christelijke vakbond. De sociale partners in de NAR vertelden de minister dat de bijna zevenhonderd miljoen euro vermindering van RSZ-bijdragen die naar de doelgroepen gaan, dan bij de structurele vermindering voor lage lonen terechtkomt. Die post, het gaat om prognoses voor 2008, stijgt daardoor tot bijna één miljard euro (zie grafiek: Verlaging werkgeversbijdragen 2008).

Greta D’Hondt gaat met al die gegevens aan het werk op het kabinet van Piettes opvolgster, Joëlle Milquet (cdH). Die is er nog maar net en heeft al haar banenplannetje klaar: 75 euro voor werklozen die verder van huis aan de slag gaan in een regio waar ze arbeidskrachten zoeken. Al is het zeer de vraag of het de politica te doen is om een arbeidsmigratie op gang te helpen brengen van het zuiden naar het noorden van het land. Het is inderdaad hemeltergend dat bijvoorbeeld de provincie Henegouwen met een grote werkloosheid kampt terwijl werkgevers even verder, over de taalgrens in West-Vlaanderen, om werknemers verlegen zitten.

Milquets plan maakt deel uit van het communautaire steekspel tussen Vlamingen en Franstaligen dat al bijna een jaar hevig woedt. De bewindsvrouw kreeg meteen de wind van voor. Haar Vlaamse collega Frank Vandenbroucke was scherp. Zijn reactie kwam neer op: u hebt zo al geen geld en het arbeidsmarktbeleid hoort bij de gewesten.

Greta D’Hondt hoopt tegen midden juni in grote lijnen te weten of het vereenvoudigingsopzet kans op slagen heeft. Belangrijk daarbij is het antwoord op de vraag hoever de sociale partners willen gaan. (T)

Door Boudewijn Vanpeteghem en Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content