“Er blijft bij Fortis niks over om nog in te geloven”

Twaalf jaar lang was Valère Croes de rechterhand van Maurice Lippens. Het duo lag in 1990 mee aan de basis van Fortis. Hoewel Limburger Croes sinds 2004 geen uitvoerend mandaat meer heeft, volgt hij de situatie bij ‘zijn’ Fortis op de voet. Ondersteboven is hij van wat er nu gebeurt. “Maar goed, een mens leert relativeren.”

Een ware primeur was het in 1990. Fortis ontstond toen via de transnationale fusie van de toenmalige Belgische verzekeraar AG met de Nederlandse verzekeringsgroep Amev. Maurice Lippens staat in het collectieve geheugen gegrift als de architect, maar eigenlijk werden de eerste contacten met de Nederlanders gelegd door Valère Croes. Hij beschikte over de juiste contacten om de Fortis-saga op gang te trekken. Na zijn studentenstage bij AG kwam de bescheiden Limburger namelijk terecht bij verzekeraar Nationale Nederlanden in Rotterdam. Hij bleef er dik anderhalf jaar, en vond toen opnieuw onderdak bij AG.

Vijftig jaar is Valère Croes intussen actief in de verzekeringssector. Bijna even lang is hij getrouwd, en in maart wordt hij 75. Een jubileumjaar met een scherp randje. Een eindpunt, maar ook het begin van een periode waarin Croes vooral gelukkig wil zijn.

U wordt de geestelijke vader van Fortis Insurance genoemd.

VALÈRE CROES. “Ach nee. Ik ben veeleer een van de founding fathers. Het was trouwens Amev-bestuurder Peter Rosenberg die de eerste stap deed. Hij wist dat we op zoek waren naar groei. In België was AG toen de tweede grootste verzekeraar, na Royale Belge (nu AXA). Rosenberg vroeg me of we eens serieus konden praten. Er volgde een tweede gesprek. Ik herinner me nog altijd dat zijn regenjas na afloop uit onze vestiaire gestolen werd. ( lacht) Dat gaf natuurlijk geen goede indruk. Toch kwamen de onderhandelingen met de Nederlanders toen pas goed op gang. Op een bepaald ogenblik haalde ik er Maurice Lippens bij. We tekenden met z’n vieren de fusie uit: twee Nederlanders, Lippens, en ik.”

Wat er nu allemaal met Fortis gebeurt, moet u toch hard raken?

CROES. “O ja! Ik heb er 35 jaar van mijn leven ingestoken. Altijd hard gewerkt. Ik woon op 65 kilometer van Brussel, maar in mijn hele carrière ben ik er misschien twee nachten op hotel gebleven. Altijd ging ik op en af. Dat was zwaar, ja. Het is goed dat je dan een echtgenote hebt die dat allemaal begrijpt, die alle zorgen thuis draagt, en die voor de kinderen zorgt.”

Hoe gaat u om met de jongste ontwikkelingen in de Fortis-saga? Er zijn mensen die er ziek van worden.

CROES. “Je moet leren te relativeren. In de jaren die voor mij nog overblijven, moet ik proberen om gelukkig te zijn. Met mijn kinderen en mijn kleinkinderen. Als ik ‘s morgens opsta, wil ik voortaan zelf beslissen wat ik doe en wat ik niet doe. Daar ben ik wel aan toe. Als het mooi weer is, ben ik graag buiten. Ik tuinier graag. Of ik ga naar een mooie kunstveiling of een concert. Of op zaterdag naar de harmonie waar ik al zo lang voorzitter van ben. Ik ontmoet daar vrienden. Heel eenvoudige vrienden. Maar ik ben tevreden dat ze met 50 zijn, en dat ze hun best doen.

“In maart word ik 75. Een geluk dat ik die kans krijg, want ik ken er veel die ze níet hebben gekregen. (stilte) Ik spreek daar niet graag over, maar twee van mijn vier kinderen zijn verongelukt. Mijn oudste dochter, toen ze elf was, in een auto-ongeluk. Enkele jaren later kwam mijn zoon om, op de weg van Luik naar Tienen. Hij was 21, en zat in zijn vierde jaar architectuur. Dat ongeluk was de reden waarom ik mijn uitvoerend mandaat bij Fortis opgaf toen ik 63 was. Ik kon gemakkelijk nog een paar jaar mee, maar ik heb op dat moment beslist om me niet vast te klampen aan mijn functie. Of aan de wedde die eraan verbonden was. Ik ben wel in de raad van bestuur gebleven tot ik 70 was. Ik heb altijd in Fortis geloofd.”

Nu nog altijd?

CROES. (aarzelend) “Nee. Ik geloof er al niet meer in sinds het moment dat men besliste om ABN Amro over te nemen. En nu? Is er wel een toekomst voor Fortis Holding? Is er inhoud, een strategie, een management? Er is niks op dit ogenblik. Ze weten niet eens waar ze gaan terechtkomen.

“Ik vind dat de aandeelhouders erg kortzichtig hebben gehandeld. Ze hebben een beslissing genomen zonder toekomst. Bovendien vind ik het zeer onverstandig dat de Fortis-aandeelhouders zich zo defaitistisch hebben opgesteld. Een aandeel dat één euro waard is of helemaal niks? Het kan hen niks schelen. We zijn toch alles kwijt, oordelen ze. Ze denken alleen aan zichzelf. Er zijn ook de werknemers, de klanten en het bedrijf zelf!”

Was die nee-stem niet begrijpelijk? Hebben de aandeelhouders in zekere zin ook niet tegen een hele cultuur gestemd? Tegen de oude garde?

CROES. “Dat is juist.”

Kunt u daar begrip voor opbrengen?

CROES. “Ik ben ook aandeelhouder van Fortis. En ik ben daardoor drie jaar van mijn vroegere wedde verloren. Niet de wedde die men aan Votron betaalde, maar een jaarwedde van zowat 300.000 euro. Maal drie. Ik ben dus veel geld kwijt, ja. Maar ik ben veel méér kwijtgeraakt in het leven. Rijk zal ik waarschijnlijk toch nooit worden, en arm hopelijk evenmin. Ik ben nog welstellend genoeg. En ik ben in staat om van veel dingen afstand te nemen.”

Waarom hebt u dan uw aandelen niet verkocht op het moment dat de fusie met ABN Amro werd aangekondigd?

CROES. (stilte) “Dat is een goede vraag. Een héél goede vraag. Toen er plannen gemaakt werden met ABN Amro was er overal enthousiasme en applaus. Dat zal de reden wel geweest zijn. Ik heb toen zelfs ingetekend op de eerste kapitaalverhoging die Fortis moest doorvoeren, hoewel het mij werd afgeraden.”

U bent jarenlang de rechterhand geweest van Maurice Lippens. Vandaag is hij publieke vijand nummer één. Ziet u hem nog?

CROES. “Een paar weken geleden zijn we samen iets gaan eten. Hij had me toen gebeld. Ik werkte al twintig jaar bij AG toen Maurice Lippens erbij kwam. Hij volgde zijn oom op in de raad van bestuur. Een paar jaar later werd hij voorzitter van de raad van bestuur. Toen het mandaat van directievoorzitter verviel, heeft Lippens mij onmiddellijk in die functie benoemd. We hebben twaalf jaar uitstekend samengewerkt, en vaak moesten we samen naar het buitenland. We dronken dan ‘s avonds altijd een Duvel of een calvados. Op zulke momenten werd heel open gepraat, dus we kennen elkaar goed.

“Er is een zekere vriendschap gegroeid, hoewel we totaal verschillend zijn. Hij komt uit elitaire milieus. Mijn ouders waren middenstanders. Mijn vader was bierhandelaar en is begonnen in de brouwerij van Alken. Daarna heeft hij helemaal alleen een bierhandel opgestart in Gingelom. Hij was blij toen ik naar de universiteit kon, maar ik moest wel slagen, zei hij.

“Een heel ander parcours dan Lippens, die al eind de 30 was toen hij bij AG binnenkwam. Van verzekeringen kende hij niks. Ik heb het hem vaak gezegd: ‘Maurice, je bent meegekomen met Sinterklaas. Langs de schouw!’ Toch hadden we 99 procent van de tijd een heel goede relatie.”

Waarover gingen de disputen dan? Over ABN Amro?

CROES. “Nee, toen was ik er al niet meer. In 2004 ben ik vertrokken uit de raad van bestuur bij Fortis. Maar zeg me eens: de ambitie om tegelijk een grote Europese bank te worden, en een grote verzekeraar, wie ter wereld slaagt daarin? Die ambities waren veel te groot. Ik heb dat verschillende keren gezegd. Je kunt dat niet in één hand houden. Dat elitaire virus is bij Fortis binnengeslopen via de overname van de Generale Bank (in 1998). Niet via de ASLK (Fortis kocht ASLK in 1993). Dat was een volkse bank, een spaarbank.”

U ging dus niet akkoord met de overname van De Generale Bank?

CROES. “Men heeft er veel te veel voor betaald. 110 miljard Belgische frank boven onze initiële biedprijs.”

Was dat die ene keer op de honderd dat u het niet eens was met Maurice Lippens?

CROES. “Ja. Maar ook over het aandeelhouderschap van Fortis hadden we een verschillende opinie. Ik vind het heel belangrijk om je aandeelhouders te kennen. In België was dat gemakkelijk: ik kende Piet Van Waeyenberge goed. We hebben samen gestudeerd in Leuven, en we zaten op dezelfde peda. Piet studeerde voor handelsingenieur, en ik deed wiskunde. Als Piet problemen had met zijn wiskunde, kon ik hem helpen. Vandaar dat we elkaar zo goed kennen. Maar het hele aandeelhouders-netwerk van Vlaamse industriëlen samenkrijgen… Dat heeft tijd gevraagd.

“Ik heb ook de wereld rondgereisd om aandeelhouders voor Fortis te vinden. Het heeft me veel – heel veel – inzet gekost om de Japanners te overtuigen om te investeren in het toenmalige AG. En de Zwitsers, Swiss Re. Maar Lippens zei: ‘Onze aandeelhouder is de beurs. Die moeten we niet kennen’.”

U streefde dus naar verankering, terwijl je vandaag een grote versnippering ziet in het aandeelhouderschap van Fortis.

CROES. “Kijk maar naar KBC. KBC is er nog, en dat is te danken aan haar verankering.”

Zo’n scenario had u ook voor ogen met Fortis?

CROES. “Ik houd van een aandeelhouderskern, terwijl Maurice Lippens de beurs als zijn aandeelhouder beschouwde. Natuurlijk, als je een aandeelhouderskern hebt, moet je die drie tot vier keer per jaar samenroepen. Die aandeelhouders wensen informatie. Je moet daar tijd in stoppen en je hebt er wat zorgen mee. Een groep zonder aandeelhouderskern geeft je een grotere vrijheid.”

Wat vond u van de overname van ABN Amro? Had u die goedgekeurd, als u nog in de raad van bestuur had gezeten?

CROES. (diepe zucht) “Je mag nooit iets kopen wat je niet kunt betalen. Dat is een regel bij mij. En ze konden het ook niet betalen. Ze hebben nooit de financiering rond gekregen. Het was te duur, en dan nog allemaal in cash betaald. Ik heb toen nog naar Lippens gebeld om te opperen een deel in aandelen te betalen. Veel te moeilijk, zei hij. Omdat er drie kopers waren. Dus nee, ik keur de overname van ABN Amro niet goed.

“Zonder die operatie had Fortis de wereldwijde crisis overleefd. Net als KBC. Het Fortis-aandeel zou misschien nog maar 5 euro waard zijn, maar de groep had nog bestaan. De combinatie van ABN Amro en de crisis: dat was echter een brug te ver. Of misschien was het laatste mandaat van Maurice Lippens een brug te ver? Pas op, er zijn een aantal meningsverschillen geweest tussen hem en mij, maar onze persoonlijke relatie blijft zoals ze al die jaren geweest is.”

Wat gaat er nu gebeuren met Fortis, volgens u?

CROES. “Dat is een groot vraagteken. Nu is het de grootste warboel. Er gaapt een enorme afgrond. Fortis is een kind dat de aandeelhouders opnieuw op de schoot van de Belgische regering en van de Nationale Bank gezet hebben.”

Wat gebeurt er met Fortis Insurance Belgium, in het slechtste geval?

CROES. “Normaal gesproken is dat een gezond bedrijf, waar het ook terechtkomt. Fortis Insurance Belgium heeft een goed bestuur en zal zijn plan wel trekken. Het bedrijf wordt goed geleid door Bart De Smet. Hopelijk vindt het een goede thuishaven.”

Kan De Smet op tafel slaan, als dat nodig is?

CROES. “Nee, dat kan hij niet. Fortis is verkocht door de Belgische staat. Maar het zijn de aandeelhouders die de eigenaars zijn van Fortis. Pas na een juridische uitspraak mochten ook zij hun mening kwijt over de verkoop aan BNP Paribas. Eigenlijk komt het hierop neer: Fortis werd verkocht door iemand die geen eigenaar was van Fortis. Daarvoor moet je in België zijn.”

U vindt dat hallucinant?

CROES. “Juridisch gezien wel.”

Veel mensen zeggen nochtans dat de verkoop van Fortis aan BNP op een bepaald moment de enige optie was?

CROES. “Dat weet ik nog zo niet. De overheid had toch ook een garantie kunnen toestaan om de kredietlijnen voor Fortis open te houden?”

Zo’n garantie vergt 150 miljard euro.

CROES. “Dan had men Fortis maar moeten laten betalen. Wie betaalt die garanties bij Dexia? Juist. Bij Fortis kan dat dan toch ook? Maar de Belgische staat was bang van Fortis en wou er zo snel mogelijk van af – voor zo veel mogelijk geld. Fortis is groter dan de jaarlijkse begroting van de Belgische staat. Dat is toch wel om een beetje paniekerig van te worden.”

Wat zijn uw verwachtingen voor de Belgische verzekeringssector in haar geheel?

CROES. “De banken hebben het in deze crisis veel moeilijker dan de verzekeraars. Tot nu toe zijn er slechts een paar verzekeraars in de problemen geraakt. Ethias, en AIG in de VS. Dat zijn uitzonderingen. Een bankier is nu eenmaal geen verzekeraar, en omgekeerd. De traditie van het verzekeren bestaat erin om risico’s te beheren. Een verzekeraar heeft goed leren omgaan met risico’s, en hij maakt dat hij die risico’s zo goed mogelijk spreidt.”

Het is toch al meermaals gebleken dat verzekeraars niet immuun zijn voor de crisis?

CROES. “Niemand komt intact uit deze periode. De banken niet, de verzekeraars niet, en ook de reële economie niet.”

Is dit de zwaarste crisis die u ooit heeft meegemaakt?

CROES. “Ik heb de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Ik was toen tien jaar. Mijn ouders moesten zelf brood bakken opdat we zouden kunnen eten. Dat was niet evident. Het brood was heel grijs, en viel uit de korst. De onrust onder de mensen was heel groot. Er was geen geld en er groeide een enorme kloof in de maatschappij tussen wie wit was, en zwart, of ertussenin. Maar dat is van een totaal andere orde. Economisch-financieel is dit de zwaarste crisis, ja.”

Hoe ziet u de zaken evolueren voor de verzekeringssector?

CROES. “Er zijn twee risico’s. De minwaarde op de beleggingen van een verzekeraar kan zo groot worden dat zijn solvabiliteit onder druk komt. En twee: de lage rente kan de langetermijnverplichtingen van een verzekeraar onder druk zetten. Hij moet bijvoorbeeld een wettelijk vastgelegd rendement van 3,75 procent geven op de bijdragen van werknemers die sparen voor een extra pensioen via de tweede pijler, en 3,25 procent op de bijdragen van de werkgevers. Als de beleggingen van de verzekeraar slechts twee procent opbrengen, wordt dat moeilijk.”

Denkt u dat de premies voor schadeverzekeringen zullen stijgen?

CROES. (laconiek) “Ze zullen niet dalen. Spelers als Ethias zullen zich niet meer zo agressief opstellen, want ze hebben veel geld te kort. Dat haalt de neerwaartse druk op de premies weg. Bovendien zijn schadeverzekeraars er zich van bewust dat de risico’s zijn toegenomen. Ze worden geconfronteerd met een grotere onzekerheid. Bedrijven die hun verzekeringspremies niet langer kunnen betalen bijvoorbeeld.”

In welke segmenten zullen de premies dan stijgen?

CROES. “In de meest risicovolle segmenten, zoals industriële risico’s. En burgerlijke aansprakelijkheid.”

Liggen er volgens u kapitaalverhogingen in het verschiet?

CROES. “Bij Ethias is dat gebeurd, en het zou ook bij andere verzekeraars nog kunnen gebeuren. Ik sluit het niet uit.”

Bij grote verzekeraars of bij de kleintjes – die misschien wat meer risico’s genomen hebben?

CROES. “Daar durf ik niet op te antwoorden. Bij de banken zijn het vooral de grote spelers die nu in moeilijkheden zitten. En niet de kleintjes. Wat niet betekent dat zij aan alle moeilijkheden zullen ontsnappen. Bij de verzekeraars zijn het ook de grote spelers die een beleggingsportefeuille hebben waar misschien meer risicovolle producten in zitten dan bij de kleintjes.”

Slotvraag: uw mandaat bij Sabena. Heeft u dat schade berokkend?

CROES. “Wellicht wel. Je naam wordt toch aan het dossier gekoppeld, hoewel ik er op het moment van het faillissement al niet meer was. Het is een les geweest, dat mandaat. Mijn echtgenote had me nog gewaarschuwd op voorhand. Doe het niet, zei ze.”

Vrouwen hebben altijd gelijk.

CROES. (lichtjes aarzelend) “Ja. Vrouwen hebben zo’n… feeling. Dat is misschien een van mijn zwakke kanten.” (T)

Door Celine De Coster/Foto’s: Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content