ENERGIEMARKT. Dirigistische droom herleeft

Wordt de overheidsgreep op de energiemarkt dezer dagen opnieuw tot leven gewekt ? Op de ministerraad van 10 november eerstkomend ligt een uitvoeringsbesluit ter tafel voor de definitieve oprichting van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). Via dit instituut kunnen de politieke partijen hun zegje doen over de nucleaire materie, waaronder de afvalproblematiek. Het regeerakkoord heeft voorzien in een “hergroepering” van de dossiers rond nucleaire veiligheid bij Binnenlandse Zaken. Vroeger bogen drie ministeries (Volksgezondheid, Arbeid & Tewerkstelling en Binnenlandse Zaken) zich hierover.

Het FANC is in dit stadium wél zo goed als levensvatbaar, maar roept meer vragen dan antwoorden op.

Het “nucleair veiligheidsagentschap”, dat in de komende maanden een onderkomen moet vinden in de Brusselse agglomeratie, wordt voorgesteld als een fusie-operatie tussen twee tot hiertoe apart funktionerende diensten, te weten de cel Bescherming tegen Ionizerende Straling (Volksgezondheid) en de Dienst voor Technische Veiligheid van Kerninstallaties (Volksgezondheid). Na opslorping zou het FANC meteen ook een vijftigtal ambtenaren tellen. Dat er aan de top van het FANC ook een reeks nieuwe topbenoemingen maar liefst 15 jobs : voorzitter, direkteur-generaal, 13 bestuursleden ingevuld mogen worden, zal de partijen beslist plezieren. Maar of het FANC, afgezien van de nuttige hergroepering van diensten, ook een aanwinst is, mag nu al in vraag worden gesteld en wel om volgende redenen :

– Timing. Om de noodzaak van het FANC te onderstrepen, wordt verwezen naar schandalen zoals Transnuclear en naar nucleaire rampen genre Tsjernobyl. De traagheid waarmee op die dossiers gereageerd wordt (Transnuclear is zes jaar oud, Tsjernobyl bijna tien jaar) toont aan hoe “hoogdringend” het allemaal is.

– Manpower. Dat België op het vlak van nucleaire kontrole heel wat brains in huis heeft, is bekend. Die know-how zit vooral, zoniet uitsluitend, bij bepaalde privé-instellingen, genre Vinçotte. Als men een kweekschool van publieke experts wil, die hun voetje kunnen zetten naast die van de privé-sektor, heeft men nog vele jaren werk voor de boeg.

– Kontekst. In wezen is er in dit kleine land een vrij strikte wettelijke normering voor nucleaire aangelegenheden. Bovendien is er ook bepaald geen gebrek aan nucleaire kontrole. Afgezien van de “intnerne kontrolemekanismen” zijn er ook de strikt toeziende internationale organen zoals het IAEA (Wenen) en Euratom.

– Financieel. Het is onduidelijk hoe het FANC zijn budgetten rond krijgt. Onvermijdelijk zullen de elektriciteitsproducenten, en dus de klant die betaalt, de rekening toegeschoven krijgen voor “iets wat niet hoeft”.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content