“Eerst verdienen, dan uitgeven”

“Een begrotingsevenwicht is mijn allereerste prioriteit.” Dat benadrukt Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V). De Vlaamse economie heeft volgens hem een stevige innovatie-injectie nodig. En het communautaire dossier laten verrotten, vindt hij een verkeerde tactiek.

Waarom zouden we op Kris Peeters moeten stemmen? De politicus vindt van zichzelf dat hij een mooi palmares kan voorleggen. Hij schermt met zijn lange ervaring “die nodig is wanneer het op zee windkracht zeven of acht waait”. Daarmee bedoelt hij de economische crisis.

Peeters legde inderdaad al een lang parcours af en had in zijn jaren als topman van Unizo in zowat alle overlegorganen zitting. Politicus is Peeters nog maar vijf jaar, waarvan al twee jaar Vlaams minister-president. Van een bliksemcarrière gesproken. Opmerkelijk trouwens dat hij van alle huidige CD&V-ministers de langste staat van dienst heeft. Tenminste als we de vorige ministerfunctie van Herman Van Rompuy, in de jaren negentig, niet meetellen.

KRIS PEETERS (VLAAMS MINISTER-PRESIDENT). “Ik heb de federale regering niet nodig om dat te weten. De Vlaamse meerjarenbegroting krijgt tot 2014, als we de economische crisisparameters hanteren, ruim acht miljard minder. De Vlaamse regering moet dit en volgend jaar saneren om haar budget in evenwicht te houden.

“Het is dus juist dat we moeten opletten met verkiezingsbeloftes zoals de liberale wens om de jobkorting te verdubbelen, wat ik niet zie zitten, en de socialistische verzuchting voor ten minste een verdubbeling van de schooltoelagen. Er komt zeker tot 2011 geen extra budgettaire ruimte. Hopelijk daarna wel. Die ruimte moet dan voor mij gaan naar de Vlaamse aanvullende kinderbijslag, het voort aanpakken van de zorgvragen en het tot stand brengen van een innovatieve economie.”

Voor u geen verdubbeling van de jobkorting. Behoudt u de bestaande korting?

PEETERS. “De jobkorting zoals voorzien in de meerjarenbegroting herroep ik uiteraard niet. Die 710 miljoen is een middel om mensen aan de slag te krijgen en was ook bedoeld als verhoging van de koopkracht. Dat laatste is vandaag niet meer zo’n probleem door de daling van de energieprijzen. Nu gaat het om de economische dynamiek weer op gang te krijgen en zoveel mogelijk jobs te behouden. Overigens, met een verdubbeling van de jobkorting zal je nooit 150.000 arbeidsplaatsen creëren zoals Open Vld beweert. Politici creëren geen jobs. Dat doen de bedrijven.”

De jobkorting socialer maken door ze te moduleren naargelang van het inkomen. Vindt u dat een goed idee?

PEETERS. “Ik sta daarvoor open. De bestaande jobkorting is trouwens al hoger voor de laagste inkomens.”

In uw boek Kris Peeters in perspectief – een warme kijk op Vlaanderen staan verscheidene initiatieven die geld kosten.

PEETERS. “Klopt. Maar mijn devies is hoe dan ook: eerst verdienen en dan uitgeven. En als er beleidsruimte vrijkomt, zullen we scherpe keuzes moeten maken. Ik kies daarbij voor een beleid dat innoveren op alle vlakken bewerkstelligt.”

Hoe bedoelt u?

PEETERS. “We hebben een relanceplan van 840 miljoen dat gezonde bedrijven door de crisis kan loodsen. Het komt er nu op aan heel onze economie te innoveren. Voor mij doen alle bedrijven er goed aan op de resetknop te drukken en te kijken hoe ze beter kunnen functioneren en innoveren. Vlaanderen kan het verschil maken als het vernieuwt in bijvoorbeeld alternatieve energie, slimme logistiek, ICT in de gezondheidszorg, in de automobielsector.

“Ik ben tegen het doemdenken dat de automobielnijverheid in Vlaanderen geen toekomst heeft. Alleen zal de sector, die heel wat knowhow heeft, de groene wagen van morgen moeten bouwen – hybride, elektrisch, rijdend op waterstof.”

U hielp de banken. U helpt de automobielindustrie. U zwaait met waarborgen. Ook de diamantsector bijvoorbeeld kwam aan uw deur kloppen. Waar eindigt zoiets?

PEETERS. “We moeten inderdaad opletten met al die waarborgregelingen. Ze mogen onze kredietwaardigheid en geloofwaardigheid, onze ‘triple A’-rating, niet aantasten. Let wel, we geven die waarborgen niet lichtzinnig. Daar gaan harde onderhandelingen aan vooraf en de bedrijven betalen een waarborgpremie. Trouwens, Europa volgt nauwlettend of dit marktconform gebeurt. Geen dag nadat ik aan Volvo Gent de bereidheid had getoond om te helpen, lag er een brief van de Commissie op mijn bureau met de vraag om meer uitleg.”

Bent u voorstander van de afschaffing van de onroerende voorheffing op de eerste woning?

PEETERS. “Dat is geen topprioriteit. Voor mij komt het eropaan dat de economie in Vlaanderen een ander DNA krijgt. Dat is de uitdaging.”

Welke plaats geeft u aan het openbaar vervoer in uw economisch nieuw Vlaanderen?

PEETERS. “Ik wil eerst beklemtonen dat ik achter het beleid blijf staan dat de Vlaamse regering collegiaal heeft vastgelegd voor De Lijn (een sneer naar Open Vld, nvdr). De optie was basismobiliteit voor iedereen en dus een bushalte elke vijfhonderd meter. Misschien moeten we dat herbekijken en ons focussen op stedelijke kernen. Het gratis beleid heeft in elk geval zijn limieten meer dan bereikt. Voor mij moet er meer aandacht gaan naar de kwaliteit, de veiligheid en de stiptheid dan naar de kwantiteit van het aanbod.

“We hebben over mobiliteit in de aflopende regeerperiode niet de grote doorbraak gerealiseerd. Andere landen slaagden daar ook niet in. We zullen zeer creatief moeten zijn om die kwestie op te lossen.”

Gratis openbaar vervoer is voor sommigen sociaal beleid. Wat vindt u?

PEETERS. “Gratis beleid is niet noodzakelijk sociaal.”

Zou het niet beter zijn dat de privésector voor het openbaar vervoer zorgt en dat de overheid alleen de regie in handen houdt?

PEETERS. “De private sector doet dat al op vele lijnen. Elke keer dat de privésector het efficiënter, kwaliteitsvoller en goedkoper kan doen, moeten we dat bekijken. We zullen twee miljard moeten besparen en dat zal niet anders kunnen dan door de begroting uit te kammen.”

Hoe staat u tegenover rekeningrijden?

PEETERS. “Als we het doen, moeten we dat minstens in Benelux-verband invoeren. En ik hoop dat het Europees kan, zowel voor vracht- als personenwagens. Het mag wel onze logistieke ambities niet fnuiken. Dat transitverkeer betaalt voor het gebruik van onze wegen lijkt mij volkomen terecht. Dat geld moet dan wel dienen om het mobiliteitsvraagstuk mee te helpen oplossen. Voorts mag rekeningrijden geen bedekte belastingverhoging worden, naast de btw op de aanschaf van een voertuig en de accijnzen op brandstof. De verkeersfiscaliteit moet op een andere manier worden georganiseerd en rekening houden met de ecologie.”

U kiest voor Vlaanderen als logistieke hub. Tegenstanders reageren dat er weinig toegevoegde waarde is aan het lossen van een container en die over de weg naar een ander land te laten denderen.

PEETERS. “Dat is een karikatuur. Green Logistics en waste logistics omvatten veel meer dan dat. Onze ligging is een van onze belangrijkste troeven. We gaan die toch blijven uitspelen, niet? Onze vier Vlaamse havens staan in voor een omvangrijk deel van de Vlaamse welvaart. Vlaanderen telt niet toevallig veel Europese distributiecentra. En ook hier zal innovatie haar rol moeten spelen.”

Zoals ondergrondse transportnetwerken uitbouwen? Utopisch of niet?

PEETERS. “Dat is helemaal niet utopisch. Ik kreeg daar ooit een voorstel voor en het kwam bijna tot een modelproject met steun van Europa. Alleen is het niet zo gemakkelijk te realiseren en zal het aantal boringen noodzakelijkerwijze beperkt moeten blijven.”

U beloofde 7000 hectare bijkomende bedrijventerreinen. Het zijn er 3436 geworden. Nu zegt u: ‘6000 nieuwe hectare tegen 2014’. Mogen we u deze keer geloven?

PEETERS. “We woekeren continu met de ruimte die we hebben. Bovendien moet je naast terreinen vinden, ze ook bedrijfsklaar maken. Hoe dan ook, de doelstelling blijft en het nieuwe decreet over de ruimtelijke ordening geeft gemeenten een grotere rol.”

De projecten waar de publieke en private sector samenwerken in een pps-constructie gaven evenmin wat ervan werd verwacht.

PEETERS. “We zijn daar iets te enthousiast mee gestart en hebben leergeld betaald. Iedereen wou zijn pps en we begonnen direct met heel complexe dossiers. We mogen het kind echter niet met het badwater weggooien. Wel moeten we naar meer standaardisering komen en naar lichtere projecten. We staan met onze twee voeten terug op de grond en wachten de gevraagde evaluatie af.”

Als de Antwerpenaren de Lange Wapper-brug in hun referendum afwijzen, komt die er niet, mogen we aannemen.

PEETERS. “Als er een duidelijk ‘neen’ komt, is het niet verstandig om die brug door de strot van de Antwerpenaren te duwen. Al vind ik dat het dossier zich niet leent voor een referendum. Een tunnel kost 7 à 800 miljoen meer, betekent tolheffing in de Kennedytunnel en ten minste vijf bijkomende jaren voor de verbinding er is.”

We horen het al, u bent voor de Lange Wapper.

PEETERS. “Die brug is belangrijk voor heel Vlaanderen en dus zouden alle Vlamingen er zich eigenlijk over moeten kunnen uitspreken. Het is wel zo dat alleen de Antwerpenaren er stedenbouwkundig de gevolgen van dragen.”

Vlaanderen zal minder geld hebben en keuzes moeten maken. Hoe staat u tegenover commerciële initiatieven in de gezondheidszorg?

PEETERS. “Ik ben voor een gezonde inbreng van de commerciële sector, maar nog meer van de non-profitsector . Veel vzw’s leveren trouwens al schitterend werk op een efficiënte wijze. Ik wil in elk geval een gezondheidszorg met twee snelheden vermijden. De winstmaximalisering van de hotelkosten in de rusthuizen bijvoorbeeld mag dat niet veroorzaken. De overheid moet de krijtlijnen trekken en het is een heel delicate afweging. De combinatie van overheid en privé is de beste optie. En geld uit het Zorgfonds gebruiken voor de bouw van rusthuizen (zoals Open Vld vooropstelt), daar zal nog heel wat studiewerk aan moeten voorafgaan.”

Steeds meer Vlamingen gaan akkoord om niets meer te vragen over de staatshervorming omdat de Franstaligen hoe dan ook uit geldgebrek met het noorden zullen moeten praten.

PEETERS. “Ik blijf bij mijn gemeenschapsdialoog waarbij de regeringen van de deelstaten een grote inbreng hebben. Vooral België en Brussel krijgen grote begrotingsmoeilijkheden. De budgettaire staatshervorming moet er sowieso komen en snel, want Europa zal duidelijkheid vragen. De Belgen zullen onder elkaar moeten afspreken wie wat doet. Ik vertrek van een begroting in evenwicht voor elke overheid. Alles wat daarbovenop zou komen, geeft voor mij meteen aanleiding voor een nieuwe staatshervorming.

“Dit gezegd zijnde, ben ik geen voorstander van een verrottingsstrategie. Die houdt ook voor Vlaanderen gevaren in, want als de nodige initiatieven uitblijven om de federale staatsschuld onder controle te houden, zullen de mensen meer geneigd zijn tot sparen. En dat heeft gevolgen voor de Vlaamse economie.

“Wel heb ik lessen getrokken uit de gemeenschapsdialoog, weet ik waar de zwakke flanken zaten en hoe ik die ga aanpakken. En dat ga ik jullie hier niet vertellen.”

Bent u gerold?

PEETERS. “Laat het me zo stellen: ik ben gehard uit de mislukking gekomen. Overigens, het zijn niet alleen de Franstaligen die me een pad in de korf zetten. Dat collega Marino Keulen (Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Open Vld’er ) nog eens expliciet en onnodig benadrukte dat hij de drie burgemeesters uit de Rand niet zou benoemen – terwijl ze niet benoemd waren en dat zo bleef – heeft de zaken er niet gemakkelijker op gemaakt. En dat de Franstaligen in het federale regeerakkoord lieten opnemen dat er staatshervormende deelakkoorden zouden komen voor 7 juni spreekt boekdelen over wat hun politieke garanties waard kunnen zijn.”

Waarom zou na 7 juni lukken wat de voorbije twee jaar niet kon?

PEETERS. “Zonder budgettaire staatshervorming rijden België en Brussel als eersten recht op de muur. Als grootste aandeelhouder van België kan Vlaanderen zich niet afzijdig houden. En Brussel is ook de Vlaamse hoofdstad. Dus moeten we haar financieel bijspringen, maar dan wel voorwaardelijk. De organisatorische chaos van het hoofdstedelijke gebied met zijn negentien gemeenten moet de wereld uit.

“Het is niet wijs een houding aan te nemen van ‘wij wachten tot zij komen en trekken ondertussen ons plan’. Politici moeten problemen oplossen. Een grondwettelijke Kamer waar federale gekozenen samen met collega’s uit de deelstaten debatteren, kan daarbij helpen.”

In uw boek schrijft u: Het is wel duidelijk dat we deze keer op een andere manier aan tafel zullen gaan zitten. Wat bedoelt u?

PEETERS. “We moeten het maximale halen uit onze eigen bevoegdheden zoals we dat deden met de overbruggingspremies om de werkgelegenheid zo hoog mogelijk te houden en we dat zullen doen met de Vlaamse aanvullende kinderbijslag. We moeten zoveel mogelijk samenwerkingsakkoorden sluiten met de andere deelstaten. Gezien de budgettaire situatie moet het federale niveau nadrukkelijk aan de dialoog deelnemen.” (T)

Door Boudewijn Vanpeteghem en Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content