Eerst schieten, dan vragen stellen

Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

De Amerikaanse beurzen beleven een rotjaar en zetten zo de toon voor de rest van de wereld. Waarnemers vinden moeilijk een sluitende verklaring voor de malaise. “Blijkbaar leeft het gevoel dat we voor een recessie staan.”

De beursgrafieken ogen dit jaar als de kaart van een skigebied: rode lijnen die steil naar beneden duiken. Wall Street, dat de toon zet voor de rest van de financiële wereld, lijkt zelfs af te stevenen op een berenmarkt, een daling met 20 procent of meer sinds het hoogtepunt. “Dat zien we normaal alleen als er iets grondig fout loopt in de economie”, zegt Dirk Thiels, de hoofdstrateeg van KBC Asset Management.

Het lijkt ook alsof economische rampspoed de wereld overspoelt: de Chinese economie vertraagt, de oliemarkt stort in, en Rusland en Brazilië kampen met zware recessies. Door die problemen in de groeilanden sputtert de wereldeconomie, en nu zijn er ook meer en meer signalen dat de Amerikaanse economie vaart verliest. “Veel beleggers hebben het gevoel dat het economisch fors minder gaat”, bevestigt Fiona Harris, een expert in Amerikaanse aandelen bij J.P. Morgan Asset Management.

“Maar wij denken dat het vooral met sentiment te maken heeft”, gaat Harris voort. “We zien weinig kans op een recessie, ook niet in de komende maanden. De volgende recessie blijft misschien zelfs nog een paar jaar weg.” Haar collega bij Fidelity, Stephanie Sutton, denkt er net zo over: “De Amerikaanse economie zal geleidelijk blijven herstellen dit jaar.”

Crisisgevoel

Waarom snellen beleggers massaal naar de uitgang als daar geen reden toe is? “Vooral de tragere groei weegt op het sentiment”, meent Harris. “Al is die misschien niet zo’n slecht nieuws. Integendeel: wie rolschaatst, is toch ook veiliger als hij een gestaag tempo aanhoudt dan als hij raast in een rotvaart? De groei blijft nu al enkele jaren rond 2 procent schommelen. Dat maakt dat deze cyclus langer kan duren.”

Ook de daling van de olieprijs van 115 naar 30 dollar in anderhalf jaar tijd jaagt beleggers de daver op het lijf. Een hoop oliebedrijven ging grote schulden aan toen de oliedollars nog rijkelijk vloeiden. Nu die stroom opdroogt, neemt de kans op wanbetalingen en faillissementen toe. De vrees is dat die problemen overslaan naar andere sectoren zoals de industrie, en zo uiteindelijk ook naar de banken.

Maar volgens Dirk Thiels zijn de problemen niet te vergelijken met de rommelhypotheken die tien jaar geleden de lont aan het kruitvat staken. “Ja, de daling van de olie- en de grondstoffenprijzen doet de winst van veel bedrijven krimpen, wat een grote impact op de beurzen heeft. En er zijn veel investeringen teruggeschroefd, wat zich doet voelen in de industrie. Maar slechts 3 à 5 procent van de uitstaande kredieten bij de banken komt uit de energiesector. Die zijn niet allemaal slecht. De blootstelling is dus beperkt en de problemen zijn zeker behapbaar.”

FANG

Volgens critici zijn er al veel langer signalen dat er iets fout loopt. Zo staat het merendeel van de Amerikaanse aandelen al bijna een jaar onder druk. Het enige wat beursindexen als de S&P500 nog overeind hield, waren de knalprestaties van technologiereuzen als Facebook, Apple, Netflix en Google, tegenwoordig samengevoegd onder het acroniem FANG.

Maar de jongste weken konden zelfs de FANG’s van deze wereld geen soelaas meer brengen. De beurslievelingen kregen er stevig van langs. Volgens Philippe Gijsels, marktstrateeg bij BNP Paribas Fortis, is dat een verschijnsel dat we normaal dichter bij het einde van een correctie zien dan bij het begin: “Als beleggers het risico in hun portefeuille willen afbouwen en de keuze hebben om verlies te nemen op aandelen die heel sterk zijn gedaald of winst te nemen op hun sterkhouders, dan is die beslissing vaak snel genomen. Dat het eigenlijk verstandiger is verliezers te verkopen, doet dan niet ter zake. Dat is menselijk.”

Thiels vindt de aandacht voor de FANG’s overroepen. “In elke fase zijn er winnaars. En als je die wegcijfert, dan zijn de beurzen logisch niet gestegen. Er waren ook goede redenen waarom die technologieaandelen het zo goed deden: die bedrijven boekten veel groei en sterke resultaten.”

Mot in de winst

Ook de evolutie van de winsten was een signaal dat wees op naderend onheil. In de Verenigde Staten zijn de bedrijfswinsten al enkele jaren weer gestegen tot boven het niveau van voor de crisis. Maar nu zit de mot erin. Vorig jaar zijn de winsten in de S&P500 zelfs licht afgenomen. “Maar eigenlijk valt dat best mee als je weet dat de winsten in de oliesector met driekwart zijn gedaald”, nuanceert Thiels.

De dalende winsten in het Amerikaanse bedrijfsleven zijn deels het gevolg van de instorting van de olieprijs. Maar ook de duurdere dollar laat zich voelen in de cijfers. De stijging van de dollar maakt inkomsten uit het buitenland minder waard. Alleen ligt de grootste daling van de olieprijs al een tijd achter ons, en ook de Amerikaanse munt noteert al bijna een jaar vrij stabiel. Dat betekent dat de twee effecten die de resultaten onder druk zetten, later dit jaar geleidelijk uit de jaar-op-jaarvergelijkingen verdwijnen.

Fiona Harris verwacht niet dat het lopende resultatenseizoen beleggers al de geruststelling brengt die beleggers verwachten. Maar over het hele jaar zullen de bedrijfswinsten wel weer een positieve evolutie kennen. “We verwachten een toename van de winsten in de S&P500-index met 4 procent, zonder de energiesector is dat zelfs 7 procent”, klinkt het. Stephanie Sutton maakt wel de kanttekening dat de marges onder druk kunnen staan door de stijgende lonen in de Verenigde Staten en de hogere rente, die leningen duurder maakt. Janet Yellen, de voorzitster van de Amerikaanse centrale bank, bevestigde vorige week dat ze van plan blijft de rente in de Verenigde Staten geleidelijk op te trekken, onrust op de markten of niet.

Shoot first

De bedrijfsresultaten zullen later dit jaar beterschap vertonen. Maar wat moet een belegger ondertussen doen? Kan hij het beste even aan de zijlijn gaan staan? Volgens Harris is de rust op de markten nog niet onmiddellijk terug en blijft voorzichtigheid voorlopig geboden: “Dit is een duidelijk geval van shoot first, ask questions later. Vandaag is het sentiment gewoon bijzonder negatief. En zolang het vertrouwen niet terugkomt, zal de volatiliteit blijven.”

Volgens Dirk Thiels zijn er wel tekenen die vertrouwen geven in de toekomst. “De bodem onder de grondstoffenprijzen lijkt stilaan bereikt. Hopelijk zien beleggers dat als een positief signaal. En volgens mij zal de Fed toch wat langer wachten om de rente opnieuw te verhogen. Dat tragere rentepad zit al in de markt verrekend, maar de aankondiging kan beleggers toch wat extra vertrouwen geven.” Ook bij Fidelity overheerst voorzichtig optimisme. “We zien interessantere kansen dan een jaar geleden”, aldus Sutton.

Koopjes doen

De S&P500 verloor al zo’n 10 procent van zijn waarde sinds begin dit jaar. De keerzijde is dat Wall Street nu minder duur is. Aandelen van de index noteren tegen 15 keer de verwachte winst voor dit jaar. Dat is licht onder het historische gemiddelde.

“De waarderingen ogen aantrekkelijk. Fundamenteel is er niets verkeerd met de economie en de markten in de Verenigde Staten”, besluit Harris. “Reken niet op een rendement zoals in 2013, toen de S&P500 met 40 procent steeg. Een return van 5 à 9 procent, ongeveer in lijn met de toename van de winsten, is wel realistisch.” Ze focust op banken en verzekeraars. “Die hebben wel af te rekenen met de lage rente, maar het is niet gerechtvaardigd dat de sector zo slecht presteert.” De farmasector is dan weer achtergebleven op biotech en kan nog een inhaalbeweging maken.

Ook Sutton vindt dat sommige waarderingen opnieuw aantrekkelijk ogen na de recente correctie. “De energiesector krijgt al meer dan een jaar klappen. De waarderingen zijn nu zo sterk gedaald dat er een ommekeer in zicht komt. Niettemin wachten we nog even af om te zien of de olieprijs stabiliseert.” Thiels pikt de oliemajors wel al weer op. “Ze bieden vaak een dividendrendement van 5 procent of meer, en kunnen dat dividend blijven betalen met de cash die binnenstroomt. Vergelijk dat eens met de negatieve rente op veel staatspapier. Ik denk dat wel meer beleggers binnenkort die oefening zullen maken.”

Thiels gelooft alvast dat het jaar nog met een positieve return kan eindigen. “Natuurlijk, er zijn nog ruim tien maanden te gaan. Daarvoor moet de economie wel bevestigen, de olieprijs stabiliseren en de centrale banken beleggers wat vertrouwen geven.”

Jasper Vekeman

“Fundamenteel is er niets verkeerd met de economie en de markten in de Verenigde Staten” Fiona Harris, J.P. Morgan Asset Management

“De bodem onder de grondstoffenprijzen lijkt stilaan bereikt. Hopelijk zien beleggers dat als een positief signaal” Dirk Thiels, KBC Asset Management

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content