ÉÉN ZWALUW OP HET TAPIJT

Eén zwaluw maakt de lente niet. En zeker niet in deze koude tijden. Toch zorgde de federatie van textiel- en houtindustrie even voor een lentegevoel, toen ze aankondigde dat de Belgische tapijtindustrie dit jaar afstevent op een omzetgroei van 12 procent en een volumegroei van bijna 4 procent. Is de textielcrisis niet meer dan een nare herinnering?

Dat zou zo zijn, mocht achter die façade van beter dan verwachte cijfers geen huis staan met wankele fundamenten. Het banenverlies van ruim 20 procent over de voorbije twee jaar komt echt wel ergens van, en ondanks de stijgende cijfers staat de sector nog ver van het niveau van 2008. De tapijtindustrie is ook geen synoniem voor de hele textielindustrie. Al tekent ze wel voor zowat 40 procent van de toegevoegde waarde van de Belgische textielsector. Verspreid over zowat 75 fabrikanten telt het tapijtsegment ongeveer 12.000 werknemers. Maar de industrie huisvest nog een pak grote en kleine producenten van confectiestoffen, technisch textiel, spinnerijen en weverijen. Om nog te zwijgen van de talloze kleine onderaannemers die in loon- of stukverband de eindafwerking van de textielgarens en weefsels voor hun rekening nemen. Allen hebben ze hun deel van de crisisrekening al betaald, maar de eindafrekening is er nog niet bereikt.

De Belgische tapijtindustrie verloor in de voorbije drie jaar nagenoeg een derde van haar volume en omzet. En al kunnen de fabrikanten vandaag misschien net weer zwarte cijfers op hun balans invullen, het gros draait puur op cashflow. De marges blijven onder druk staan, van rendabiliteit is amper sprake, onder meer door de fel gestegen grondstofprijzen en de wisselkoersverliezen. De Britse markt – bij uitstek het grootste afzetgebied voor getuft tapijt – ligt bovendien al lang in de lappenmand. Enige verbetering is niet meteen in zicht, afgaande op commentaren van lord Harris of Peckham, de oprichter en bestuursvoorzitter van de Britse keten Carpetright. Lord Harris is dé emanatie van de retailkoning die de tapijtproducenten in een strikt keurslijf dwingt en de onderlinge concurrentie opvoert.

Dat de textielindustrie zelf goed genoeg beseft dat het leed nog niet geleden is, blijkt uit de communicatie van haar beroepsfederatie Fedustria, die amper anderhalve week geleden nog een stevig pleidooi hield om de crisismaatregelen te verlengen. En bij de start van de onderhandelingen voor de interprofessionele akkoorden pleitte datzelfde Fedustria voor een totale loonstop voor de zwaar getroffen textielsector.

Het valt te vrezen dat de jongste cijfers, die inderdaad een opkikker zijn, de vakbonden munitie geven om de noodzaak tot realiteitszin af te schieten. Net zoals het te vrezen valt dat door deze milde kentering de sense of urgency voor een verdere consolidatie weer verdwijnt. Domo en Balta toonden enkele maanden geleden dat het onbespreekbare stilaan bespreekbaar werd en maakten werk van die consolidatie. Maar het was en is onvoldoende voor het herstel van de sector. De overcapaciteit die de textielindustrie, en zeker de tapijtensector, nu al decennia in de tang houdt, is hiermee verre van opgelost. Nieuw uitstel zal de pijn enkel erger maken. Het wordt echt nog een lange en koude winter.

Lieven Desmet, Redacteur Trends

Door Lieven Desmet

De overcapaciteit die de textielindustrie nu al decennia in de tang houdt, is verre van opgelost.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content