Een wijze Raad voor de toezichthouder?

Het nieuwe statuut voorziet dat er naast de ‘regulator’ BIPT ook een regelgever komt, die wél onder de minister valt en de telecompolitiek zal bepalen. Op die manier behoort de oude klacht van Belgacom dat het BIPT tegelijk rechter en partij is tot het verleden. En ten slotte wordt de beroepsprocedure, die nu via een Kamer voor Interconnectie verloopt (en waarin dezelfde BIPT-ambtenaren onder andere petjes zetelen) op een stevige juridische leest geschoeid. Bravo over de hele lijn.

Of is dat nog wat vroeg? Chief regulatory officer Paul Maertens van Belgacom, dat 90% van de Belgische telecommarkt uitmaakt, schoof het ideetje op zijn jongste persconferentie naar voren: dat het huidige regime van sectorspecifieke regulatoren bedoeld was als een overgangsperiode, dat de vrijmaking van de markt nu een feit is en dat het tijd wordt om tot de orde van de dag over te gaan. Waarom misbruik van economische macht niet laten behandelen door de Raad voor de Mededinging, die daar toch voor is opgericht? Het wetsontwerp schuift het debat over de precieze relatie met de mededingingsautoriteit _ dat ook bij de Europese Commissie woedt _ af naar een toekomstig Koninklijk Besluit dat de ministers van Economie en van Telecommunicatie samen moeten opmaken. Dat verlengt een onzekere situatie.

Bij het BIPT zelf is administrateur-generaal Eric Van Heesvelde helemaal niet gekant tegen samenwerking met de (sinds kort veel dynamischer) Raad voor de Mededinging, maar dan vanuit een sectorspecifieke regulator. Zijn probleem met het nieuwe wetsontwerp is vooral dat het hem _ zoals nu _ niet de middelen geeft om in te grijpen op de prijzen, zodat afbraakprijzen ( price squeeze), die de concurrentie snel kunnen ruïneren, voorkomen kunnen worden. In het voorstel kan het nieuwe BIPT hoogstens voorlopige maatregelen nemen, die maximum drie maanden gelden.

Wat ons bij de vraag brengt of de situatie op het terrein beter zal worden. Nederland heeft een modelstatuut voor zijn BIPT-tegenhanger Opta en een belangrijke rol voor de mededingingsautoriteit NMA. Maar het mist iets wat in België zeer efficiënt is gebleken bij de ‘ontbundeling van de lokale toegang’ over de afgelopen maanden: de bereidheid van de toezichthouder om de problemen aan te pakken via een informeel circuit van vergaderingen, verzoeningen en schriftelijke verduidelijkingen, waardoor de beslissingen in België tegenwoordig veel sneller worden genomen dan bij onze noorderburen.

Het is een signaal dat het BIPT een goede bedrijfscultuur heeft weten te ontwikkelen. Maar misschien is er tijdens het lange traject van het wetsontwerp _ advies van de Europese Commissie, overleg met de sociale partners, Raad van State, parlement _ ook tijd voor bezinning over een oude wijze raad: never change a winning team.

Bruno Leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content