Een waardige opvolger van de beeldbuis

Op de Berlijnse technologiebeurs IFA hebben de tv-fabrikanten hun nieuwe, grotere, dunnere en performantere modellen voorgesteld. Dit jaar stond de organische displaytechnologie oled centraal. Het is de reddingsboei van de fabrikanten.

Op de stands van IFA stelden de fabrikanten hun nieuwe tv’s voor alsof er niets aan de hand is, maar de markt slabakt. GfK schat dat de verkoop in Europa volgend jaar gemiddeld met meer dan 10 procent in volume achteruitgaat. Al in 2006, toen de markt van de platte beeldschermen een ongehoorde tweecijferige groei neerzette, steeg het wereldwijde televisievolume slechts met 3 tot 6 procent.

De verkoop van platte schermen werd grotendeels gestimuleerd door de technologische overschakeling van de beeldbuis naar de lcd- of plasmaschermen. Intussen moeten de fabrikanten leren dat ze op een rijpe markt werken. Je kan de verkoop niet eeuwig blijven aanzwengelen met Olympische Spelen en Wereldbekers voetbal. Voor heel wat fabrikanten ligt de oplossing bij innovatie, bijvoorbeeld oled.

Het is niet de eerste keer dat er gesproken wordt van de introductie van de oledtechnologie. De twee Koreaanse tenoren van de audiovisuele industrie, LG en Samsung, hebben het over november en december. De constructeurs staan met de rug tegen de muur. Als ze tv-toestellen willen blijven verkopen, dan moeten ze de tv heruitvinden en is het niet aan het fiasco van de 3D-tv dat ze moeten terugdenken.

In feite maken al heel wat toestellen gebruik van de oledtechnologie. Sam-sung gebruikt bijvoorbeeld een afgeleide van oled voor de schermen van zijn smartphones en de achterkant van sommige fototoestellen. Het is ook niet de eerste keer dat een oledscherm gecommercialiseerd wordt. Sony verkocht tot 2008 een tv’tje van 27 centimeter, XEL1, maar het kostte 1500 euro en was gewoon te duur om te produceren. Nu ziet het ernaar uit dat de constructeurs een middel gevonden hebben om oledschermen met een diagonaal van 140 centimeter op een economisch verantwoorde manier te produceren.

Niet voor iedereen

Wat mogen we concreet verwachten van de oledtechnologie? Voor de gebruiker creëert die displaytechnologie het ultieme scherm dat de voordelen van plasma en lcd combineert. Net als op een plasmascherm zendt elke pixel zijn eigen kleur uit en als het beeld zwart is, dooft de pixel vanzelf. Er is geen lichtlekkage en het resulterende contrast is uitzonderlijk.

Net als een lcd-scherm is een oledtoestel echt dun en het verbruikt weinig. De slanke lijn is niet alleen een esthetisch pluspunt. De fabrikanten hopen ook te besparen op de transportkosten. Een oledtoestel met een diagonaal van 140 centimeter is nauwelijks nog 5 mm dik en ook het gewicht ligt lager, wat de transportkosten alleen maar ten goede komt.

In theorie zijn de kleuren van de oleds voller, met diepere primaire kleuren. Het is altijd moeilijk om zich daarvan een idee te vormen op een salon, omdat de content niet helemaal overeenkomt met wat je thuis beleeft. Toch lijken de kleuren gewoon excep-tioneel.

LG en Samsung zijn het niet eens over de commercialiseringsdatum van hun technologische juweeltjes, maar ze lijken wel akkoord te gaan over de prijs. Die zou schommelen tussen 8000 en 10.000 euro. Veel te veel om de oleds tegen kerst in onze huiskamer binnen te brengen.

Dat is overigens ook niet de bedoeling van de fabrikanten, die een uniek en kolossaal scherm met een diagonaal van 140 centimeter aanbieden. Dat past nauwelijks in de meeste salons, zeker als je weet dat een kijkafstand van minstens drie meter nodig is om te kunnen genieten van een beeld van die omvang. Maar wedden dat die revolutionaire technologie over een of twee jaar democratischer wordt?

BENOIT DUPONT

De prijs van een oled-tv schommelt tussen 8000 en 10.000 euro. Te veel om tegen kerst in onze huiskamer binnen te brengen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content