Een verkiezingsstunt van formaat

De meeste bedrijfswagens krijgen klappen. Alleen op het punt van de inwerkingtreding kon nog iets uit de brand worden gesleept.

Dat de bijzondere ministerraad in Leuven niet veel soeps zou worden, was voorspeld. Maar dat de minister van Financiën zich zo zou laten ringeloren, is totaal onverwacht.

Vreemd, want de doortocht van Didier Reynders op Financiën is als nooit tevoren doorspekt met liberale accenten. Fiscale zondaars kregen twee keer absolutie. De coördinatiecentra mogen doorgaan tot eind 2010. Via de notionele interest breidde hij het stelsel uit naar iedereen. Vennootschappen betalen op hun octrooi-inkomsten nog slechts een habbekrats aan belasting. Wetenschappelijke onderzoekers kregen voor de inkomsten uit hun uitvindingen een ‘vlaktaks’ toebedeeld. Nederland krijgt het benauwd van de fiscaal vriendelijke manier waarop pensioenfondsen naar België worden gelokt. De (bijna) volledige decumulatie van de inkomsten van echtgenoten en wettelijk samenwonenden is een feit.

Wel moest de liberale excellentie een heffing van 10 % op liquidatiebonussen incasseren. Maar, ruim van hart en liberaal van inborst, onderwees hij daarna hoe die belasting via een kleine holdingstructuur kan worden ontweken.

Bedrijfswagens. Willy De Clercq schonk België meer dan twintig jaar geleden de bevrijdende roerende voorheffing. Didier Reynders deed hem na met de invoering van een bevrijdende kleine belasting op bedrijfswagens.

Wie van zijn werkgever of vennootschap een bedrijfswagen krijgt die hij ook voor privéverplaatsingen mag gebruiken, betaalt belasting op het voordeel van alle aard dat daaruit voortvloeit. Hoe meer privékilometers, hoe hoger het voordeel en hoe hoger de belasting. De weg van thuis naar het werk en omgekeerd hoort tot het privévervoer. Voor wie bijvoorbeeld meer dan vijftig kilometer van het werk woont, bedraagt het belastbare voordeel al gauw meer dan 20.000 kilometer per jaar. En dan zijn de zuivere privékilometers (vakantiereisjes, boodschappen, familiebezoeken…) nog niet meegerekend.

Didier Reynders loste al dat onheil met één pennentrek op. Wie niet verder dan 25 kilometer van de werkplaats woont, moet slechts belasting betalen op basis van 5000 privékilometers per jaar. Is de afstand groter, dan wordt het voordeel berekend op basis van 7500 privékilometers per jaar. Alle overige privékilometers blijven fiscaal buiten schot.

Beter kan men het moeilijk bedenken. En voor de minister was het recht in de roos. Want van de verstrekkers en gebruikers van bedrijfswagens mag men aannemen dat zij in ruime mate zijn gedachtegoed delen.

Daarom is het zo’n verrassing dat de minister nu, met de verkiezingen in zicht, een maatregel heeft willen (of moeten) slikken die juist die doelgroep sart. Weliswaar hing het al een tijdje in de lucht dat de bedrijfswagens wat zouden moeten inleveren. Maar dat kan op verschillende manieren gebeuren.

Aftrekpercentage. Tijdens het conclaaf in Leuven koos de regering voor een variabele aftrek van autokosten. Nu zijn de kosten van bedrijfswagens (brandstofkosten uitgezonderd) slechts 75 % aftrekbaar. Het idee was om deze aftrekbaarheid te vergroten voor wagens die milieuvriendelijk zijn en te verkleinen naarmate ze het milieu meer vervuilen.

Het resultaat is inmiddels bekend. Voor bedrijfswagens met een gemiddelde CO2-uitstoot daalt de aftrekbaarheid van de kosten van 75 naar 70 %. Voor wagens die meer vervuilen, zullen de kosten nog maar voor 60 % aftrekbaar zijn. Wagens met een CO2-uitstoot die onder het gemiddelde blijft, kunnen 75 %, 80 % of – voor de schoonste wagens – 90 % aftrekken.

Zoals gezegd, geldt de verlaging van het aftrekpercentage al voor wagens met een gemiddelde CO2-uitstoot. Dit wil zeggen dat de meeste (zo niet alle) wagens die gewoonlijk als bedrijfswagens worden gebruikt, in de klappen delen. Als verkiezingsstunt kan dit tellen.

Inwerkingtreding. De nieuwe regeling geldt niet onmiddellijk voor alle bedrijfswagens. In de periode van 1 april tot eind maart volgend jaar geldt ze alleen voor bedrijfswagens die in die periode aangeschaft worden. Pas over een jaar – wanneer de nieuwe regering in het zadel zit – wordt ze uitgebreid naar alle bedrijfswagens, oud en nieuw.

Bovendien – en hier toont de minister toch weer zijn liberale inborst – heeft hij de wettekst zo sluw geformuleerd, dat het uitstel (naar volgend jaar) in sommige gevallen toch ook van toepassing kan zijn op wagens die nu worden aangeschaft.

In de wet staat te lezen dat de onmiddellijke inwerkingtreding slechts geldt voor bedrijfswagens die vanaf 1 april worden aangeschaft en die de aard van ‘vast actief’ hebben. Hieruit volgt dat het uitstel ook geldt voor wagens die nu aangeschaft worden, maar niet de aard van vast actief hebben. Dat is het geval als men de wagen aankoopt via een operationele leasing. De wagen wordt dan slechts gehuurd en verschijnt niet als vast actief op de balans. Het uitstel van de inwerkingtreding is ook dan verworven.

Jan Van Dyck

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content