Een tuin als sculptuur

Het huis werd gebouwd rond een collectie hedendaagse kunst. De tuin gaat een kritische dialoog aan met zowel de sculpturen als de villa-architectuur. Het geheel doet denken aan de poëtische precisie van Bach. Wonen, werken en bewonderen in een kunstwerk.

TEKST : LUC DE DECKER / FOTO’S : DANIEL GEERAERTS

Vakkundig verscholen in een ongeïnspireerde verkaveling in de Brusselse Rand, ligt een oase van persoonlijke architectuur en een in alle opzichten kunstzinnige tuin. Bij een eerste bezoek sloeg de coup de foudre toe. Tijdens een tweede visite konden we de bewoners overtuigen een getuigenis te laten publiceren, zij het in alle discretie. De veeltalige ondernemersfamilie met wortels in de hoge Alpen en het vlakke Vlaanderen zocht zelfs doelbewust de banale anonimiteit van een bonte woonwijk op om hun droom onopvallend te verwezenlijken. Het contrast tussen de straat en de door wuivende bamboe omzoomde villa kan moeilijk intenser zijn.

Villa met tuin

klinkt te ordinair. Het gaat om een artistiek ensemble dat zo sterk met elkaar verweven is, dat het moeilijk te geloven valt dat de tuin pas jaren later ontworpen werd. Goed vier jaar geleden werd de villa opgetrokken. “Maar eerst was er onze collectie hedendaagse kunst. We wilden een gebouw waarin we konden werken en wonen temidden van de kunst,” vertelt de gastvrouw in een sappig Vlaams, dat doordrenkt is met Franse klemtonen. “Daarom zochten we een architect die zijn sporen verdiend had in musea of culturele complexen.”

De Aalsterse architecten Walter en Michel Van Herreweghen voldeden aan het gewenste profiel. Vader en zoon tekenden ook al openbare gebouwen en culturele centra. Nu kregen ze de opdracht een museum om in te wonen te ontwerpen. Prompt kregen ze een rondleiding in de collectie, zodat ze ook de sfeer, filosofie en stijl konden smaken. Lange gesprekken volgden. “Ik zei zelfs dat ze ruimte moesten vinden voor een Engelse antieke kast, het enige meubel dat ik uit ons vorige huis meegebracht heb.” De kast uit 1729, de vroege Georgian-periode, kreeg een vaste stek in de woonkamer, waar ze het vreemd genoeg uitstekend stelt tussen de hedendaagse design en kunst. “Ze zorgt ervoor dat het geheel warm overkomt.”

Het meubel

herinnert het echtpaar aan hun eerste passie : antiek uit de 18de en vroege 19de eeuw. Zowat 15 jaar geleden deden ze de verzameling van de hand en begonnen de opbouw van een inmiddels imposante collectie actuele kunst. Zowel beelden, schilderijen, etsen, design als tapijten krijgen de aandacht. Kunstenaars als Niki de Saint-Phalle en César traden ook toe tot de kennissenkring. Alle discretie ten spijt, groeit er stilaan een cercle artistique rond het Brabantse woonmuseum.

In haar ruimtewerking verraadt de villa de invloed die vader Van Herreweghen opdeed toen hij voor Le Corbusier werkte. De open structuur, de vlakverdeling van kamers die in elkaar overgaan en de vernuftige ineenstrengeling van natuurlijk licht en ruimte doen ons echter meer denken aan Gerrit Rietveld, ook al bleven de strenge materiaal- en kleurvoorschriften van zijn confraters uit De Stijl-beweging achterwege.

De afschuw van de traditionele kubus-vorm delen de Van Herreweghens alleszins wel met De Stijl. Deze villa werd echter geen kille ascetische constructie. Dat werd voorkomen door het bordeaux schaliëndak, de geslaagde combinatie van rondingen met vlakken en de uitgekiende afwerking van de romige bakstenen gevels. Functionaliteit en decoratieve commentaar op die vorm zelf gaan hier hand in hand. Sommigen zullen dat postmodernisme noemen, maar die term is al te zeer uitgehold door de talloze ondoordachte toepassingen. Laten we dit gewoon een Van Herreweghen-synthese noemen. De decoratieve elementen krijgen geen triviaal karakter, precies omdat door hun aanbreng het loerende gevaar van overconstructie voorkomen wordt.

De banale buurt

nam echter wraak op de gedurfde architectuur. Twee jaar oude foto’s tonen dat de villa zoniet pompeus, dan toch ongepast overkomt. Het zicht van binnen naar buiten viel al evenzeer tegen. Het huis zelf bleef de bewoners bekoren. Het was wel even zoeken wat er fout liep. De bezoeker die nu de foto’s bekijkt, merkt het meteen, maar dat is dan ook omdat er vandaag een harmoniërende tuin aangelegd werd. Aanvankelijk lag er enkel een klassieke hof met gazon, boord en perkplanten, lange rijen begonia’s incluis. De tuin vloekte met het huis en sloot het evenmin af van de buurt. Bovendien kwamen de sculpturen niet tot uiting. Ze stonden verweesd op het houten terras of het gazon.

Eens de diagnose geveld, kon een nieuwe zoektocht beginnen. Deze keer werd een tuinarchitect opgespoord die het interieur kon vertalen in de onmiddellijke omgeving. De tuin valt vrij klein uit, wat de opdracht alleen maar moeilijker maakte. Kleine ruimtes stribbelen immers heftiger tegen. De odyssee langs Belgische tuinontwerpers leidde finaal naar een dependance van het kasteel van Wijnegem. De koetsierswoning en de oude stallen herbergen er de kantoren en oranjerie van Avant Garden, de thuisbasis van de tuinarchitecten Peter Adams en Luk Logist. Het duo en hun ploeg namen de handschoen op. Het resultaat ? Een majestueuze groene én artistieke creatie, die zowel de huisarchitectuur als het interieur op een geraffineerde manier voortzet. Dat gebeurt niet door simpele spiegeleffecten, maar door de tuin een dialoog te laten aangaan met de villa.

De kunstwerken

werden eveneens verplaatst. Nu worden ze betrokken in de subtiele samenzwering tussen interieur en exterieur. De tuin an sich is overigens zelf een sculptuur, een levend beeldhouwwerk waarin de groene vormen in een voortdurende communicatie gewikkeld zijn met de villastructuur. “Die dialoog was niet mogelijk met solitaire planten. We moesten volumes tot stand brengen. We kozen dan ook voor groene composities met voldoende grote plantengroepen, waarmee we als het ware etages bouwden,” legt Peter Adams uit. “Achteraan krijg je bijvoorbeeld hoge bamboe, daarvoor een partij rhododendron die we goed vol en bol houden, en op nog een lager niveau sneeuwbes. Die geeft weliswaar een witte bloem, maar zoals alles in deze tuin, kozen we de plant omwille van de ronde vormen.”

Op het gazon vinden we enkele partijen buxus, alweer in diverse ronde vormen gesnoeid. Sommige gaan wat spitser de hoogte in, andere rusten er als rustgevende bollen tegenaan. “Hier staat buxus van meer dan 50 jaar oud bij.” Adams zucht : “Het was een ontzettend zoekwerk om de planten te vinden. Ze werden met een zware kluit uitgegraven en hier met een kraan neergelaten. Terwijl ze van de vrachtwagen gehesen werden, bepaalden we de exacte plaats. Dat is weliswaar aangegeven op het plan, maar om tot een zinnige partij te komen, moesten we hier zelf aan het sculpteren gaan met dat natuurlijke materiaal.”

Poëtische wiskunde

lijkt het. Zoals Bach de onvatbare ziel verzoende met de mathematische principes, verwerkten Adams en Logist het puriteinse van de Japanse tuin in een authentiek inheems antwoord erop. Alles steunt op sluw uitgezette lijnen, vlakken en glooiende vormen, zonder dat het Spartaans overkomt. Net als in de architectuur van de woning, werd ook hier de ascese van een stijl verzacht tot een leefbare vernieuwende vorm.

Adams noemt het een minerale tuin : “We spelen niet alleen het fijne groene materiaal uit tegenover de partijen met grotere bladeren. We werken ook met primaire materialen voor het aanleggen van de paden, terrassen of het steunen van de hogere partijen. Want al is dit een vrij kleine tuin, we kampen achteraan in de tuin met een hoogteverschil van een paar meter.”

Ook rechts van het huis gaapt een diepte. Die wordt overbrugd door een trap van ruwe blauwe hardsteen. Naast de trap werd een rotspartij aangelegd van dezelfde volumineuze steen. Nu, één jaar na de aanleg, groeien de eerste varens tussen de spleten. De trap loopt uit naast een vijver, die zo laag ligt, dat hij gevuld raakte met grondwater. Bij de vijver werden alle franjes weggelaten. Water, groen en op de achtergrond de hardsteen zorgen voor een natuurlijk tafereel. Alweer drijven dezelfde eigenschappen naar boven : volume, kracht en minerale oorspronkelijkheid.

Het houten terras

bij het huis werd vervangen door massangis, een Franse zandsteen. Naast de teakhouten meubels vinden we schijnbaar achteloos achtergelaten tuinpotten uit het Italiaanse Impruneta. Er werd geopteerd voor werk van Ugo Poggi, die zijn potten een onnavolgbare authenticiteit meegeeft door een apart patineerprocédé.

Wie vanuit de ruim bemeten woonkamer naar de tuin kijkt, merkt des te beter hoe sluw interieur en exterieur verbonden zijn. Wie pal naar buiten kijkt, ziet tussen de buxuspartijen op het gazon, die de tuin uitdiepen en vergroten, achteraan een fontein van Niki de Saint-Phalle. Van deze creatie uit gepolychromeerd polyester bestaan drie exemplaren. Eén bevindt zich in New York, een ander in Luxemburg en het derde maakt deel uit van deze tuinsculptuur. De altijd gewaagde felle kleuren van de inmiddels 65-jarige Parisienne (die naar Toscane verhuisde) doorbreken de groene vlakken. In de woonkamer wordt het beeld echter onopvallend, maar voldoende uitdrukkelijk aangekondigd door een even intens beeld van dezelfde kunstenares. Die kleuren worden op hun beurt minder bruusk gemaakt door een Collignon-tapijt. Alles verwijst naar alles, niets is gratuit.

Op het bureau, ingeplant in een verrassend royale mezzanine, krijgen we zowel een blik op de woonkamer als op de tuin. De rust van een serene Vasarely aan de muur vinden we terug in de ooien op het gazon, een gladde cementcompositie van François-Xavier Lalanne. Van hieruit vangen we zelfs een glimp op van het zwembad naast de woonkamer, met olieverfdoeken van Wyckaert en Minotte aan de muur.

Geen enkele ruimte blijft kunstarm. Dat begint al bij de voordeur, waar we onder meer begroet worden door een sculptuur van Reinhoud d’Haese en een schildpad van Lalanne. Vooraan gunden ook Adams en Logist zich een geslaagde koppigheid : ze bewijzen er dat een veld hortensia’s een prachtvolume kan opleveren. De witte en lilla planten worden afgezoomd door taxus vooraan en bamboe achteraan. Voor de liefhebbers : het gaat om de bekoorlijke bamboesoort phyllostachys aurea. In dit naar Belgische normen kurkdroge jaar krijgt hij, net als de rest van de tuin, voldoende water via een computergestuurd irrigatiesysteem. Levende kunst wordt gelaafd.

De altijd gewaagde Niki de Saint-Phalle.

Boven : het antieke meubel in Georgian-stijl gaat de dialoog aan met een markante Niki de Saint-Phalle, terwijl de ooien van Lalanne een sculptuur van Reinhoud d’Haese bewonderenIn het midden : De minerale tuin en het aangename bureau op de mezzanine.Hiernaast : De hedendaagse kunst is alomtegenwoordig, zelfs rond het zwembad.

Bovenaan : Een werkplek als geen ander. Onderaan : Een Armand-creatie verlicht de kantoorruimte.

Zicht op het centrale tuingedeelte vanuit het zwembad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content