Een sprinkhaan getuigt

Durfkapitalisten krijgen wereldwijd kritiek als kaalvreters van bedrijven – vandaar ook hun bijnaam ‘sprinkhanen’. Nonsens, zegt Robert Van Goethem van 3i (ABX, Aviapartner). “Wij zijn durvers. Wij nemen de beslissingen die sowieso nodig waren.”

Durfkapitalisten krijgen wereldwijd kritiek. Marc Stordiau, ex-topman van Deme, Joop Wijn, de Nederlandse minister van Economische Zaken, en de Duitse vicekanselier Franz Müntefering noemen hen sprinkhanen. Ze strijken neer, verorberen de beste brokken van een onderneming en laten een sociaal bloedbad achter. Is 3i, dat investeert in ABX en Aviapartner, deze bedrijven aan het kaalvreten? Zal ook afvalverwerker Indaver, vandaag in het vizier van 3i, het geweten hebben?

Trends had een gesprek met Robert Van Goethem, die sinds kort voor deze durfkapitalist de Benelux bewerkt. Zeer recent lijfde 3i Francis Ottevaere in, een gewezen Citigroupmedewerker en Prins Albert Fondslaureaat. Is dit Belgische tweetal de Britse voorhoede van de uitverkoop van onze bedrijven? Van Goethem speelt de joker door: “België is inderdaad belangrijk, omdat familiale aandeelhouders meer dan vroeger bereid zijn een interessante deal te sluiten met externe financiers. Dat trekt steeds meer buitenlandse spelers aan. Vergeet echter niet dat ook vóór onze komst grote Belgische bedrijven werden verkocht aan Franse of andere buitenlandse groepen. Wij zijn dus niet de grote schuldenaars van de uitverkoop. Voor zover we kunnen spreken van schuld, uiteraard.”

ROBERT VAN GOETHEM (3i): “De perceptie is tegen ons, dat is zeker. Ons negatieve imago is vooral het gevolg van een spraakverwarring. Spreek het woord ‘fonds’ uit en de mensen denken aan een hedge fund. Dat zijn wij dus niet. Hedge funds kwamen op in de jaren negentig en azen op unieke kansen op de handelsvloer. Ze schuimen de markten af op zoek naar discrepanties in aandelen, muntposities of andere financiële producten. Ze nemen ernstige risico’s, speculeren en verdienen veel geld. Of verliezen alles.

“Een private-equityfonds gaat helemaal anders te werk. Al in de achttiende eeuw zochten en vonden ondernemers externe kapitaalverschaffers om hun groei te ondersteunen. Dat doen we nog, alleen gaan we nu te werk op een professionelere manier. Onze gemiddelde looptijd is ook korter, gemiddeld tien jaar. In principe moet een investering van een hefboomfonds na enkele maanden tot maximaal een jaar zijn geld terugverdienen.”

U streeft niet naar een kortetermijnwinst. Dat is genoteerd. Maar denkt u niet vanaf het begin aan een exit, zoals bijvoorbeeld Marc Stordiau u verwijt?

VAN GOETHEM. “Dat is een structureel gegeven waar we niet onderuit kunnen. De durfkapitaalfondsen worden gespekt met het geld van institutionele investeerders voor een bepaalde termijn. Op het einde van de rit verwachten deze investeerders cash terug en geen bedrijfsaandelen. We moeten dus onze investeringen weer verkopen.”

U trekt van leer tegen de hedge funds. Misschien omdat ze u op uw eigen markt beconcurreren?

VAN GOETHEM. “Ze komen inderdaad in ons vaarwater. Er vloeide de voorbije jaren meer geld naar de hefboomfondsen dan naar de private-equityspelers. Dat zocht zijn weg naar succesrijke niches, zoals die waar tot dan wij alleen actief in waren. Met als gevolg dat private-equityspelers nog meer met hedge funds verward worden.

“Partijen zoals Knight Vincke worden erg actieve aandeelhouders ( nvdr – zoals in Suez). Ze beleggen in ondernemingen en aandelen die ze ondergewaardeerd vinden en proberen het tij te keren. Spijtig genoeg maken ze vooral veel lawaai bij de uiteenzetting van hun strategieën. Bij de realisatie ervan zie je ze niet. Wij blijven niet passief toekijken, maar helpen het bedrijf mee vooruit. En daar schuilt het grote verschil. Wij worden dus onterecht getroffen door de kritiek op de hedge funds. Wij melken geen bedrijven uit.”

Ook niet als het een snelle winst genereert?

VAN GOETHEM. “Het gaat in tegen onze missie. Wie morgen wil verkopen, maar het pand heeft leeggeplunderd, krijgt daar geen goede prijs voor. Bij onze exit moet er in het bedrijf nog genoeg groeipotentieel aanwezig zijn. Anders is er natuurlijk geen nieuwe koper geïnteresseerd.”

Wat is uw rol in een overgenomen bedrijf?

VAN GOETHEM. “Wij leveren het kapitaal dat een overgang financiert op het vlak van aandeelhouderschap, strategie, management of door een verandering op de markt. Wij brengen ook professionalisme aan. Een durfkapitalist durft de oefening te maken om oude gewoonten in vraag te stellen. De buitenwereld koppelt vaak herstructureringen of saneringen aan onze intrede. De oorzaak van deze noodzakelijke veranderingen was vaak al veel langer aanwezig. Omdat wij knopen durven doorhakken, krijgen we soms een negatief imago.”

De winsten die een durfkapitalist nastreeft liggen boven de marktgemiddelden. Presteert een bedrijf met een durfkapitalist aan boord beter dan zijn sectorgenoten?

VAN GOETHEM. “Onze investeerders verwachten dat we 7 à 8 % beter presteren dan het beursgemiddelde. Intern streven durfkapitalisten naar een jaarlijks rendement van 20 à 25 %. Dat kan alleen als onze investeringen succes hebben. Studies tonen aan dat een private-equityinvestering in een onderneming positief is op het vlak van werkgelegenheid, omzet en exportgroei.”

Vlaamse ondernemers overwinnen hun koudwatervrees voor private equity. Krijgt u meer dossiers voorgeschoteld?

VAN GOETHEM. “Heel wat familiebedrijven worden geconfronteerd met de globalisering. Om bij te blijven, moeten ze even efficiënt worden als hun internationale concurrent. Ze moeten investeren om te groeien en hebben kapitaal nodig. In de bestuurskamer van deze bedrijven wordt strategisch gereflecteerd over de toekomst. Dat stimuleert ondernemers om eens kennis met ons te maken. Maar deze discussies monden niet altijd uit in concrete dossiers. Er komt alleszins geen golf van nieuwe dossiers aan.”

Aandeelhouders horen natuurlijk de ronkende prijzen die durfkapitalisten willen neertellen. Vooral tijdens management buy-outs passeren hoge bedragen de onderhandelingstafel. Is de markt aan het bubbelen?

VAN GOETHEM. “Heel mijn leven werk ik al in de buy-outsector, eerst als bankier en vandaag als financier. Tot de jaren negentig deinde de sector mee op de golven van de conjunctuur. Nooit eerder heb ik echter de enorme kredieten gezien die banken ter beschikking stellen om buy-outs te financieren. Dat stemt tot nadenken. Ik heb de indruk dat de banken soms een zeer kort geheugen hebben en de problemen van het verleden zijn vergeten. Het zou best minder agressief mogen zijn.

“Komt daarbij dat ook de hedge funds zich op de markt gooien. Dat verandert de dynamiek. Al die liquiditeit heeft een invloed op onze sector. Dat maakt ons voorzichtig. Als het fout loopt, delen wij namelijk als eerste in de klappen. Bij het bepalen van de aankoopprijs aan de hand van de verwachte verkoopprijs is de berekeningsfactor gedaald. We betalen dus minder dan vroeger, omdat we vrezen dat er zich iets voordoet op de kredietmarkt. Het gebeurt meer dan eens dat we wegstappen van de onderhandelingstafel omdat we aanvoelen dat er te grote risico’s worden genomen.”

An Goovaerts Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content