Een rendement van 3625%

Doorgaans vallen beursbabbels dikdoenerig, duister en duf uit. Met perfect gedoseerde ironie, sterke verhalen en een hoge dosis nuchter boerenverstand maakt Paul D’Hoore de beurs grappig en toegankelijk. En juist daardoor wordt zijn beursboek leerzaam en zeldzaam kritisch.

Beroepsbeleggers met een fijne neus konden je op het einde van de jaren negentig beslist vertellen in welk restaurant je moest zijn om toenmalig topman Rudy Hageman alweer een nieuwe belangrijke overname te horen aankondigen bij Real Software. Het kwam er dan op aan nog voor het dessert een discreet telefoontje te plegen met een makelaar om een volgend stevig pakket aandelen van het snelgroeiende softwarebedrijf te bestellen. Zo’n weetje loonde de moeite. Hageman had zijn softwarehuis in 1986 in de steigers gezet en in 1997 naar de beurs gebracht. Op dat ogenblik werd de waarde op 45 miljoen euro geschat. In 1999 bedroeg de beurswaarde van de onderneming al 1,95 miljard euro. Op nauwelijks twee jaar tijd was de aandelenkoers 37 keer meer waard. Een rendement van 3625%.

Beleggerssprookjes. Er bestaan dus nog beleggerssprookjes. Al lopen ze voor de meeste beleggers tragisch af. Wie te laat op de hogesnelheidstrein van Real Software sprong en vooral wie de aandelen te laat verkocht, houdt er een gigantische financiële strop aan over. Van de hoogste koers, 138,50 euro, bleef in de zomer van 2002 een schamele 3,50 euro over. Het kwam zover dat een manager met buitengewone ervaring, uithoudingsvermogen en vernuft gezocht moest worden om het zinkende schip weer enigszins vlot te krijgen. Theo Dilissen bleek die witte raaf. Hij kon het schip redden en kreeg daar alvast de trofee Manager van het Jaar 2001 van de Trends-lezers voor. Voor wie tijdens de hoogtijdagen aandelen kocht en ze nog altijd in portefeuille heeft, lijkt dat maar een magere troost.

Rudy Hageman zou beter af zijn. In december 1999 zou hij zelfs een pakket aandelen verpatst hebben dat hem 25 miljoen euro opleverde. Hij had toen weliswaar een winstwaarschuwing moeten geven, maar voegde eraan toe: “De belofte om een bedrijf te zijn dat ieder jaar met minstens 50% groeit, blijft gelden.” Vraag is dan uiteraard waarom hij in die dagen zoveel aandelen van de hand deed. Als topman had hij die verkoop ook binnen de 48 uur moeten bekendmaken, maar dat deed hij pas anderhalf jaar later, op een ogenblik dat de aandelenkoers al ingestort was.

Zulke griezelverhalen vinden we wel meer in De 10 beurswetten van Paul D’Hoore, het opmerkelijk toegankelijke beursboek van de VRT-journalist. Door om de haverklap in tal van tv- en radio-programma’s op te doemen, heeft de vroegere timide presentator zich plots de status van Bekende Vlaming toegeëigend, maar zijn werk bewijst dat er ook BV’s zijn die heel wat meer in hun mars hebben dan kirrend in een tv-camera te kunnen gapen. Met zijn schijnbaar bescheiden boek overklast hij zelfs menig pretentieus beursanalist.

Een stuk stront. Het ongelukkige sprookje van Real Software vinden we in een sleutelhoofdstuk, waarin Paul D’Hoore waarschuwt voor manipulatie van de aandelenkoersen. Vertrouw daarbij zelfs niet noodzakelijk de bekendste analisten, zo luidt de harde conclusie. Neem nu Henry Blodget. Tot in 2001 analyseerde hij de aandelen van internetbedrijven voor Merrill Lynch, het grootste beurshuis ter wereld. In zijn gloriedagen torste hij trots de bijnaam King Henry. In die dagen glorieerde er ook nog een Queen of the Net, Mary Meeker, voor concurrent Morgan Stanley. Inmiddels zijn zowel de koning als de koningin door beleggers voor de rechtbank gedaagd. Tijdens dat onderzoek kwamen al onthutsende verschillen naar voren tussen het officieel advies dat Blodget gaf en het persoonlijk commentaar dat hij in e-mails aan vrienden stuurde. Terwijl hij over 24/7 Media, bijvoorbeeld, officieel bijkopen adviseerde, stuurde hij de vrienden de commentaar dat het om a piece of shit ( stuk stront) ging.

Waarom jennen analisten de beleggers? Omdat hun werkgevers heel wat meer verdienen met het begeleiden van een beursgang, kapitaalverhoging, fusie of overname van bedrijven. Een positief advies voor zo’n bedrijf maakt dikke vrienden. Het kan dan ook zeer lucratief uitvallen wanneer de analisten en de zakenbankiers van dezelfde financiële groep elkaar tijdig tippen. En de belegger? Laat hem nog waar wat sparen, zodat hij straks opnieuw zijn vingers brandt aan het volgende advies.

Ondanks zulke horrorverhalen wil Paul D’Hoore zijn lezers niet met doodsangst van de beurs doen wegvluchten. Integendeel, hij wil gewoon de valkuilen aanwijzen om de gewone belegger veiliger op de beurs te laten bewegen. De tips, die hij met een knipoog gebundeld heeft rond tien beurswetten, zijn dan ook algemeen en nuchter in plaats van spectaculair en mysterieus. Dit is geen beursboek met uitroeptekens, noch een pseudo-confidentieel raadselboek dat op fluistertoon adviezen rondstrooit, maar een glamourloze uitnodiging om bewust te beleggen.

Luc De Decker [{ssquf}]

Paul D’Hoore, De 10 beurswetten van Paul D’Hoore. Globe, 191 blz., 14,50 euro.

Dit is geen beursboek met uitroeptekens, noch een pseudo-confidentieel raadselboek dat op fluistertoon adviezen rondstrooit, maar een glamourloze uitnodiging om bewust te beleggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content