‘Een plundertocht van vijfduizend jaar’

Catherine Vuylsteke Journalist, auteur, filmmaker en sinoloog

De Britse historicus Martin Meredith schreef een boek over vijfduizend jaar Afrikaanse geschiedenis. “Het plunderen en roven was een permanent gegeven, of het nu gaat om goud, slaven, ivoor, olie of andere grondstoffen.”

De Britse journalist, historicus en biograaf Martin Meredith nam het Afrikaanse continent de voorbije dertig jaar al vanuit tal van hoeken onder de loep. Hij schreef een bejubelde biografie over Nelson Mandela, schetste een vernietigend beeld van de Zimbabwaanse dictator Robert Mugabe, ontleedde de oorzaken van de uitroeiing van de olifant, traceerde de Afrikaanse bron van het menselijk leven en zoomde in op de geschiedenis van het hele werelddeel sinds de onafhankelijkheid.

Met het pas verschenen De schatten van Afrika is hij aan zijn dertiende boek toe. Vier jaar werk mondde uit in een turf van zevenhonderd pagina’s. De auteur doorploegt vijfduizend jaar geschiedenis en dist onderweg heel wat weinig bekende verhalen op. Het gaat van de Egyptenaren, de schatrijke Malinese heerser Mansa Moussa — die op de eerste, veertiende-eeuwse Catalaanse atlas staat afgebeeld — tot de komst van de zendelingen en de cartografen, de bloedbaden die Italië aanrichtte in Abessinië in de jaren 1930 en de Arabische Lente van 2012.

Hoe hebt u die lange geschiedenis in een boek kunnen vatten?

MARTIN MEREDITH. “Een jaar lang heb ik geworsteld met de vraag of dit boek überhaupt haalbaar was. Kun je vijftienhonderd politieke entiteiten en talen, veertig kolonies, 52 onafhankelijke staten en een zo groots en lang verhaal in één boekband krijgen? Sommigen zullen allicht zeggen van niet. Mij viel vooral op dat historici altijd op een specifieke periode ingaan, maar dat er weinig werk wordt gemaakt van een algemeen beeld van de Afrikaanse geschiedenis. Precies dat vogelperspectief fascineert me, omdat het me beter in staat stelt de ogenschijnlijke tegenstellingen te begrijpen. Afrika is het werelddeel van grote armoede, rampen en onderontwikkeling, maar evengoed van extreme weelde en potentie.

“Door vijfduizend jaar geschiedenis wordt duidelijk dat het plunderen en roven — of het nu gaat om goud, slaven, ivoor, olie en andere grondstoffen — een permanent gegeven is. De kleptocratische trekken van de hedendaagse politieke elites en de internationale concerns verschillen nauwelijks van de motieven van de Egyptische farao’s.

“Een gigantische klimaatsverandering leidde ertoe dat de relatief vruchtbare Sahara-gronden tussen 5000 en 4000 voor Christus verschraalden tot woestijnen. Dat bracht op zijn beurt volksverhuizingen en de kolonisatie van de Nijlvallei op gang, waaruit het faraonische Egypte ontstond. Maar de opbrengsten van die rijke gronden gingen op aan de bouw van grootse monumenten waar we nu bewonderend naar kijken. De bevolking werd daar niet beter van. Dat patroon bestendigde zich.”

Maar geldt dat niet evengoed voor monumenten in de rest van de wereld? Of het nu gaat om de tempels van de Maya’s of de paleizen van de Moghuls in India?

MEREDITH. “Ja, maar wat in Afrika opvalt, is de continuïteit. Ik ben me ervan bewust dat ook de meeste Aziatische landen gebukt gaan onder het rot van de corruptie. Het verschil zit in de schaal en in het feit dat het vermogen dat in Afrika is gestolen, nooit is geherinvesteerd in het continent. Volgens de Wereldbank staat niet minder dan 40 procent van het Afrikaanse privévermogen op buitenlandse rekeningen geparkeerd.

“De communisten in China vielen ongetwijfeld ook ten prooi aan grootschalige corruptie, maar kijk naar de manier waarop de infrastructuur werd gemoderniseerd. Dat zie ik op erg weinig plekken in Afrika. Een van de oorzaken daarvoor is dat er geen cement is dat de Afrikaanse naties bijeenhoudt, noch etnisch, noch ideologisch. De staten zijn arbitraire Europese constructies, waarin rivaliserende groepen elkaar bekampen, met de natuurlijke rijkdommen als inzet. Elk van die entiteiten weet dat de buit niet veilig is, zolang die niet naar het buitenland is gebracht. De plundering moet snel gebeuren. Je neemt zo veel je kunt en kiest het hazenpad, met de bekende gevolgen.”

Kon het anders? En wat ziet u daarin dan als scharniermomenten?

MEREDITH. “Tja, als jullie koning Leopold II niet had beslist dat hij per se een deel moest hebben van wat hij ‘die geweldige cake’ noemde, hadden de overige Europese mogendheden wellicht ook anders gereageerd. En als in een tijdspanne van 1100 jaar geen 12 miljoen zwarte slaven waren afgevoerd door islamitische handelaren, was de geschiedenis ook anders gelopen. Maar met dat vak houd ik me niet bezig. Ik zet louter de feiten op een rij in een poging beter te begrijpen wat er aan de hand is. Waarom uit Soedan wel een nieuwe Zuid-Soedanese staat ontstond, of waarom Nigeria als natiestaat wellicht geen lang leven beschoren zal zijn.

“Nochtans is er een korte periode geweest, in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, waarin we geloofden in een moderne natievorming. We dachten dat de eenpartijstaat daartoe een adequaat middel was. Die zou dan overheidsindustrieën creëren als vehikel naar veralgemeende welvaart en ontwikkeling. Ondertussen weten we dat zo’n economische organisatie juist plundering, corruptie en wanbeheer in de hand werkt.

“In de jaren negentig was er een nieuwe kans, met alle verhalen over de zogenoemde Afrikaanse renaissance. Het Westen zat niet langer in het Koude-Oorlogstramien en hoefde de Sovjet-Unie niet langer te vrezen of in te tomen. Alleen was de uitkomst van die zogenoemde democratisering en privatisering van de overheidseconomie andermaal nefast. Diezelfde politieke elites konden hun oude leegpluk nu legaal maken, zij werden de officiële eigenaren van alle mogelijke gezonde bedrijfssectoren. En andermaal greep de bevolking naast de prijzen.”

U vertelt in uw boek heel wat tragische verhalen, waarbij hele dorpen werden uitgemoord en gebieden werden ontvolkt door westerse naties. Het verhaal van Mussolini en Abessinië bijvoorbeeld. Hoe weinig Europese kinderen daar ook over leren tijdens hun geschiedenislessen, onder de nakomelingen van de slachtoffers zijn die bloedige histories niet vergeten. Is uw boek een aanzet tot een debat over een mogelijke genoegdoening?

MEREDITH. “Eigenlijk niet. Ik houd me ver van elke vorm van morele verontwaardiging, evengoed als het gaat om de slavernij als om de gruwel onder koning Leopold II. Bovendien was wat de Italianen deden geenszins ongewoon. Kijk naar de Fransen of de Britten. De Britten ontketenden de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) alleen omdat ze het Zuid-Afrikaanse goud in handen wilden krijgen. 26.000 Boeren, hoofdzakelijk kinderen, zijn toen in concentratiekampen gestorven. Ook 20.000 inheemse Afrikanen kwamen om.

“Toch geloof ik niet in compensatie. Neem de havensteden Bristol en Liverpool, die vooral zijn gebouwd op de winsten uit de slavenhandel. Kun je van hun huidige inwoners verwachten dat ze met excuses of een compensatiebetaling komen? Lijkt me niet.

“We kunnen er niet omheen: de geschiedenis is niet eerlijk. En het argument van genoegdoening houdt geen steek. Zie je Saoedi-Arabië al een knieval maken voor de rijkdommen die ze uit de slavenhandel hebben gehaald? Ik geloof dat ze je in je gezicht zouden uitlachen bij de suggestie ervan. Tegelijk begrijp ik die redering. Ik noem dat de Europese schuldgedachte.”

Een gedachte die wortelt in het christendom?

MEREDITH. “Misschien. Hoewel, zelfs dat betwijfel ik. Zie je, religies zijn ontzettend veerkrachtige ideologische systemen. Ze kunnen altijd alles verklaren en vooral vergoelijken. De christelijke zendelingen wilden beschaven en bekeren. De islam had een rechtvaardiging voor het feit dat er in slaven werd gehandeld: zolang het niet-moslims betrof, was er geen probleem.”

Is het voor u belangrijk dat burgers in Afrika zich bewust worden van de eigen geschiedenis?

MEREDITH. “De kans dat ze mijn boek lezen, is niet erg groot, al was het maar omdat boeken er zo duur zijn. Nuttig zou het wel zijn: Afrikanen hebben vaak maar een erg fragmentarisch beeld van hun geschiedenis.

“Alleen, de mens is in het algemeen meer geïnteresseerd in mythes dan in feiten. Daarop wordt politiek gebouwd, en dan heb ik het heus niet alleen over Afrika. Kijk naar het referendum in Schotland. Niet de uitgebalanceerde geschiedenis, maar de mythische aspecten van de eigen identiteit primeerden.”

Zou het verschil maken als uw boeken wel bestsellers werden in Afrika?

MEREDITH. “Ik denk het niet. De enige mogelijke impact is die op de westerse publieke opinie. Dat is ook goed gebleken, toen ik in 1984 mijn boek over de nieuwe Afrikaanse staten publiceerde. In die tijd was het geenszins bon ton om te focussen op de tekortkomingen van de nieuwe regimes. Dat zou toen impliceren dat je het Apartheidsbewind in Zuid-Afrika bewierookte. En toch was het tijd dat er een kritische analyse werd gemaakt.”

U werkte dertien jaar lang als correspondent voor Britse zondagsbladen in Afrika. Daarna keerde u naar Oxford terug om historisch onderzoek te doen over het Afrikaanse continent. Was u ontgoocheld?

MEREDITH. “Alleszins niet in Afrika of haar bewoners. Eerder in mezelf. Ik begon te beseffen dat het perspectief van de journalist hopeloos beperkt is, gespeend van enig inzicht in de grotere mechanismes.

“Het historische perspectief laat een veel realistischer inschatting van de situatie toe. Neem het voorbeeld van Ghana. Ik lees nu overal dat het land het erg goed doet. Alleen, bekijk de evolutie vanaf de onafhankelijkheid, en je komt tot een heel andere conclusie. Weinig landen hebben zo veel kansen gemist als Ghana. Het bevond zich in de jaren vijftig in een veel betere startpositie dan Zuid-Korea. Er waren generaties van dokters en advocaten, er bestond een relatief homogene politieke structuur en je had een behoorlijke middenklasse. In tien jaar werd dat allemaal verkwanseld. Het ging met andere woorden van tien op tien naar nul, en opnieuw naar twee nu.”

Uw boek eindigt weinig opbeurend. Zijn er eigenlijk wel hoopvolle perspectieven?

MEREDITH. “In mijn conclusie haal ik het Habitat-rapport van de Verenigde Naties aan. Ik denk dat de auteurs ervan gelijk hebben als ze een toekomstbeeld schetsen van kleine eilanden van weelde in oceanen van armoede, ongelijkheid en menselijk lijden, die een bedreiging vormen voor ons allemaal. Dat is de ontwikkeling die zich voltrekt. Het aantal gammele schuitjes vol mensen die proberen een nieuw leven te vinden in Europa, zal alleen maar toenemen. Is dat een kwestie van pessimisme? Geenszins. Ik gruw van optimisme of pessimisme, er is alleen realisme.”

Martin Meredith, De schatten van Afrika, De Bezige Bij, 2014, 744 blz., 49,90 euro (ook verkrijgbaar als e-book).

CATHERINE VUYLSTEKE

“Afrikanen hebben maar een erg fragmentarisch beeld van hun geschiedenis”

“Het vermogen dat in Afrika is gestolen, is nooit geherinvesteerd in het continent”

“Er is geen cement dat de Afrikaanse naties bijeenhoudt, noch etnisch, noch ideologisch”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content