‘Een pijnloze sanering is geen oplossing’

Na de begrotingscontrole is het debat over de structurele gezondmaking van de overheidsfinanciën nog niet ten einde. Een bankeconoom, een professor economie en studaxen van het VBO en het ACV laten hun licht schijnen over de maatregelen om het Belgische huishouden voor lange tijd weer op orde te krijgen.

De begrotingscontrole heeft geen structurele ingrepen opgeleverd zoals een hogere btw, een indexsprong of een vermogensbelasting. De regering moet het vooral van one shots hebben. De federale ministers kiezen voor eenmalige maatregelen boven diepgaande saneringen, anders dreigt de economie nog verder kopje-onder te gaan. De meningen van Gert Peersman (Universiteit Gent), Johan Van Gompel (senior economist KBC en docent HUB), Geert Vancronenburg (hoofdeconoom Verbond van Belgische Ondernemingen) en Chris Serroyen (hoofd ACV-studiedienst) zijn verdeeld.

“Een fundamentele sanering van de overheidsfinanciën is cruciaal omdat daar een van de oorzaken van de internationale crisis ligt. Alle landen kampen met hoge begrotingstekorten”, zegt Gert Peersman. “We kunnen niet alles naar de volgende generatie blijven doorschuiven. Door de vergrijzing maakt de sociale zekerheid straks een derde van het bbp uit. Wat in het regeerakkoord staat over langer werken, is een druppel op een hete plaat. De rapporten van de Studiecommissie Vergrijzing zijn veel te optimistisch. De meerkosten van de vergrijzing zouden 6 procent van het bbp bedragen, maar zijn gebaseerd op simulaties waarbij we sneller groeien dan ooit en veronderstellen dat er geen bruggepensioneerden meer zijn.”

“Het is belangrijk dat er de komende jaren goed gesaneerd wordt. De regering probeert een begroting op te kalefateren met one shots. Dat heeft een nefast effect op de economische groei. De bevolking weet dat die maatregelen onvoldoende zijn en later gecompenseerd moeten worden met structurele ingrepen. De mensen worden onzeker en gaan eerder sparen dan consumeren.”

CHRIS SERROYEN. “Het ACV sluit zich aan bij de school van Paul Krugman. Een sanering is nodig, maar als dat te hard gaat, dreig je de recessie te verergeren. In België is een aantal one shots evident, want de regering is veel te laat gevormd. Maar te veel eenmalige maatregelen zal Europa niet blijven aanvaarden. Structurele ingrepen zijn nodig.”

JOHAN VAN GOMPEL. “Een pijnloze sanering is geen oplossing. Je kan beter goede maatregelen nemen dan kleine ingrepen waarvan je niet weet wat het effect is. Het deficit van 2,8 procent is dit jaar heel belangrijk en de markten zien daar streng op toe. Ik denk dat België meer op de uitgaven dan op de inkomsten moet werken. Anders dreig je de groei te fnuiken. Ik wil over die groei niet te pessimistisch zijn. 2012 wordt geen goed jaar, maar ook geen bar slecht. Voor de bedrijven lijkt het ergste achter de rug.”

GEERT VANCRONENBURG. “België streeft dit naar jaar naar een deficit van 2,8 procent, volgend jaar wordt dat 1,8 en in 2015 moet er een begrotingsevenwicht zijn. Ik vind dat een goede strategie: niet te snel en niet te traag. Als de begroting in evenwicht is, kan de schuld op termijn teruggebracht worden tot 60 procent van het bbp. Dat kan in vijftien jaar.”

Met het oog op een begrotingsevenwicht in 2015 gaat de regering uit van optimistischer groeivooruitzichten van KBC. Betekent dat een extra budgettaire inspanning?

VAN GOMPEL. “De onderliggende groeicijfers zijn 2,1 procent voor volgend jaar en 2,3 voor de twee daaropvolgende jaren. Dat lijkt aan de hoge kant. We zien volgend jaar de groei wel hoger uitvallen, maar die zou toch maar 1,4 procent bedragen. Het jaar nadien gaat dat richting 2 procent, zeker niet meer. De potentiële groei in België op langere termijn situeert zich eerder rond 1,6 tot 1,7 procent. Ook een rapport van de Europese Commissie wijst op een potentieel groeipad van 1,5 procent.

“De te optimistische regeringsprognoses betekenen dat puur op basis van conjunctuurvooruitzichten de budgettaire inspanningen de komende jaren meer moeten zijn dan wat in het Stabiliteitsprogramma naar voren werd geschoven. De regering moet bijkomend 4 miljard euro gaan zoeken om tegen 2015 tot een evenwicht te komen.”

VANCRONENBURG. “Er zit ook een zekere incoherentie in de manier waarop de groeivooruitzichten worden opgesteld. Ze gaan bijvoorbeeld uit van een situatie van ongewijzigd beleid, maar we weten nu al dat dat niet het geval is. De regering moet nog saneren en dat heeft een impact op de groei.”

Hebben de overheidsfinanciën geen impact op de groei? Hangt het niet af van hoe je het aanpakt?

VAN GOMPEL. “De primaire uitgaven in België zijn relatief sneller toegenomen dan in de andere EU-landen. De belastingdruk bleef hoog. Als je structureel wil ingrijpen, moet je vooral de uitgaven in het oog houden en vermijden dat de belastingdruk toeneemt. Dat moet je doen zodat de groei niet wordt aangetast door de overheidsfinanciën. Zeker omdat die groei door de vergrijzing ook al onder druk komt. We moeten kiezen voor een gezonde sanering.”

Betekent een gezonde sanering geen verhoging van de belastingen?

VAN GOMPEL. “Liefst niet te veel.”

SERROYEN. “Ik heb mijn twijfels over de studies die vooral pleiten voor ingrepen op de uitgaven en minder voor zoeken naar nieuwe inkomsten. Ik denk dat de keuze voor vermogensfiscaliteit perspectieven opent. We kunnen de lasten op arbeid verlagen en vervangen door een belasting op kapitaal. Ik heb ook vragen bij het pleidooi om vooral in sociale uitkeringen en het overheidsapparaat te snoeien. Pak je de laagste inkomensgroepen aan, dan zet je ook de consumptie onder druk. Over het overheidsapparaat wordt geen verstandig debat gevoerd. In de overheid kan je efficiëntiewinsten boeken, maar dat doe je niet met de hakbijl, wel met het ontleedmes.”

VANCRONENBURG. “Feit is dat België de hoogste belastingdruk heeft van de eurozone. De lasten op arbeid en op kapitaal liggen zeer hoog. Je krijgt een begroting niet op een verstandige manier in evenwicht door de belastingdruk nog te verhogen. Ik ben akkoord dat je de komende jaren vooral de uitgaven moet aanpakken. Als je dat verstandig doet, hoef je niet te hakken in de uitgaven. Er is nood aan een efficiëntere en afgeslankte overheid. Er is nu een immense kans om een pak ambtenaren die met pensioen gaan niet allemaal te vervangen. In de sociale zekerheid moet er een activerend arbeidsmarktbeleid komen en moeten we mensen langer aan de slag houden in plaats van te hakken in de uitkeringen. Dat zijn maatregelen waarin we nu een eerste stap hebben gedaan, zoals het vervroegen van de leeftijd voor vervroegd pensioen en brugpensioen.”

SERROYEN. “Maar vanaf midden 2012 wordt met de degressiviteit van de uitkeringen een beleid gevoerd van verarming van de langdurig werklozen. De gezinshoofden komen 41 procent onder de Europese armoedenorm uit en voor de alleenstaanden is dat 12 procent. Dat noem ik de hakbijl.”

VANCRONENBURG. “Het is de bedoeling die mensen aan het werk te zetten.”

Ondertussen is er een studie van de RVA die aantoont dat het sanctionerende beleid werklozen sneller naar een job loodst.

SERROYEN. “Ik ga voort op de studie en niet naar de framing ervan. Er is een beperkte doorstroom van de gesanctioneerden naar de tewerkstelling en een opvallend grote naar de sociale bijstand.”

VAN GOMPEL. “De literatuur over arbeidsmarktbeleid is zeer duidelijk: je krijgt de mensen aan het werk dankzij activeringsbeleid.”

En dan zijn er de hoge loonkosten. Het rapport van Nationale Bank is duidelijk: België heeft een zware loonhandicap die niet meer gecompenseerd wordt door onze hoge productiviteit.

VAN GOMPEL. “Wij zijn nog altijd een van de meest productieve economieën in Europa, maar onze voorsprong op andere landen slinkt. In onze buurlanden neemt de productiviteit gemeten in bbp per gewerkt uur toe met 15 procent en bij ons is dat slechts 10 procent.”

PEERSMAN. “Je moet wel opletten met die cijfers. Als je de minder productieve werknemers in de werkloosheid duwt, gaat de gemiddelde productiviteit ook omhoog. De werkgelegenheidsgraad blijft laag, zeker bij 55-plussers. Met het oog op de vergrijzingskosten is dat even belangrijk.”

SERROYEN. “We hebben nog een productiviteitsvoorsprong, maar de vraag is of die nog voldoende is om de hoge Belgische uurloonkosten te compenseren. Er is een afweging tussen werkgelegenheid en productiviteit. De werkgelegenheidsgraad is laag, maar ze is sinds 1996 veel sneller gestegen dan in de drie buurlanden. Als je de voltijdse privéwerkgelegenheid bekijkt dan is die in Duitsland redelijk stabiel gebleven. Daarom heeft de wet op het concurrentievermogen de uurloonkosten als criterium. Als Europa nu met een productiviteitsdoelstelling werkt, is dat een impuls om laaggeschoolden te dumpen.”

Uurloonkosten of de loonkosten gecorrigeerd voor productiviteit, is er geen consensus dat de lasten op arbeid omlaag moeten?

PEERSMAN. “België heeft nood aan een verlaging van de lasten op arbeid om de concurrentiekracht te versterken en de werkgelegenheid te ondersteunen. Verschuif dan de belastingen naar btw. Een van onze problemen is dat we in het verleden te weinig aandacht hadden voor de vergrijzing. Wel, bij een verschuiving van de lasten op arbeid naar de btw belast je de ouderen meer. Een btw-verhoging is ook een belasting op hun vermogen.”

Maar als je die btw-verhoging doorvoert, kan die in uw redenering ook doorgerekend worden in de index?

PEERSMAN. “Het systeem van de in- dexering is een van de slechtste dingen die we in België hebben. Uit onderzoek blijkt dat het minder jobs oplevert en paradoxaal op termijn zelfs minder koopkracht. Wat is het nut daarvan? Andere landen hebben het daarom afgeschaft, met instemming van hun vakbonden.”

Minder koopkracht door de index?

PEERSMAN. “Je koopkracht kan nooit meer stijgen dan je productiviteit. Dat is een natuurwet. In landen zonder automatische index volgt de koopkrachtevolutie de productiviteitsstijging. Wat gebeurt er in België? De automatische indexering tast de werkgelegenheidsgraad aan. Er zijn tweederonde-effecten, de concurrentiekracht daalt en jobs gaan verloren. Velen die hun job verliezen bij een loon-prijsspiraal worden langdurig werkloos. Wie zijn job behoudt, moet een stuk betalen aan de mensen die hun job verloren. Om de werkloosheidsuitkeringen te betalen, moeten de belastingen omhoog en is er koopkrachtverlies.”

VAN GOMPEL. “Als je extra middelen zoekt via een belasting is de btw een mogelijke maatregel. Maar dat mag niet in de lonen worden doorgerekend door de index. Een btw-verhoging is een belasting op consumptie, maar dreigt al snel een last te worden voor de bedrijven. Dat kan op twee manieren. Ofwel wordt de btw-verhoging door een sterke concurrentie niet direct doorgerekend in de prijzen waardoor de marges verkleinen. Ofwel leidt die btw-verhoging tot hogere lonen. Dus moet je die btw-verhoging gepaard laten gaan met een indexsprong.”

VANCRONENBURG. “Ik zou het debat meer focussen op groene fiscaliteit in plaats van op btw. Dan heb je een link met activiteiten die duidelijk perverse effecten hebben op het milieu. De btw in België ligt al hoog in vergelijking met het buitenland. Bovendien zijn we een klein land waar consumptievlucht gemakkelijk is.”

SERROYEN. “Wij zijn net als iedereen absoluut voorstander van een verlaging en een verschuiving van lasten op arbeid, maar niet naar btw.”

Waarom niet?

SERROYEN. “Er zijn debatten over de slimme btw of een sociale btw die dan zwaarder weegt op de sterkste schouders. Ik heb tot nu toe geen enkel slim model gezien dat herverdelend werkt. De btw is bijna per definitie degressief. Tenzij je begint met vliegtuigtaksen of zo. Btw weegt sowieso meer op gezinnen die een belangrijk deel van hun inkomen moeten besteden aan consumptie en sparen. En dat zijn per definitie gezinnen met een lager inkomen. Btw is een regressieve belasting.”

PEERSMAN. “Btw is ook een belasting op sparen, want sparen is uitgestelde consumptie. Vroeg of laat moet je het gebruiken. Als je de btw met 2 procent verhoogt, is dat ook een vermindering van de koopkracht van het gespaard vermogen. Het is in het slechtste geval lineair maar niet regressief.”

SERROYEN. “Het Planbureau en de Nationale Bank hebben de alternatieven voor lagere loonkosten onderzocht zoals een hogere btw die al of niet wordt doorgerekend in de index, de meerwaardebelasting, de vermogensbelasting of een algemene sociale bijdrage. De jongste drie voorstellen zijn over werkgelegenheid rechtvaardiger. Ik heb er geen probleem mee dat ouderen de sociale zekerheid meer mee gaan financieren, maar dan moet je ook via vermogensfiscaliteit gaan werken. Die vermogens zitten ook geconcentreerd bij oudere generaties. Vermogen vlucht inderdaad weg naar het buitenland. Maar kies dan voor de meerwaardebelasting. België heeft er nog geen volwaardige. Met een algemene sociale bijdrage heb je ook minder risico op kapitaalsvlucht.”

Wat te denken van een indexsprong om de concurrentiekracht te bewaren?

PEERSMAN. “Dat ondermijnt de koopkracht. Ik zou het verlies aan concurrentiekracht eerder willen compenseren door een verlenging van de arbeidsduur. Duitsland deed dat een aantal jaar geleden. De productie wordt ook omhooggedreven en bevordert de groei. Langer werken is ook een inlevering, maar geen koopkrachtverlies.”

SERROYEN. “We moeten toch opletten, als je arbeid concentreert bij een kleine groep die langer werkt, daalt het aantal vacatures. Versterkt dit niet het insider outsider-systeem? Trouwens, als je de productie uitbreidt, moet je de afzet ook kwijtraken. Je geeft het voorbeeld van Duitsland. De loonkostendalingen hadden daar amper effect in de prijzen. Dat is een mythe. De Duitse exportprestaties hebben vooral te maken met specialisatie en het bewerken van groeimarkten als Oost-Europa en China.”

Niet met de loonkosten? Er is nu amper een prijsverschil tussen BMW en Renault. Niet omdat de BMW’s goedkoper werden, de Renaults werden duurder.

VAN GOMPEL. “Je kan niet ontkennen dat de loonkosten een belangrijke rol speelden bij de exportprestaties van Duitsland.”

VANCRONENBURG. “Het Duitse loonkostenvoordeel wegredeneren is toch een beetje een ivorentorenmentaliteit. Je hebt een mix nodig. Je moet zowel op innovatie als op loonkosten werken. Innovatiemaatregelen hebben tijd nodig, terwijl loonmatiging redelijk snel voor extra zuurstof kan zorgen. Het debat over de verlaging van de sociale bijdragen mag er niet op uitdraaien dat de bedrijven via een ander kanaal het gelag betalen.”

SERROYEN. “Het Planbureau berekende dat België een loonkostenhandicap heeft van 0,7 procent als we rekening houden met de loonkostensubsidies en fiscale maatregelen zoals niet doorstorten van bedrijfsvoorheffing. Werkgevers zeggen dat die fiscale subsidies ook in Duitsland bestaan. Het Planbureau heeft geen fiscale subsidies gevonden die buiten de nationale rekeningen zitten.”

VANCRONENBURG. “Wat zeg je tegen bedrijven als Van Hool en Atlas Copco die lijden onder de loonkosten? Die bedrijven redeneren niet in termen van loonkostenhandicap sinds 1996, maar wel in concrete uurloonkosten. Hoe leg je aan die bedrijven uit dat je maatregelen in rekening neemt als de sociale Maribel die de bedrijven niet echt helpt in hun competitiviteit? De loonkosten per uur in België bedragen 39,3 euro en zijn zeer hoog. Bij onze buurlanden liggen ze bijna 15 procent lager met gemiddeld 34,3 euro. Dat zijn de echte cijfers waarmee bedrijven worden geconfronteerd.”

ALAIN MOUTON EN JOHAN VAN OVERTVELDT, FOTOGRAFIE THOMAS LEGRÉVE

“De regering probeert de begroting op te kalefateren met one shots. Dat heeft een nefast effect op de economische groei” Gert Peersman, UGent

“In België is een aantal one shots evident, want de regering is veel te laat gevormd” Chris Serroyen, ACV

“De regering moet nog saneren en dat heeft een impact op de groei” Geert Vancronenburg, VBO

“Ik wil over de groei niet te pessimistisch zijn. 2012 wordt geen goed jaar, maar ook geen bar slecht. Voor de bedrijven lijkt het ergste achter de rug” Johan Van Gompel, KBC

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content