Een paasei voor Electrabel

De klokken uit Rome zijn Electrabel gunstig gezind. In het mandje van het stroombedrijf ligt een paasei ter waarde van 1,57 miljard euro. En tot nader order snoept de fiscus niet mee van gekregen paaseieren. Die 1,57 miljard euro is een meerwaarde die Electrabel put uit het hoogspanningsnet. Dat net stond voor 1,69 miljard euro in de boeken van Electrabel, maar werd ter gelegenheid van de inbreng in Elia, de pas benoemde beheerder van het hoogspanningsnet, geherwaardeerd naar zijn economische waarde van 3,26 miljard euro. Electrabel realiseert de meerwaarde ook, grotendeels zelfs cash (zie blz. 28). Op dergelijke gerealiseerde herwaarderingsmeerwaarde van activa is in principe vennootschapsbelasting verschuldigd: 40% op 1,57 miljard, dat maakt 628 miljoen euro. De begrotingscontrole had op 5 minuten gefikst kunnen zijn.

Maar geen belasting hier, en er is geen speld te krijgen tussen de juridische onderbouw van de fiscale behandeling. De wet-Poncelet uit 1999, die de liberalisering regelt, lijkt wel door de juristen van Electrabel te zijn geschreven. Artikel 10 van de wet-Poncelet zegt: “De inbreng in de netbeheerder, in eigendom of genot, van infrastructuur en uitrusting die deel uitmaken van het transmissienet, wordt geacht een inbreng te zijn van een tak van werkzaamheid bedoeld in artikel 46, paragraaf 1, eerste lid 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 (…)” Dat artikel 46 stipuleert dat stopzettingsmeerwaarden volledig maar tijdelijk worden vrijgesteld wanneer zij zijn verkregen ter gelegenheid van een of meer bedrijfstakken van werkzaamheid, tegen verkrijging van aandelen die het maatschappelijk kapitaal van die vennootschap vertegenwoordigen.”

Electrabel wordt vergoed in aandelen Elia, dat zit dus snor. Maar Electrabel realiseert de meerwaarde ook cash. Hoe is de fiscale behandeling daarvan? De wet-Poncelet speelt op veilig en artikel 10 stelt ook dat: “De meerwaarden verkregen of vastgesteld ter gelegenheid van die inbreng worden geacht niet te zijn verwezenlijkt.”

De constructie lijkt af te wijken van de economische realiteit met het doel belastingen te ontwijken. De fiscus valt daarover. Datzelfde artikel 10 zorgt voor dekking. “De inbreng in de netbeheerder (…) beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften.” Bovendien participeren de gemeenten voor 30% in Elia. Electrabel brengt de tak van werkzaamheid dus niet in een vennootschap waarvan zij de enige aandeelhouder is. Dat komt handig uit om het simulatievermoeden te ondermijnen.

Het fiscale cadeau voor Electrabel maakt deel uit van een deal. Eén, Electrabel moet 30% van de rendabele activiteit die het netbeheer is verkopen aan de gemeenten. Onteigening is niet ver als dat niet tegen de economische waarde gaat. Twee, de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas ( Creg) haalt een kwart van de tarieven, ter correctie van overdreven afschrijvingen in het verleden en het onnodig veel hanteren van duur eigen vermogen om het net te financieren. Elia wordt dus minder rendabel. Drie: Electrabel krijgt slechts zes van de twaalf zitjes in de raad van bestuur, maar heeft 70% van de aandelen. Wel moet de onafhankelijkheid van Elia nog op het terrein blijken. Electrabel recupereert in ruil de belastingvrije meerwaarde.

Maar daar zit de angel. De consument heeft recht op die meerwaarde, want de consument heeft er in het verleden Electrabel voor betaald in de vorm van te hoge transporttarieven. Die tarieven waren te hoog omdat het net te snel werd afgeschreven. De afschrijvingskosten werden doorgerekend aan de klant, die geen keuzevrijheid had. Of toch, het was betalen of geen stroom.

Daan Killemaes [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content