‘Een overschot in 2019 zou me niet verbazen’

Herman Matthijs © PN

Volgens de Nationale Bank daalt het begrotingstekort vorig jaar naar 1 procent van het bruto binnenland product. Een begrotingsevenwicht of zelfs een overschot ligt voor het grijpen, zegt specialist overheidsfinanciën Herman Matthijs.

Het begrotingstekort daalde van 2,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2016 naar 1 procent in 2017. Verwondert u dat?

HERMAN MATTHIJS. “Totaal niet. Ik zie verschillende verklaringen. De hogere economische groei zorgt voor extra inkomsten en minder uitgaven. Onze open economie geniet mee van de goed draaiende groeimotor in de buurlanden en de Verenigde Staten.”

Is een begrotingsevenwicht in 2019 nog realistisch?

MATTHIJS. “Als de regering met voorlopige kredieten werkt, haalt ze in 2019 een begrotingsevenwicht. Zelfs een begrotingsoverschot zou me dan niet verbazen. Dat systeem van voorlopige kredieten maakt het mogelijk in het eerste kwartaal van volgend jaar maandelijks een twaalfde van het krediet van het jaar ervoor uit te geven. Voorlopige kredieten kun je niet zomaar gebruiken voor nieuwe uitgaven.

“Die techniek is gebruikt tijdens de lange regeringscrisis van 2010-2011, die 541 dagen heeft geduurd. Er werd geklaagd dat er geen regering was, maar het begrotingstekort nam wel elke week af. Pas toen de regering-Di Rupo aan de macht was, diepte het begrotingstekort opnieuw uit.”

Kon deze regering niet vooral rekenen op de snel stijgende inkomsten uit de vennootschapsbelasting: meer winsten door de sterkere groei en meer voorafbetalingen?

MATTHIJS. “De inkomsten uit de vennootschapsbelasting bedragen nu 15 miljard euro, maar waren door de financiële crisis teruggevallen tot 7 à 8 miljard euro. Dan is er nog de daling van de rentelasten, al profiteerden andere landen daar ook van. Dat blijft niet duren. De Amerikaanse rente zal stijgen en de eurozone zal volgen. Het Belgische Agentschap van de Schuld heeft de voorbije jaren enorm veel goedkope schuld afgelost. Maar als de rente 3 tot 4 procent wordt, krijgt de volgende regering in de tweede helft van de legislatuur de rekening gepresenteerd.”

Zijn we op weg naar een staatsschuld onder 100 procent van het bbp of is het daarvoor nog te vroeg?

MATTHIJS. “Het is zeker niet te vroeg. De economie blijft groeien en dat maakt de noemer in de schuldratio groter. Als de regering nog wat overheidsparticipaties zoals Belfius verkoopt en daarmee de schuld afbouwt, kan ze tegen de verkiezingen van 2019 naar de kiezer met een staatsschuld lager dan 100 procent van het bbp.”

In welke mate is het gebrek aan overheidsinvesteringen een probleem? Is er marge om meer te doen?

MATTHIJS. “Dat is niet alleen een federaal probleem. Daar heb je maar enkele investeringsdepartementen. Er is Defensie met een investeringsprogramma van 9,2 miljard euro tegen 2030. De NMBS heeft ook een investeringstaak, en dan heb je het kleine departement Wetenschapsbeleid. Openbare werken, havens en wegeninfrastructuur zijn opdrachten van de deelstaten. Dat de Brusselse tunnels op instorten staan, is niet de schuld van de federale overheid. Het zal dus van de lagere niveaus moeten komen. Er zou een decretale regeling moeten komen die stelt dat een minimumpercentage van de begroting naar investeringen gaat.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content