Een nationale luchtvaartmaatschappij is overbodig

WOLFGANG RIEPL

Red Brussels Airlines.” “Onze nationale luchtvaartmaatschappij bezwijkt onder de Duitse knoet.” “Gedaan met de verankering in België en de ontwikkeling van Zaventem als belangrijk knooppunt, met Brussels Airlines als centrale luchtvaartmaatschappij.” Dat is de teneur. Ruim honderd bekende bedrijfsleiders ondertekenden een smeekbede om Brussels Airlines te verankeren.

Maar heeft dit land wel behoefte aan een nationale luchtvaartmaatschappij? Uiteraard heeft België goed draaiende luchthavens nodig, die zich zo veel mogelijk als internationale knooppunten kunnen ontwikkelen. De aanslepende heisa rond de Brusselse geluidsnormen en de gefnuikte uitbreidingsplannen van Zaventem doen daarvoor het ergste vrezen.

Maar die groei moet niet gedragen worden door een financieel weinig aantrekkelijke nationale luchtvaartmaatschappij. Brussels Airlines kende de voorbije jaren een sterke groei, zowel in bestemmingen als in passagiers. De onderneming wint marktaandeel, maar dat gaat ten koste van de omzet en de rendabiliteit. De winst hinkt achterop. Je kunt Lufthansa, de eigenaar van Brussels Airlines, niet verwijten dat het de winst bij zijn zwakste leerling wil opkrikken. Ook de honderd bedrijfsleiders zouden orde op zaken stellen bij zwak presterende filialen.

Groeien is mooi, maar het moet op een gezonde manier gebeuren. Ook Sabena kende in de jaren voor de ondergang een zeer sterke groei in aantallen. Dat was initieel een goede zaak voor Zaventem, dat zo zijn knoppuntfunctie kon versterken. De weerslag was des te erger.

Lees ook blz. 30

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content