Een muur van zorgen

Na de heroïsche braspartij, de enorme kater. De opstapeling van privéschulden voor de crisis en daarna de piek van de openbare schuldenlast als gevolg van de overheidspogingen om de economie te stimuleren, hebben ertoe geleid dat heel wat ontleners in de rijke wereld grote sommen geld terug moeten betalen of schulden moeten verlengen. Het vo-lume aan herfinanciering dat in 2011 nodig is, zal normaal gesproken draagbaar zijn, maar er zullen toch nog vlagen van misselijkheid optreden.

De staatsschulden waren het grote nieuws in 2010 naarmate de markt zich bewust werd van de druk op de openbare financiën in de ontwikkelde wereld. De opkomende markten hebben minder schulden en groeien sneller en dat houdt de geldschieters enthousiast. Het bedrag van de overheidsschulden die in Amerika en de eurozone in 2011 vervallen, is zelfs groter dan in 2010 – volgens Bloomberg zo’n 3,5 biljoen dollar, tegenover 3,1 biljoen.

De aandacht gaat opnieuw uit naar de perifere economieën van de eurozone. Portugal, Spanje en Griekenland, bijvoorbeeld, moeten hoge maturiteitshindernissen overwinnen. Al betekenen de reddingspakketten voor Griekenland en Ierland, en het bestaan van een enorm hulpfonds, dat er voor de schulden in de eurozone zoiets bestaat als een ‘financier van de laatste kans’.

“De kans op een staking van betaling wegens een gebrek aan liquiditeiten is in 2011 uiterst klein”, zegt Sarah Carlson van het ratingbureau Moody’s. Maar het zal toch af en toe nog even schrikken zijn. Regeringen die zich verbonden hebben tot een aanzienlijke afbouw van het deficit, zoals Ierland, Groot-Brittannië en Griekenland, worden scherp in de gaten gehouden. Landen zoals de Verenigde Staten, die hun plannen voor budgettaire bezuinigen nog niet uitgeschreven hebben, zullen dat alsnog moeten doen.

Omdat regeringen nu eenmaal niet de gewoonte hebben om hun grote banken af te vallen, is hun kredietwaardigheid onderling verweven. Moody’s gaat ervan uit dat de instellingen die het wereldwijd van een rating voorziet voor 1,8 biljoen dollar aan schulden moeten verlengen in 2011. Voeg daar de banken aan toe die het agentschap niet noteert en het totale bedrag wordt nog een stuk groter. Vooral de Europese banken staan in 2011 voor een duizelingwekkende herfinanciering, maar normaal gezien zullen ze het wel redden. Banken hebben geleerd om snel te reageren als er zich een mogelijkheid voordoet om geld binnen te halen. En mocht de markt opnieuw dichtslibben dan zijn er nog altijd de centrale banken om de nodige liquide middelen aan te dragen.

Het rimpeleffect

Op het eerste gezicht moeten de banken zich in 2011 dus minder zorgen maken. De sommen die ze voor de schuldverlenging nodig hebben, zijn best verteerbaar (al maken sommige zich zorgen over het volume van de schulden in verband met commercieel vastgoed die aflopen). Ondernemingen die zich in de investeringscategorie bevinden, zitten op een berg cash en zijn erin geslaagd om de hele crisis door toch aan financiering te raken. Lager op de ratingladder is er een massa LBO-schulden (leveraged buy-out) die moet geherfinancierd worden, maar dat volume begint pas echt op te lopen vanaf 2013. Die ondernemingen zullen de markt blijven aanspreken in een poging om de vervaldagen verder weg te schuiven en de dreigende terugbetalingsberg wat af te vlakken.

Niettemin zal in 2011 de financiële druk op heel wat ondernemingen toenemen. Hoewel de centrale banken in de rijke wereld waarschijnlijk tot een stuk in 2011 de intresten niet optrekken van het huidige ultralage niveau, kunnen de leenkosten toch nog toenemen. De jacht op fondsen door overheden, banken en ondernemingen dreigt de bedrijven die niet in de investeringscategorie zitten uit te sluiten. Als de financiële hervormingen de geldschieters ervan overtuigen dat zij, en niet de belastingbetalers, ervoor moeten opdraaien als banken in moeilijkheden geraken, dan komt dat in 2011 tot uiting in de kosten voor de banken en elke toename zal dan ongetwijfeld haar weg vinden naar de klanten. De bezorgdheid over de staatsschulden rimpelt uiteraard over alle soorten emittenten heen. Bij de ondernemingen met een kleine kasvoorraad die geen toegang hebben tot de kapitaalmarkt zal het morning-aftergevoel niet verdwijnen.

De auteur is financieel redacteur van The Economist.

ANDREW PALMER

De financiële druk op heel wat ondernemingen neemt toe.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content