Een moeilijke markt

Ook in Brussel heeft luxevastgoed het moeilijk, maar voor de echte kwaliteitsvolle woningen en appartementen zijn nog kopers te vinden.

Volgens het vastgoedadviesbureau de Crombrugghe & Partners staan de prijzen van sommige nieuwe prestigeprojecten onder druk en hebben de projectontwikkelaars het niet onder de markt. We vroegen de mening van een projectontwikkelaar en van een makelaar.

Unieke projecten

De vastgoedontwikkelingsmaatschappij Aréa Real Estate van Charles De Pauw is onder meer actief in de meer gewilde wijken van de hoofdstad, vooral in Ukkel en Elsene. Ze verkoopt zelf de huizen en appartementen die ze op de markt zet. Op dit ogenblik wordt een vijftigtal goederen te koop aangeboden, gaande van 300.000 tot 7,5 miljoen euro. De gedelegeerd bestuurder heeft een verklaring voor zijn goed resultaat in 2014: “Wij stellen zelf te koop, maar we geven ook open mandaat aan gespecialiseerde vastgoedagenten om de transacties af te ronden. We mogen zeggen dat wij met ons kleine interne team performanter waren dan de lokale agenten.”

Enige nuancering is echter vereist: “Het is op dit ogenblik niet gemakkelijk om een verkoop af te ronden. De klant stelt hogere eisen en de markt ligt moeilijk.” Als voorbeeld verwijst hij naar zijn project op de site van het voormalige hoofdkwartier van het Rode Kruis in Elsene. “We hebben de helft van de beschikbare oppervlakte verkocht. Wat aangeboden wordt voor prijzen tussen 300.000 en 1 miljoen euro gaat zonder problemen van de hand. Moeilijker wordt het tussen 1 en 2 miljoen euro, maar daarboven vlot het weer: een zeer groot appartement werd al verkocht en over een ander wordt onderhandeld. De mensen willen nog altijd betalen voor een uniek project, met een optimale energieprestatie en buitengewone terrassen.”

De mening van de gespecialiseerde makelaar: Denis Latour (Latour & Petit)

Het hoofd koel houden is wat Denis Latour, oprichter en baas van de makelaar Latour & Petit, aanraadt. Hoe meer de prijzen stijgen, hoe lager het absorptievermogen van de markt. “Ik heb niettemin het gevoel dat in de niche van topappartementen en -penthouses, tenminste in de schijf van 1 tot 2 miljoen euro die wij bestrijken, altijd wel een koper gevonden wordt, ook al worden de transactiecycli langer.”

In het project W34, een reconversie van een kantoorgebouw op de Woluwelaan, kostten twee penthouses 1,1 en 1,3 miljoen euro, btw en parking niet inbegrepen. “We hebben die zonder veel problemen verkocht”, merkt de makelaar op.

De grote villa’s met tuin, die in de periode 1960-1970 gebouwd werden en verkocht moeten worden voor bedragen van meer dan een miljoen euro, gaan daarentegen veel minder vlot van de hand, behalve als ze in een onberispelijke staat zijn.

PHILIPPE COULÉE