Een levenswerk tussen kilometerslange archieven

Het Rijksarchief probeert zijn oubollige imago beetje bij beetje af te gooien. De bedrijfswereld is een absolute doelgroep om een kentering te realiseren.

Om halfzeven komt Karel Velle toe op zijn Brusselse kantoor. Zelden is hij voor 21 uur thuis. De baas van het Rijksarchief kijkt sinds zijn benoeming van een goed jaar terug niet op een uurtje. “Omdat ik er een beetje een levenswerk wil van maken,” zegt de Gentenaar. “Het werkt trouwens erg motiverend als je ziet dat je stilaan beweging krijgt in de organisatie, en dat de medewerkers niet langer rondlopen met een lang gezicht. We hebben de voorbije 365 dagen het groepsgevoel met een reeks initiatieven aardig aangewakkerd. Bovendien hebben we de organisatie aan de top ook beter gestroomlijnd dankzij de benoeming van twee bijkomende departementshoofden. Vlaanderen, Brussel en Wallonië staan nu elk onder leiding van een departementshoofd. Dat is een hele stap vooruit op het vlak van coaching, kwaliteitscontrole, communicatie en het doorstromen van informatie.”

Het Rijksarchief is een kolos met binnenkort twintig regionale huizen en evenveel publieke studiezalen, zo’n 200 medewerkers en meer dan 200 kilometer archief. “Maar met een te klein budget en te krap kader,” vindt Velle. “We zouden voor de goede gang van zaken nog een tiental kaderleden moeten hebben. We moeten rondkomen met een budget van 11 miljoen euro. Een meerdotatie van 2 miljoen euro lijkt me een minimum. Toch wil ik niet aan de klaagmuur staan. We proberen ook om er zélf iets aan te doen door te besparen waar het kan (onder meer op onderhouds- en energiekosten) en door nieuwe inkomsten aan te boren waar het moet. In het buitenland is gebleken dat merchandising via een shop en het online aanbieden van hoogwaardig beeldmateriaal veel geld kan opbrengen. Daar moeten we naar streven. Voorts proberen we nieuwe opdrachten te aanvaarden, onder meer voor rekening van notarissen.”

Toen hij een jaar geleden aantrad, sprak Velle zich expliciet uit voor een grotere participatie van het bedrijfsleven. “Onze eerste opdracht is de verwerving en het goed beheer van archieven van publiekrechtelijke oorsprong, maar het is even noodzakelijk om bedrijven te sensibiliseren om hun archieven veilig en wel aan een archiefbewaarplaats over te dragen,” zei hij toen. Of hij geslaagd is in die opdracht? “In Vlaams-Brabant, Oost- en West-Vlaanderen hebben we gerichte campagnes gedaan, die absoluut hun nut bewezen hebben. In Brussel werken we constructief samen met de vzw Vereniging voor de Valorisatie van Bedrijfsarchieven. In andere delen van het land is er nog werk aan de winkel. We staan op het punt om rond de tafel te zitten met het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), een eerbiedwaardige instelling die met een goede campagne een en ander moet kunnen losweken bij zijn leden.”

En wat is zijn grootste ontgoocheling na één jaar? Karel Velle: “Een ontgoocheling wil ik het niet echt noemen, maar ik geef grif toe dat ik met onze internetdiensten een stuk verder had willen staan. Je kunt echter niet alles tegelijk doen. Ik prijs me al zeer gelukkig dat een enquête uitgewezen heeft dat onze medewerkers hoog scoren qua klantgerichte dienstverlening, competentie, beschikbaarheid en vriendelijkheid. Wat in het voetbal nog moeilijk lukt – Nederland verslaan – is hier wél het geval.”

KAREL VELLE (RIJKSARCHIEF)

IS: Rijksarchivaris.

VRIJE TIJD: fietsen, culinair, goed boek, stevige strandwandeling.

KCA

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content