Een geniale frituuruitbater

Een Klein-Brabantse frituuruitbater blies een videoketen op tot een luguber financieel avontuur. ‘De zeepbel van Superclub’ reconstrueert de affaire.

Deze keer kunnen we het niet genoeg beklemtonen: het boek van Willy Van Damme over Superclub moet worden gelezen. Niet omdat we al te gemakkelijk geplukte bloemen willen gooien naar een Trends-journalist. Het mechanisme loopt immers anders: om de verdenking van subjectiviteit van je af te schudden, ga je het boek nog kritischer lezen. Evenmin omdat de auteur in De zeepbel van Superclub met veel nieuwe onthullingen zou uitpakken. Zijn 150 artikels in Trends over de affaire hebben we namelijk al gretig gelezen.

BIZARRE GERECHTELIJKE MOLEN.

Om diverse redenen is het boek evenwel onmisbaar. Primo: het geeft een helder overzicht van het Superclub-schandaal en plaatst de verwante dossiers in een duidelijk perspectief. Secundo: Van Damme durft ook conclusies aan. Tertio: het is een schitterend staal van onderzoeksjournalistiek, het type van true crime investigations dat in de Angelsaksische wereld geen zeldzaamheid is. Quarto: het toont andermaal aan hoe slordig het eraan toe gaat binnen bepaalde gerechtelijke kringen in België – en dan drukken we ons nog erg voorzichtig uit.

Het typeert dat gerecht overigens dat het wél de journalist lastig valt (via huiszoekingen), maar dat het deksel van het stinkende potje waarin hij roert, nauwelijks wordt opgetild. De voorstelling van het boek vond dan ook in een wel erg symbolisch oord plaats: de foyer van de Brusselse schouwburg KVS, die haast letterlijk op instorten staat.

De affaire-Superclub is voor de witteboordcriminaliteit wat de zaak- Dutroux betekende voor de grove misdaad: een pijnlijk bewijs van de onmacht van het Belgisch gerecht. Willy Van Damme noemt het onderzoek van het Antwerps parket naar de Superclub-zaak hoe dan ook “schokkend amateuristisch”.

Dat het wel degelijk om een criminele zaak gaat en niet om een faliekant afgelopen megalomaan businessavontuur, is net de essentiële conclusie van Van Damme. Maurits De Prins wijst hij aan als het brein achter de megazaak. Zijn hofhouding, onder wie in de eerste plaats Jan Maes, zorgde veeleer voor de technische expertise van de malafide plannen.

De Prins leek nochtans niet voorbestemd voor een geniale constructie die het politieke en gerechtelijke establishment andermaal in diskrediet zou brengen én zowel een multinational ( Philips) als talloze kleine beleggers fortuinen afhandig zou maken. Hij werd geboren in het voorjaar van 1948 in het landelijke Hingene, een Scheldedorp vlakbij Bornem. Tot zijn veertiende zat hij op de lagere school. Nadien volgde een mislukte poging om via avondschool een A3-diploma van metaalbewerker te halen. Jaren later volgde hij bij IBM een cursus voor computerprogrammeur. “Blijkbaar ook zonder resultaat”, aldus Van Damme.

Meteen na zijn huwelijk in 1969 trok De Prins naar Zuid-Afrika, waar hij hopen geld wilde verdienen, maar waar hij in 1977 berooid moest vluchten. Begin 1978 begon hij een frituur-restaurant aan het spoorwegstation in Boechout. Lang bleef hij er niet. Korte tijd later nam hij een frituur-restaurant over in Brasschaat, een florerende zaak die na de overname snel bergaf ging. Hij kon ze wel voor een fikse som doorverkopen. Zelfs de Generale Bank liet zich overdonderen door de winsten die hij zijn overnemer voorspiegelde en financierde de zaak, die korte tijd later op de fles ging.

Van Damme blikt vooruit: “Dat scenario zou hij later in het groot overdoen bij Superclub. Ook daar waren de eigenlijke activiteiten als de verhuur van video’s verlieslatend, maar verdiende hij fortuinen met het te gelde maken van zijn zaak.”

SMEERGELD.

Om de truc met een frituur uit te vergroten tot een miljardenaffaire, heb je hulp nodig. De hamvraag is nu of die lakeien al dan niet doorhadden dat ze een hoofdrol speelden in een gore oplichting. En of ze er echt ook zélf (veel) aan verdiend hebben. Die hulpjes waren niet de eerste de beste koorknapen.

Mooiprater De Prins wist steeds meer invloedrijke lui voor zijn kar te spannen. Via een geduldige opbouw kwam hij uiteindelijk tot bij het hoofd van de Kredietbank terecht. Hij wist zijn steunpilaren te paaien en het blijft nu dé vraag of dat met méér dan alleen maar vriendelijke woorden gebeurde. De feiten lijken schokkend: KS-topman Thyl Gheyselinck onderhandelde voor de aankoop van (achteraf waardeloos gebleken) Superclub-aandelen voor 1,35 miljard frank (met KS-reconversiegeld), er werden publiekelijk voor zowat 8 miljard frank aandelen verkocht aan vaak kleine beleggers, mastodont Philips vergat een rigoureuze audit te maken bij de overname en verloor wellicht 26 miljard frank aan Superclub. Van Damme wijst onder meer op wellicht lakse revisoren en citeert getuigen over smeergeld dat links en rechts uitbetaald zou zijn. Lees en huiver.

Willy Van Damme, De zeepbel van Superclub. Van Halewyck, 429 blz. ISBN 9056171925.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content