Een dwarse kijk op de kust

Laurenz Verledens vastgoedexpert bij Trends

Hoe ziet de Vlaamse kust eruit in 2070? De architecten van het bureau MikeViktorViktor trokken naar zee en zochten het uit. Op de tentoonstelling Land & zee 2070 in deSingel zie je hun antwoord.

De tentoonstelling Land & zee 2070 loopt tot 1 april in de wandelgangen van deSingel in Antwerpen.

De tentoonstelling start met een geweldig beeld: een vergezicht vanuit een appartement, kopje koffie op de vensterbank. Behoorlijk hoog, zo vertellen de kleurrijke stipjes/wandelaars beneden op de weidse zandvlakte. Iets verderop gaat een containerschip de vaargeul in. Daarachter kan je een weide, een vuurtoren, en nog meer torens — moderne, en gotische — ontwaren.

Geen zee te zien, maar je voelt ze wel. De meeuwen, het water en de wandelaars op het zand refereren aan de bekende kust. En dan is er nog een omwalde toren, die haaks op de andere gebouwen georiënteerd staat en die verdacht veel lijkt op het Oostendse Europacentrum.

In de reeks Jonge Makers, Dromers, Denkers daagt het Vlaams Architectuur Instituut (VAI) jonge architecten uit om oplossingen aan te reiken voor ‘prangende maatschappelijke vraagstukken’. De tijdshorizon 2070 in de opdracht van MikeViktorViktor suggereert dat ‘prangend’ een rekbaar begrip is. Hoewel, de verdediging van onze kust tegen stormen is een continue zorg. De klimaatopwarming voegt urgentie en maatschappelijke relevantie toe aan het vraagstuk.

Kustlijn wordt kustveld

In 2070 zijn we volgens MikeViktorViktor de evoluties voorbij. De klimaatverandering, de toegenomen bevolkingsdruk en de energiecrisissen hebben tot een nieuw kustlandschap geleid, met bebouwing voor wonen, werken en verblijfstoerisme, maar vooral met meer ruimte voor de zee.

“We hebben gekozen om het originele kustlandschap — denk aan de polders, maar even goed de duinen, de slikken en schorren, zwingebieden — weer ruimte te geven”, vertelt architect Bart Melort. “Vandaag zijn die landschappen afgebakend, vastgepind. Daar willen we vanaf. Niet vanuit een romantisch of idealistisch oogpunt. Wel omdat die landschappen in staat zijn de verwachte zeespiegelstijging op te vangen.”

Bij de start van hun onderzoek wisten de jonge architecten vooral goed wat ze niet wilden doen: Dubai-gewijs kunstmatige eilanden in de zee opspuiten. Want de kust biedt in ons land nog de enige horizon die niet bebouwd of versnipperd is. De zee is voor MikeViktorViktor een common, ‘een gemeenschappelijk goed, gevrijwaard voor collectief gebruik’.

Van het hedendaagse lint van appartementsblokken is er in 2070 op enkele zeldzame restanten na weinig overeind gebleven. Idem voor de populaire zeedijk. MikeViktorViktor breekt radicaal met onze lineaire kust en draait de oriëntatie van de ontwikkeling 90 graden. De kustlijn wordt een kustveld. Het kustlandschap krijgt diepte, soms wel 25 kilometer. Landinwaarts is er een vijfmeterhoogtelijn die het hinterland beschermt tegen overstromingsgevaar. Tot aan deze hoogtelijn krijgt de zee vrij spel.

Toch is er ook plaats voor bebouwing en andere menselijke interventies. Vanaf de vijfmeterlijn maken grote muren, dwars door het intergetijdenlandschap, de connectie naar de zee. Het zijn grote golfbrekers waarop het wonen en werken wordt georganiseerd. En ze geven toegang tot het intergetijdenlandschap. Soms liggen die muren kilometers uiteen zodat er in de tussenruimte veel landschap ontstaat. Soms vormen ze kaaimuren van een zeekanaal.

In de landschappen is er ook plaats voor relicten uit het verleden, de culturele commons. “Denk aan standbeelden, monumenten, watertorens, maar even goed woonblokken van vandaag”, zegt Melort. “We zien het absoluut niet als een vorm van monumentenzorg. Het zijn zaken uit het collectief geheugen. En dat is een debat op zich: wat is de moeite waard om te bewaren? Als voorbereiding hebben we een tweedaagse tocht gemaakt, van Knokke naar De Panne, maar ook landinwaarts. Dan zie je veel meer dan die fameuze Atlantikwall: prachtige duinenlandschappen, maar ook recente ontwikkelingen die het waard zijn om te behouden.”

Radicaal, niet utopisch

2070 is nog ver weg. Veilig ver. Dat maakt het voor de architecten gemakkelijker om radicale keuzes te maken. Het opgeven van de populaire dijk, bijvoorbeeld. Of het bannen van autoverkeer in het nieuwe kustlandschap. “Het voordeel van het verre tijdsperspectief is dat we een aantal heel concrete zaken als ballast van ons af konden gooien. Maar het was tegelijk ook de grootste moeilijkheid in de opdracht: het verlaten van ons huidige beeld van en onze ideeën over de kust. Dat werkte uiteindelijk ook wel bevrijdend.”

Dat hun voorstel onrealistisch of utopisch is, daar is Melort het niet mee eens. “Ons voorstel is radicaal. Het heeft ook nog niet het niveau van een ontwerp, het is een onderzoek. Maar door er zo intensief op te werken, zijn we zijn er nu van overtuigd dat dit kan. In de huidige context stuit je natuurlijk op grote praktische problemen als onteigeningen. Tegen 2070 heeft er zich waarschijnlijk al een zware storm voorgedaan die de mensen veel bewuster heeft gemaakt van de problematiek. We gaan ervan uit dat het niet de overheid of een planner is die zal onteigenen, maar wel het water. Bij de aanvang van ons onderzoek hebben we ook zestig jaar teruggeblikt, naar de jaren vijftig, het begin van het massatoerisme aan zee. De verandering die onze kustlijn in die 60 jaar heeft doorgemaakt, is ook gigantisch.”

LAURENZ VERLEDENS

“De kust biedt in ons land nog de enige horizon die niet bebouwd of versnipperd is” Bart Melort

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content