Een duivelspact

Onlinecommunicatie, remote access, cloudcomputing, big data, sociale media… Ze hebben een grote gemene deler: dataconsumptie. Deze tools veranderen onze samenleving in een nooit gezien tempo, en die verandering heeft een grote impact.

De vraag is of sociale media ons vooruithelpen of gewoon een medium zijn waar we uit duizenden publicaties informatie halen, al dan niet geschreven met de intentie te beïnvloeden. Keuze genoeg en vooral knap lastig om de essentie eruit te halen.

Een publicatie over de wijze waarop sociale media het besluitvormingsproces beïnvloeden trok mijn aandacht. Dirk Helbing, hoogleraar sociologie aan het ETH in Zürich, onderzoekt complexiteit. Vooral zijn analyse van de homo economicus en de homo socialis en hun impact op de relance van de wereldeconomie zijn verhelderend. Ze bevestigen wat we aanvoelen in onze businessomgeving. De problemen zijn duidelijk en de oplossingen lijken voorhanden, toch blijft de markt traag in de creatie van welvaart.

Ons economische systeem organiseert zich volgens de principes van homogene of gesloten markten, al dan niet concentrisch gestructureerd. Hoe dichter bij de kern, hoe sterker de winstgevendheid. Dat is een ecosysteem waarin de homo economicus uitstekend gedijt. Besluitvormingsprocessen worden er top-down gestuurd en visies op elkaar afgestemd.

De homo economicus wordt ook weleens de perfecte egoïst genoemd. Naast geld maken, zijn grootste hobby, graait hij gretig in de mand van de overvloed, en na zijn zware dagtaak koopt hij zijn ziel af met wat filantropie. Een voetbalclub kopen en de door werkloosheid geplaagde goegemeente vertier bezorgen, maakt hem tot een man van stand. Een bijdrage aan de staatskas leveren kan, maar hoeft niet. Uiteraard weten we dat deze karikatuur maar voor een kleine minderheid de norm is. Wat leert Helbings analyse? Hij concludeert dat er tussen de huidige en de naoorlogse zakenmodellen in essentie weinig verschil is, alleen gebruikt hij andere tools, vaak digitale.

Toch is de grond van de analyse niet verkeerd, hij geeft aan dat sociale media en informatietransparantie de sociale interactie verhogen en daarmee aansturen op een systeem van een welvaartwaterval met een duidelijke split, de aanbieders aan de opbrengstkant en de dataconsumenten aan de kostenkant. Daarbij maak ik de analyse dat het startinterval aanvangt op het homo economicus-niveau en na enkele trappen in een sociale ruileconomie terechtkomt. Als je de beurswaarde van de socialemediabedrijven onder de loep neemt, verschillen ze in niets van hun voorgangers, en daar is helemaal niets mis mee. Echt interessant wordt het aan de gebruikerskant. Die wordt ingevuld door de homo socialis, hij die de bijna gratis infrastructuur gebruikt en erdoor gebruikt wordt.

In tegenstelling tot ons economische model — een model waar iedereen participeert aan de financiële welvaartseconomie — bouwt de homo socialis op het waardepatroon van de perfecte burger. Het niveau van de homo socialis is niet louter financieel, zweeft tussen de financiële en de sociale economie en onttrekt zich aan financiële welvaart, waardoor er op zich geen internationaal vergelijk mogelijk is.

We creëren een vrijzone zonder handel met de andere subsystemen? Niet helemaal, want ondertussen zijn er ook ruilsystemen die rechtstreekse en internationale handel als uitgangspunt kennen, bijvoorbeeld autodelen of couchsurfen, al dan niet georganiseerd met virtuele munten. Al die initiatieven combineren delen met informatietechnologie als infrastructuur en zijn een zorg voor de gevestigde spelers, ook de nationale overheden.

Vanuit een subsysteem met lager welvaartsniveau is dit een zeer interessante oefening, men shopt in een hogere welvaartszone zonder er de geherwaardeerde prijs voor te betalen. Een eenheid autodelen in China is evenveel waard als een Belgisch equivalent, ook al is er een welvaartsverschil van factor 10.

Van waar komt dit aanbod? Wie heeft hierom gevraagd? De door budgetbeperking geplaagde groep, wij allemaal dus. En daar reageert de markt nu zeer krachtig op. De wereld zal sneller vlak zijn als we vandaag durven te denken. Helbings analyse mag dan ook niet ontbreken in de opleidingsprogramma’s van onze jongeren.

De auteur is CEO van Melotte en oprichter van Innocrowd.

MARIO FLEURINCK

Tussen de huidige en de naoorlogse zakenmodellen is in essentie maar weinig verschil.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content