Een dinosaurus wordt kartelflik

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Vanaf april leidt Jacques Steenbergen de Dienst voor de Mededinging. “Een avontuur,” voorspelt Steenbergen, professor Mededingingsrecht (KU Leuven) en advocaat bij Allen & Overy. “Er is nood aan een stevige hervorming. De Dienst dreigt te kapseizen door een gedemotiveerd apparaat.”

Steenbergen knutselde grotendeels zelf een wetswijziging in elkaar, eerst als advocaat, later als adviseur van het kabinet-Verwilghen. “Neen, ik werd niet politiek benoemd,” zegt hij. “Iedereen wil me een partijkleur geven, maar als gewezen ’68’er stond ik altijd op mijn onafhankelijkheid en pluralisme.”

De advocaat trad op voor Belgische ondernemingen die van kartelvorming werden verdacht. Hoe een stroper boswachter werd. De Dienst is de kartelpolitie. Hij rechercheert of afspraken tussen ondernemingen of fusies en overnames boven een bepaalde drempel een inbreuk zijn van het federale mededingingsrecht. Een van de zes auditeurs leidt het onderzoek. Een andere poot van de mededingingsautoriteit is de Raad voor de Mededinging, geleid door Stefaan Raes. Die velt het uiteindelijke oordeel.

Naast coördinator van de onderzoeken is de voorzitter van de Dienst ook regeringsadviseur inzake mededinging en voorzitter van het comité van de auditeurs, waaronder Tom Musschoot, die ooit als advocaat voor Steenbergen werkte. Het comité bepaalt de volgorde van de onderzoeken en de prioritaire sectoren. “Dat wordt delicaat,” erkent Steenbergen. “Het gezag van de DG van de Dienst kan ondermijnd worden als we geen constructieve samenwerking vinden.”

Steenbergen was tot vandaag ook deeltijds lid van de Raad. Een soort van kartelrechter, dus. “Nadat ik adviseur van de regering werd, twee jaar geleden, schoof ik mijn Belgische cliënten door naar de partners. Ik deed vanaf dat moment vooral Europees mededingingsrecht. De kans dat ik in de toekomst met cliënten wordt geconfronteerd, is klein. Maar als het gebeurt, stel ik me terughoudend op.”

Jacques Steenbergen, zelf ongehuwd, is de broer van Leo Steenbergen (ex-CFO van Telenet), de echtgenoot van Marcia De Wachter (Nationale Bank). De Antwerpenaar is een fervent zeiler en geniet van architectuur, design en moderne kunst. Ooit schreef Steenbergen nog opiniestukken in Trends, maar vandaag beperkt hij zich tot vakliteratuur. Zo schreef hij een handboek met Luc Gyselen, die net de omgekeerde stap maakte: van de Europese Commissie naar het advocatenkantoor Arnold & Porter. Gyselen: “Jacques zal de Dienst eindelijk een gezicht geven, ook als vertegenwoordiger bij de Commissie. Buitenlandse voorbeelden tonen aan dat mensen het verschil kunnen maken.” Hans Gilliams (Eubelius): “Steenbergen heeft er alle capaciteiten voor. Hij is een scherpzinnig, gevat en sluw advocaat. Een profiel dat de Dienst nodig heeft.” De houding van het hoofd van de Dienst is volgens Gyselen cruciaal voor Belgische bedrijven. “Wordt hij als kartelbreker een ayatollah door met veel lawaai bij bedrijven binnen te vallen en ze hard aan te pakken? Of praat hij de problemen uit? De Commissie evolueerde in de loop der jaren ook naar een instelling die een kartel liever brak via een dading dan na een proces.”

Steenbergen gaat akkoord. Hij wijst erop dat hij als advocaat ook liever een proces vermeed. Slechts in één zaak (Schneider) dreef hij door en haalde het DG Mededinging ongelijk voor het Hof (wat uiterst zelden gebeurt). “Ik zie me eerder als een promotor van concurrentie dan als een bestraffer van kartels,” zegt hij. “Als een dading een einde maakt aan een inbreuk, ben ik daar normaal gezien voorstander van. Eens een zaak loopt, beslissen de Raad en het Auditoraat daarover. Ik vind ook dat we met het Auditoraat moeten overwegen om ons vervolgingsbeleid duidelijk te communiceren. Het gevaar is dat de schuldige bedrijven dan alle bewijzen van een kartel vernietigen. Maar de kans bestaat ook dat zo’n schot voor de boeg een kartel beëindigt. Ik ben er zelf nog niet helemaal uit. Wel wil ik zaken snel afsplitsen om de onderzoekstijd te beperken.”

Naast het uitstippelen van een vervolgingsbeleid, moet Steenbergen de Dienst ook leiden. Confraters vragen zich af of Steenbergen voldoende managementervaring heeft. Steenbergen: “Een terechte opmerking, maar ik ben niet op de eerste plaats de manager. De Dienst is geen autonoom orgaan, zoals bijvoorbeeld het BIPT. In dat geval hadden we de helft van onze veertig universitairen moeten vrijmaken voor het beheer, of twintig extra mensen in dienst nemen. Die kregen we niet.”

Dus was de peetvader van de vernieuwde Dienst er voorstander van dat die onder de vleugels van de federale overheidsdienst Economie opereert. “Typisch Steenbergen,” klinkt het bij een gewezen collega. “Hij is wat opportunistisch en dekt zijn flanken goed af. Het was voor velen een wonder hij – absoluut geen rainmaker – zich handhaafde op een intern zeer concurrentieel kantoor.” Als topadvocaat verdient Steenbergen naar onze schatting dubbel zoveel als zijn toekomstige jaarloon (210.000 euro).

“Binnen twee jaar had ik de maximumleeftijd van zestig bereikt en moest ik sowieso opstappen,” aldus Steenbergen. “Ik werd hier stilaan een dinosaurus en had al eerder beslist dat ik voor mijn zestigste iets anders wilde. Toen deze plaats openviel, heb ik niet geaarzeld. Belgische mededingingsautoriteiten waren jaren de risee bij de internationale advocatengilde. Nu kan ik de Autoriteit weer autoriteit helpen geven. Zo’n kans laat ik niet liggen.”

JACQUES STEENBERGEN

nieuwe baas van

de Dienst voor de Mededinging.

advocaat bij Allen & Overy.

www.trends.beInterviews met Stefaan Raes, voorzitter van de Raad van de Mededinging, en advocaat Luc Gyselen

Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content