Een deuk in het heelal

Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Steve Jobs, de legendarische topman van de elektronicaproducent Apple, werd gedreven door een drang om de wereld te veranderen. “Een deuk in het heelal achterlaten”, om het in zijn eigen woorden te zeggen.

Amper een maand na Jobs’ dood ligt een geautoriseerde biografie in de winkel. Biograaf Walter Isaacson maakte er geen heiligverklaring van. Niemand zit eenvoudig in elkaar, maar bij Jobs stapelen de ongerijmdheden zich op. Hij keek op naar zijn adoptieouders van bescheiden afkomst, maar verkwanselde het studiegeld die zij bijeen hadden geschraapt. Ondanks zijn passie voor elektronica koos hij voor een dure kunstenopleiding, maar gaf die op.

Jobs schepte op over zijn drugsgebruik als adolescent, al hield hij van kleinsaf een ascetische levensstijl aan waarbij hij zichzelf uithongerde. Hij was een talentvolle programmeur bij de gameconsoleproducent Atari, maar moest er verplicht ‘s nachts werken omdat hij overhoop lag met zijn collega’s en zich weigerde te wassen. Hij groeide uit tot een keiharde zakenman die zijn hippieverleden nooit afzwoer.

Jobs was ervan overtuigd dat cultuur en technologie hand in hand gaan. Hij was geen artiest, geen ingenieur en niet hoogbegaafd. Bovendien was hij, zeker in de beginjaren, een slechte manager. Isaacson beschrijft uitvoerig de duistere kanten van Jobs. Hij heeft meermaals zijn bedrijven aan de rand van het faillissement gebracht. Met onvoorspelbare woedeaanvallen terroriseerde hij zijn werknemers en kwetste hij zijn naaste omgeving.

Op de technologie- en de mediasector kon Jobs zijn stempel drukken. Daarom leest de biografie ook als een geschiedenis van zijn bedrijven: Apple, computerbouwer NeXT, animatiestudio Pixar. Wat Isaacson goed illustreert, is de intense drive waarmee Jobs zichzelf en zijn omgeving voortstuwde. Dankzij die passie en perfectionisme verbeterde hij het concept van een moderne computer, toen nog een experiment van Californische onderzoekers. Apple was het eerste bedrijf dat erin slaagde een computer te produceren met een gebruiksvriendelijke grafische interface waarmee gewone consumenten aan de slag konden.

De Mac kon met zijn eigen besturingssysteem niet doorbreken. Dat kwam door de kostprijs en omdat andere producenten voor het besturingssysteem van grote rivaal Microsoft kozen. Door die strategie van compleet geïntegreerde soft- en hardware, een dada van controlefreak Jobs, werd Apple een marginale speler. Zelfs nadat Jobs gedwongen werd Apple te verlaten in de jaren tachtig, hield het bedrijf vast aan die filosofie.

Toen Jobs in de jaren negentig weer aan het roer kwam en Apple een reeks van successen neerzette – met de iMac, de iPod, de iPhone en de iPad – kreeg Jobs gelijk. Dankzij de verticale integratie kan Apple gemakkelijker een goede gebruikerservaring aanbieden en heeft het betere marges op zijn producten. Isaacson besteedt veel aandacht aan de wederopstanding van het bedrijf en verweeft het met Jobs’ persoonlijke strijd tegen kanker. Hoe slecht de gezondheid van Jobs de voorbije jaren was en hoe hij eerst alleen van alternatieve geneeskunde wilde weten, is eigenlijk het meest onthullende element uit de biografie. Zijn ziekte had zijn persoonlijkheid ook niet gemilderd. Jobs versleet meer dan 70 verpleegsters.

Voor het schrijven van het boek kreeg Isaacson van Jobs de vrije hand. Alleen met de coverfoto heeft hij zich bemoeid.

Walter Isaacson, Steve Jobs de biografie, Spectrum, 2011, 719 blz., 25 euro

STIJN FOCKEDEY

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content