Een antwoord op het kiwimodel

De beroepsvereniging van generische geneesmiddelenproducenten heeft een nieuw model van voorschrijven uitgedokterd dat naar eigen zeggen tot 100 miljoen euro besparingen kan opleveren. Voorlopig is het slechts een idee, maar de eerste reacties zijn positief.

Febelgen, de sectorfederatie van de producenten van generische geneesmiddelen, polst de kabinetten en politieke partijen over een mogelijke nieuwe aanpak van het geneesmiddelenbeleid. Dat is geen toeval. De generische industrie in België heeft het moeilijk marktaandeel te veroveren. Bovendien hebben sommige generische bedrijven hun omzet vorig jaar met 10 procent zien dalen door besparingsmaatregelen van de overheid. Opportunistisch is het lobbywerk van de sector dus zeker, maar tegelijk is de poging van Febelgen om het geldende paradigma in het geneesmiddelenbeleid te wijzigen allesbehalve gratuit. Het voorstel heeft zo’n revolutionair parfum dat de spelregels kan veranderen.

In het budgetvoorstel voor 2013 dat het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv) onlangs bij elkaar rekende, zitten voor 35 miljoen euro besparingen in het segment geneesmiddelen. Traditioneel is het recept dan opgelegde prijsverlagingen of blinde maatregelen om het quotum van goedkoop voorschrijven te verhogen.

“Op termijn leidt zo’n fixatie op blinde prijsverlagingen tot een race to the bottom en daar wordt niemand beter van. Daar zijn grenzen aan en het leidt tot geneesmiddelentekorten”, zegt Joris Van Assche, de voorzitter van Febelgen. “We hebben daarom een nieuw concept ontwikkeld, dat verder reikt dan de klassieke recepten. Het zal nog niet meteen in het Staatsblad verschijnen, maar ook op het politieke echelon zijn de eerste reacties positief.”

Willekeurige quota

Om te begrijpen wat het concept van Febelgen zo interessant maakt, is enig begrip van de huidige situatie nuttig. De overheid probeert de uitgaven van het Riziv in te perken door artsen te verplichten een minimumpercentage goedkope geneesmiddelen voor te schrijven. Het gaat dan om generische geneesmiddelen of originele medicijnen waarvan de prijs gezakt is. Bij huisartsen zijn die ondertussen goed voor de helft van alle voorschriften.

Maar de geneesmiddelensector klaagt over willekeur bij het bepalen van die quota, die per specialisme worden vastgelegd. “Onder de besparingsdruk gaat iedereen elk jaar weer voor zijn Excel-tabellen zitten en worden bij nacht en ontij louter rekenkundige beslissingen genomen”, zegt Johan Eykens, director government affairs bij Febelgen.

Bovendien houdt het huidige model van goedkoop voorschrijven volgens Febelgen te weinig rekening met de therapeutische waarde van de geneesmiddelen – zeg maar de mate van genezing gekoppeld aan de kostprijs – in hun therapeutische klasse (een groep geneesmiddelen tegen een bepaalde ziekte, bijvoorbeeld de bloeddrukverlagers). Een quotum voor goedkoop voorschrijven houdt ook geen rekening met de verschillen tussen die therapeutische klassen. In sommige zijn alleen goedkope geneesmiddelen op de markt, terwijl er in andere geen beschikbaar zijn. Ook de lancering van nieuwe generische geneesmiddelen heeft nauwelijks invloed op het quotum.

Doelmatig voorschrijven

Aan die problemen wil de sectorfederatie met haar nieuwe model een mouw passen. “Wij willen het paradigma van goedkoop voorschrijven vervangen door dat van doelmatig voorschrijven”, zegt Johan Eykens. “Ons concept vertrekt niet langer van de tegenstelling tussen generische en merkgeneesmiddelen. Wij willen de volumes verhogen van geneesmiddelen met de hoogste therapeutische waarde. En dat alles zonder te raken aan de prijzen. Onze bedoeling is dat je per therapeutische klasse een voorkeurmolecule bepaalt waarop de referentieterugbetaling is gebaseerd.”

Om artsen ertoe aan te zetten die geneesmiddelen voor te schrijven wil Federgen niet werken met minimumquota. “Artsen mogen van die voorkeurmolecule afwijken, maar de keuze voor duurdere alternatieven moet wel worden geplafonneerd. Daarvoor moet een maximumpercentage worden vastgelegd. In plaats van voorschrijfquota per artsenspecialisme willen we naar quota per therapeutische klasse.”

Dat plafond is de spreekwoordelijke stok achter de deur in het voorstel van Febelgen. Nu kunnen artsen bestraft worden als ze het minimum aan goedkope geneesmiddelen niet halen. Febelgen stelt voor dat te vervangen door een maximum voor het voorschrijven van dure geneesmiddelen. Eventueel krijgen artsen die daaronder blijven een incentive als beloning.

Dat moet een rem zetten op de neiging van artsen om nieuwere, duurdere geneesmiddelen voor te schrijven. Dat in België het besparingspotentieel in de postoctrooimarkt onderbenut blijft, heeft te maken met de populariteit van nieuwere, duurdere geneesmiddelen, terwijl het nieuwste middel niet voor elke patiënt nodig is.

“Voor een aantal geneesmiddelenklassen zoals de cholesterolverlagers, de bloeddrukverlagers, ontstekingsremmers en antidepressiva hebben we de impact van onze nieuwe aanpak bekeken”, zegt Johan Eykens. “Volgens onze berekeningen kan de overheid daar met ons systeem 50 miljoen euro besparen. Bovendien zouden de patiënten 12 miljoen euro minder moeten betalen. Als je die oefening voor de hele de geneesmiddelenmarkt zou maken, dan loopt de besparing zeker op tot 100 miljoen euro.”

Artsen moeten meewerken

Het succes van een dergelijk kostenbewust en doelgericht voorschrijfbeleid hangt af van de medewerking van de artsen. “Zij zijn de sturende factor”, geeft Joris Van Assche toe. “Daarom vinden we dat het maximumpercentage in elke therapeutische klasse moet worden vastgelegd op de helft van het aantal dure geneesmiddelen dat er vandaag in wordt voorgeschreven. Op die manier hebben zij nog steeds voldoende ruimte om indien nodig een duurdere molecule voor te schrijven. Overigens willen de meeste artsen ook doelmatig en kostenbewust voorschrijven, maar ze zijn zich niet altijd bewust van de prijsverschillen. En daarom zijn er optimalisaties mogelijk.”

Maar eer het zover is, is volgens Febelgen de politieke moed nodig om het model in te passen in de klassieke overlegstructuren tussen artsen en mutualiteiten bij het Riziv. Van Assche: “De reacties zijn positief. Het vaakst gehoorde commentaar is dat dit voorstel echt beleid mogelijk maakt. Zeker de technische mensen zijn overtuigd dat dit systeem zou kunnen werken als hefboom voor een rationeel geneesmiddelenbeleid.”

Roeland Byl, fotografie isabel pousset

In plaats van een minimum goedkope geneesmiddelen wil Febelgen artsen een maximum dure geneesmiddelen opleggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content