Edele steen

In het begin van de jaren tachtig viel de blauwe steen van Henegouwen niet meer in de smaak en gold hij als oudmodisch. Nu worden overal (wandel)straten, rotonden en pleinen in blauwe steen aangelegd, terwijl hij ook in de moderne architectuur een opvallende plaats heeft verworven. Een zeldzaam Waals succesverhaal.

TEKST : HENK VAN NIEUWENHOVE / FOTO’S : BERNARD BOCCARA

De blauwe steen ook blauwe hardsteen, arduin of petit granit genoemd is een honderd procent Belgisch (lees : Waals) product. De enige concurrentie komt uit Ierland, waar een blauwe steen wordt gedolven die visueel bijna identiek is, maar een andere geologische geaardheid heeft. Toch wordt deze Ierse steen ook in België ingevoerd. De échte Belgische blauwe steen wordt gedolven uit een steenlaag die heel België doorkruist van oost naar west, van Soignies (Zinnik) tot de Ourthe-vallei. Voor de geologen : het is een crinoïde steen van de Doorniksiaanse Laag van het Carboon-tijdperk. Van de vele carrières uit de 19de en het begin van de 20ste eeuw zijn er nog een tiental actief, in Soignies en in de buurt van Luik. De belangrijkste is die van Carrières du Hainaut, dicht bij de stad Soignies. Dat bedrijf neemt met een omzet van 1,2 miljard frank zowat de helft van de Belgische markt voor zijn rekening. Minder dan tien jaar geleden haalde het nog amper 600 miljoen omzet en was er 100 miljoen kapitaalinbreng door Eternit nodig om het bedrijf te moderniseren. Eternit (inmiddels Etex Group) is blijven investeren (a rato van ca 200 miljoen per jaar) en heeft het bedrijf ook overgenomen. De oude put werd in maart van dit jaar gesloten. Men delft reeds enkele jaren uit een nieuwe put, die aan het ritme van vandaag nog ongeveer 40 jaar meekan. Toekomst verzekerd dus.

We kennen

de blauwe steen uiteraard van vensterdorpels en deurdrempels, balkons en muurvoeting of sous-bassements. Maar wie ‘ns goed rondkijkt, zal verbaasd zijn van de vele toepassingen waarvoor de Belgische hardsteen zich nog leent. Hij is niet meer weg te denken uit ons straatbeeld, wordt steeds meer gebruikt als gevelbekleding van grote kantoorgebouwen en individuele woningen. Vooral bij de aanleg van winkelstraten en winkelpanden heeft men blijkbaar een zwak voor la pierre bleue. Maar ook in de interieurs wint de blauwe steen steeds meer veld. Niet alleen wordt hij gebruikt voor open haarden en trappen, maar ook in de keuken en de badkamer, in tegelvorm als vloerbedekking en uit één stuk als tafelblad bijvoorbeeld. Bovendien leent hij zich uitstekend voor de aanleg van terrassen en tuinpaden. Hedendaagse beeldhouwers verwerken de blauwe steen vaak in hun conceptuele constructies. Van uitzicht kan de steen heel verschillend zijn naargelang van de afwerking : van helder (blauw)grijs voor de brute steen tot heel donker grijs bijna zwart voor de gesclypeerde of gegradineerde versie ; van ijsbloem- of frijnslagmotief tot donker gezoet of blinkend gepolijst. Sommige architecten opteren uitsluitend voor blauwe steen (al dan niet in verschillende afwerking), maar ook de combinatie met baksteen, hout of witte natuursteen kan heel mooie resultaten opleveren. Kortom : met de blauwe steen kan u (bijna) alles doen. Alleen een plafond met blauwe steen bekleden, lijkt niet aangewezen.

Waaraan

heeft de blauwe steen zijn huidige succes te danken ? “In de eerste plaats aan zichzelf,” zegt algemeen directeur van de Carrières du Hainaut, André Hoste. Het is een steen met een duurzaam karakter en intrinsieke kwaliteiten, zowel esthetisch als constructief. In de groep marmers is het één van de hardste stenen, die bovendien een heel beperkte porositeit heeft en zeer vorstbestendig is. “Vanaf de jaren ’60 is men gaan experimenteren met moderne materialen, maar men heeft intussen geleerd dat die niet altijd goed verouderen. Mede daardoor is men de blauwe steen weer gaan (her)ontdekken. Deze steen kan honderden jaren meegaan, krijgt een heel mooie patina met de jaren, en kan ook weer als nieuw tevoorschijn komen na een grondige schoonmaakbeurt of zandstraling. De crisis heeft eigenaardig genoeg in ons voordeel gespeeld : de mensen lopen liever geen risico en kiezen voor zekere materialen.” Dat is één verklaring. Maar ook het aspect ‘mode’ speelt een rol in de bouwwereld. “De blauwe steen was te bekend, de architecten wilden iets nieuws,” verklaart André Hoste. “Tien of twintig jaar geleden werkten alleen nog oudere architecten met blauwe steen, zodat die automatisch een ouderwets imago kreeg. We hebben zwaar geïnvesteerd (2 % van de omzet wordt aan promotie gespendeerd, nvdr) om ons product een eigentijds imago te geven. Het gamma van afwerking werd gemoderniseerd en uitgebreid. Zonder echter de handenarbeid te schrappen. We hebben nog steeds twintig steenkappers in dienst voor de fijnere afwerking of het maatwerk. En bovendien hebben we het geluk gehad dat het blauwgrijs weer een modekleur werd. De bouwheer en de architect zijn wat moegekeken op felle kleuren of flitsend staal en geven weer voorkeur aan een rustiger en soberder kleurenpalet. Het resultaat : met een productie van 80.000 kubieke meter per jaar kunnen we de vraag niet bijhouden.” Ook de vraag in het buitenland stijgt. In 1980 bedroeg de export slechts 9 % van de omzet. Nu wordt ongeveer 20 % uitgevoerd naar de buurlanden.

In de middeleeuwen

was de blauwe steen van Soignies reeds gekend. In de 15de en 16de eeuw bestond er een bloeiende handel met Brussel, Gent, Antwerpen, maar ook Holland en Noord-Frankrijk. De grote expansie kwam er in de 19de eeuw, onder invloed van de industriële revolutie. Carrières du Hainaut werd opgericht in 1888. Ooit werkten er 800 arbeiders in de steengroeven, nu zijn dat er nog 375, wat toch een toename is van 20 % ten opzichte van tien jaar geleden. Ondanks de hoge werkloosheid is het echter moeilijk om geschoold personeel te vinden dat bereid is in een steengroeve te werken. Daarom hebben de drie groeven uit Soignies samen met de vakbonden een opleidingscentrum voor steenhouwers opgericht, de CeFoMePi ( Centre de Formation pour les Métiers de la Pierre).

De steengroeve van Carrières du Hainaut ondergaat sedert enkele jaren een stelselmatige modernisering. Het is één van de drie grootste putten ter wereld. De concurrentie op gebied van natuurstenen wordt op wereldschaal uitgevochten : naast de Zuid-Europese landen Portugal, Spanje, Italië, Griekenland en Turkije wordt ook veel natuursteen gedolven in grote landen als Brazilië, Zuid-Afrika, India en China. Het hoeft geen betoog dat de arbeidslonen in al deze landen een flink stuk lager liggen dan in België. Als de blauwe steen het kan redden, is dat ook vooral omdat het een uniek product is.

Wie een bezoek brengt aan de steengroeven, krijgt vooral respect voor het werk dat hier geleverd wordt. In de eerste plaats blijft het een hele karwei om de enorme blokken (die tot 60 ton kunnen wegen) heelhuids boven te krijgen. Men gaat daarbij tewerk volgens de ‘zachte’ methode, dat betekent zonder gebruik van explosieven. Met behulp van zaagmachines op rails en gediamanteerde draadzagen worden de blokken uit de steenlaag gehaald, en vervolgens door bruggen en laders weggebracht naar de ateliers. In het zaagdepartement worden ze verder versneden met raamzagen en cirkelzagen tot platen van verschillende dikten, die op hun beurt in tegels of elementen van verschillende grootten worden verwerkt. In elke fase is er een grondige controle. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen eerste en tweede keuze. Wat niet voldoet, zal worden verwerkt tot steenslag, en de kleinere elementen kunnen soms nog een beeldhouwer gelukkig maken. De afwerking gebeurt deels machinaal, deels met de hand. Men kan de steen boucharderen, frijnen, slijpen, kloven, bikken, ribben, graderen, vlammen, zoeten, polijsten… Elke term uit het vakjargon vraagt een minutieuze afwerking en geeft een typische tintenschakering. Bovendien wordt de blauwe steen ‘gepersonaliseerd’ door fossiele koralen en schelpen die zijn ontstaan wanneer de crinoïderesten samengeperst werden door microkristallijn calciet. Zoveel is duidelijk : de ene blauwe steen is de andere niet.

Een steen van alle tijden. De oude gevel van Paribas in Mechelen en het hedendaagse Museum van de Geneeskunde in Brussel, beide in mooie blauwe steen. De steen leent zich ook perfect voor vloeren, beeldhouwwerk en oneindig veel toepassingen.

De Carrières du Hainaut in Soignies, reeds meer dan honderd jaar een begrip. Een samengaan van technologisch vernuft en ambachtelijk precisiewerk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content